Advies: fonds als vangnet voor schade na rampen
7 maart 2005
Slachtoffers van rampen moeten in de eerste plaats hun schade vergoed
krijgen uit verzekeringen en door de veroorzakers van een ramp
aansprakelijk te stellen. En wie zichzelf niet verzekert terwijl dat
wel kan, moet na een ramp geen beroep doen op de overheid. Als vangnet
moet er een fonds komen om de schade van slachtoffers na een ramp te
vergoeden.
Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen van een commissie aan minister
Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Voorzitter van
deze Commissie Tegemoetkomingen bij rampen en calamiteiten (CTRC) was
H.C.J.L. Borghouts, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Hij
heeft het advies vandaag aan Remkes aangeboden.
Volgens het advies van de commissie moet er een speciaal fonds komen
om schadevergoedingen na een ramp te regelen. Het gaat daarbij vooral
om letselschade: gederfde inkomsten en kosten van hulp en
aanpassingen. Andere vormen van schade (inboedel en opstal, medische
kosten) kunnen al door verzekeringen gedekt worden.
Het fonds moet voorkomen dat slachtoffers van een ramp met lege handen
achterblijven. De sociale voorzieningen compenseren voor mensen met
een baan niet alle schade bij arbeidsongeschiktheid na een ramp. En
voor scholieren, studenten en mensen zonder baan is er geen
voorziening die na een ramp hun gederfde toekomstperspectief
goedmaakt.
Volgens de commissie-Borghouts moet het fonds ook uitkeringen geven
voor de eerste nood, en voorschotten geven vooruitlopend op
schadevergoedingen of verzekeringsuitkeringen die pas veel later
definitief worden vastgesteld. Het fonds moet in juridische procedures
namens slachtoffers kunnen optreden.
Het fonds moet ook het verlies van inkomen van slachtoffers na een
ramp voor 60 à 80 procent compenseren, tot een bepaald maximum.
Bedrijven die een extra risico vormen, moeten zich goed verzekeren of
voldoende geld achter de hand hebben om schades te vergoeden. Het gaat
hierbij bjvoorbeeld om bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen,
maar ook om organisaties waar heel veel mensen in een kleine ruimte
bijeen komen, zoals discotheken, festivals, congressen en sport- en
dansevenementen. Bij het verlenen van vergunningen aan dit soort
bedrijven en evenementen moet al naar de verzekering tegen
calamiteiten gekeken worden.
Als mensen zichzelf niet of te weinig tegen schade verzekeren, hoeft
na een ramp de overheid niet bij te springen. Alleen in zeer
uitzonderlijke gevallen is er dan een rol voor de overheid: als het
risico bijna ondenkbaar was of de schade extreem hoog is. Want waarom
zou iemand die zich niet goed verzekert na een ramp met vele
slachtoffers wel geld van de overheid krijgen, en niet na bijvoorbeeld
een klein verkeersongeval met dezelfde ingrijpende gevolgen? De
overheid moet mensen wel goed voorlichten over de noodzaak
verzekeringen af te sluiten.
Voor schade na natuurrampen als overstromingen of aardbevingen is
meestal niemand aansprakelijk. Soms is het ook onmogelijk daar een
verzekering tegen af te sluiten. De commissie-Borghouts adviseert dat
de overheid het zoveel mogelijk stimuleert dat er verzekeringen tegen
dit soort rampen komen, bijvoorbeeld door als herverzekeraar op te
treden.
Voor het vaststellen van de schade na een ramp adviseert de commissie
vaste tabellen voor verschillende soorten schade te hanteren. Dit
versnelt de afhandeling van schades en voorkomt langdurige juridische
procedures. Ook voor het verlies van inkomen kunnen er zulke tabellen
komen. Los van deze standaardtabellen houden slachtoffers echter
altijd de vrijheid hun werkelijke schade via juridische procedures te
claimen. Zij lopen dan wel het risico dat zij de kosten van deze
procedures zelf moeten betalen, tenzij de rechter uiteindelijk anders
bepaalt.
Voor bedrijfssectoren als de landbouw vindt de commissie dat er eigen
voorzieningen of verzekeringen ontworpen moeten worden, zoals tegen
oogstschade. De kosten hiervan komen voor rekening van de
bedrijfssector zelf als normaal ondernemingsrisico.
Een speciaal instituut zou alle kennis over aan sprakelijkheid en
schadevergoeding na een ramp of calamiteit moeten bundelen, vooral als
het gaat om letselschade. Het bestaande Asbestinstituut is hiervoor
een goed voorbeeld.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties