Minder indicaties huishoudelijke verzorging sinds invoering werkdocument
Nieuwsbericht, 7-3-2005
Sinds de invoering van het werkdocument `gebruikelijke zorg' is het
aantal nieuwe indicatiebesluiten voor huishoudelijke verzorging met
dertig procent gedaald.
Dat blijkt uit een onderzoek van het College voor Zorgverzekeringen
naar de invloed van het werkdocument `gebruikelijke zorg'. Het
werkdocument moet indicatiestellers helpen te bepalen welke zorg de
partner of huisgenoot van een cliënt op zich kan nemen, voordat iemand
een beroep doet op de AWBZ. Indicatiestellers gebruiken het
werkdocument sinds 2004.
Toepassing werkdocument kan uniformer
Het werkdocument geeft een redelijke en zorgvuldige normering van het
begrip gebruikelijke zorg. Indicatiestellers kennen het werkdocument
goed, maar het toepassen kan nog uniformer. Dit schrijft
staatssecretaris Ross aan de Tweede Kamer in reactie op het onderzoek
van het CVZ. Ross draagt het Centrum Indicatiestelling Zorg op om de
kwaliteit en de uniformiteit bij het toepassen van het werkdocument
gebruikelijke zorg te verbeteren.
Mantelzorgers betrekken in het indicatiebesluit
Met het werkdocument `gebruikelijke zorg' is het voor cliënten en
partners en kinderen van cliënten duidelijk wat de relatie is tussen
de eigen verantwoordelijkheid en de AWBZ-zorg. Bovendien biedt het
werkdocument ruimte aan indicatiestellers om af te wijken van de
normen; bijvoorbeeld als een huisgenoot van een cliënt overbelast
dreigt te raken. Ross wenst meer duidelijkheid in het werkdocument
over de omstandigheden waarin indicatiestellers kunnen afwijken van de
normen. Ook wil Ross dat mantelzorgers beter bij het indicatiebesluit
betrokken worden. Indicatiestellers kunnen dan bij het vaststellen van
de AWBZ-aanspraak meewegen welke ondersteuning nodig is voor de
mantelzorger van de cliënt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport