Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 15 februari 2005, nr. 2040508410 AV/KO/2005/12363 333

Onderwerp Datum Contactpersoon Kamervragen van het lid Gerkens 7 maart 2005

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens (SP) over de duurdere kinderopvang.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2

2040508410

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de duurdere kinderopvang. (Ingezonden 14 februari 2005)

Vraag 1.
Wat is uw reactie op het feit dat uit CBS-onderzoek blijkt dat de tarieven voor de kinderopvang in januari 2005 flink zijn gestegen? 1)

Antwoord 1.
Het CBS baseert zich bij de tarieven voor de consumenten op de hoogte van de ouderbijdrage en hanteert daarbij specifieke definities. Zoals gemeld in mijn brief d.d. 6 februari 2004 (bijlage 3, paragraaf 1.4), verandert bij gelijkblijvend gebruik de ouderbijdrage door de invoering van de Wet kinderopvang globaal gezien nauwelijks iets voor circa de helft van de ouders. Ongeveer een kwart van de ouders (vooral in de lagere inkomensgroepen) zal er naar verwachting financieel op vooruit gaan en ongeveer een kwart (vooral in de hogere inkomensgroepen) zal er naar verwachting financieel op achteruit gaan Het CBS heeft bij de bepaling van het tarief van kinderopvang in de consumenten prijsindex (CPI) een aantal vereenvoudigingen toe moeten passen, waardoor de tarieven voor ouders per saldo hoger uitvallen dan in werkelijkheid. Zo worden alleen de effecten voor werknemers meegenomen, dit resulteert in gemiddeld gezien hogere inkomens. Voor huishoudens met een hoger inkomen zijn de tarieven voor kinderopvang gemiddeld genomen gestegen als gevolg van de invoering van de Wet kinderopvang. Ook heeft het CBS het overgangsbeleid voor huishoudens die in 2004 gebruik maakten van subsidieplaatsen niet meegenomen, hierdoor ontstaan grote prijsverhogingen voor huishoudens die in 2005 gebruik maken van een subsidieplaats. De gepubliceerde consumenten prijsindex is nog niet definitief. Bij het CBS wordt gewerkt aan een verfijning van de systematiek om de tariefsmutatie van kinderopvang goed te kunnen meten.

Vraag 2.
Bent u van mening dat er een relatie is tussen de gestegen tarieven en de invoering van de nieuwe wet op de kinderopvang per 1 januari 2005? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u dan van mening dat de wet effectief is?

Antwoord 2.
De prijzen voor de kinderopvang zijn, volgens de signalen die ik heb gekregen, gemiddeld met ongeveer 2% gestegen. Dat is aanmerkelijk minder dan de prijsstijgingen in voorgaande jaren. Dit kan er op duiden dat de voorziene matigende invloed van de Wet kinderopvang op de prijsontwikkeling door de invoering van meer marktwerking inderdaad optreedt.

Vraag 3.
Hoe verklaart u deze hogere tarieven na de invoering van de marktwerking? Bent u van mening dat de marktwerking een oplossing heeft gebracht voor te hoge tarieven in de kinderopvang? Zo ja, waarom?

Antwoord 3.
Van de grote tariefsstijging die het CBS bij publicatie van het CPI meldt, is naar mijn mening geen sprake. Zie ook de antwoorden op vragen 1 en 2.

Vraag 4.
Bent u van mening dat er een relatie is tussen stijgende kosten voor de kinderopvang en een afnemende arbeidsparticipatie? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4.
Zoals ik heb gemeld in mijn antwoorden op vragen van het Tweede Kamerlid Koser-Kaya (brief d.d. 25 februari 2005, kenmerk AV/KO/2005/10818), laat ik naar het effect van de invoering van de Wet kinderopvang op de

3

gebruikers van kinderopvang onderzoek doen. Daarbij zal tevens in beeld worden gebracht of er wijzigingen optreden in de arbeidsmarktpositie van deze gebruikers. Ik zal de Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.

Vraag 5.
Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend is, vindt u het dan, met het oog op de doelstelling van het kabinet met betrekking tot een hogere arbeidsparticipatie- met name door vrouwen- wenselijk dat de tarieven voor de kinderopvang zoveel zijn gestegen? Zo ja, waarom? Zo neen, wat gaat u doen om de kosten van de kinderopvang te verlagen?

Antwoord 5.
Zie de antwoorden op vragen 1 en 2.

Vraag 6.
Kunt u toelichten wanneer voor u het moment is aangebroken om daadwerkelijk stappen te ondernemen tegen de prijsverhogingen in de kinderopvang? Is dat bij 30%, 50% of 100%?

Antwoord 6.
Ik heb geen signalen dat de gemiddelde prijs het afgelopen jaar sterk is gestegen, zie ook het antwoord op vraag 2.


1) www.cbs.nl, 10 februari jl., persbericht: Inflatie in januari hoger door energieprijzen.