Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Consulaire Zaken

Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken

Bezuidenhoutseweg 67


2594 AC Den Haag


Datum


- 7 maart 2005

Auteur


- mr M.N. Neuerburg


Kenmerk


- DCZ/CM-LN

Telefoon


- 070 - 348 47 70


Blad


- 1/4

Fax


- 070 - 348 69 82


Bijlage(n)


- 1


- lisette.neuerburg@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de Kamerleden Weekers en Van Baalen over Nederlandse gedetineerden in het buitenland

www.minbuza.nl


-

-

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de Kamerleden Weekers en Van Baalen (VVD) over Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Deze vragen werden ingezonden op 9 februari 2005 met kenmerk 2040507960.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Weekers en Van Baalen (beiden VVD) over Nederlandse gedetineerden in het buitenland

Vraag 1
Kent u de signalen van Nederlandse ambassades en consulaten die pleiten voor meer maatwerk in de begeleiding van gedetineerden in het buitenland?

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het beleid afgestemd dient te zijn op de omstandigheden in een land en dat de inzet van Nederlandse ambassades en consulaten zich vooral moet richten op die landen en situaties waar twijfel bestaat over een "fair trial" en sprake is van mensonterende omstandigheden in de gevangenis en dat naar landen waarin West-Europese maatstaven gelden, minder aandacht, zowel in feitelijke als in financiële zin, zou moeten uitgaan?

Antwoord
Maatwerk bij de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland is staand beleid.

De wijze waarop en de inzet waarmee bijstand aan gedetineerden in het buitenland wordt verleend, verschilt van geval tot geval. De omstandigheden waaronder mensen gevangen zitten, de afstand tot familie en vrienden en de wensen en behoeften van iedere individuele gedetineerde zijn bepalend voor de mate en vorm van de te verlenen consulaire bijstand.

Ook bij de financiële ondersteuning wordt rekening gehouden met de diversiteit in omstandigheden; slechts de Nederlandse gedetineerden in landen buiten Europa krijgen een gift van 30 Euro per maand als bijdrage in de kosten van levensonderhoud of voor andere noodzakelijke uitgaven.

Graag verwijs ik u naar de brieven over gedetineerdenbegeleiding van 18 oktober 2001 (25203, nr. 15) en 12 februari 2002 (25203, nr. 16) waarin u over het vorenstaande geïnformeerd bent.

Vraag 3
Kunnen landen op grond van objectieve criteria worden ingedeeld op een schaal, waarin de mate van vrije procesgang en de humanitaire omstandigheden van gedetineerden als criteria gelden? Zo ja, kunt u de Kamer bedoelde schaal doen toekomen?

Antwoord
Een dergelijke indeling van landen op een schaal lijkt mij niet mogelijk en ook niet wenselijk.

Zoals gezegd, is de verlening van consulaire bijstand een kwestie van maatwerk. Rekening houdend met de diversiteit van de individuele gevallen is het mijns inziens niet zinvol landen op grond van objectieve criteria in te delen op een schaal.

Vraag 4
Deelt u de opvatting dat extra'tjes zoals ¤ 30,- per maand en /of kerstpakketten niet nodig en overdreven zijn in omstandigheden waarin de gedetineerde voor wat betreft voeding en hygiëne fatsoenlijk wordt behandeld en/of door middel van arbeid in staat wordt gesteld gelden te verdienen?

Antwoord
Vanaf 1 januari 2002 ontvangen alle Nederlandse gedetineerden in landen buiten Europa een gift van 30 Euro per maand. Detentieomstandigheden in landen buiten Europa zijn in veel gevallen aanmerkelijk slechter dan in Nederland. De zorg voor met name het levensonderhoud wordt voor lokale gedetineerden in deze landen vaak overgenomen door familie en/of vrienden. Nederlanders die in deze landen gedetineerd zijn, kunnen niet op een dergelijk ondersteunend netwerk terugvallen. De bezoekmogelijkheden van familie en vrienden aan Nederlandse gedetineerden in landen buiten Europa zijn daarnaast veel kleiner of in het geheel niet aanwezig. Met de gift van 30 Euro per maand wordt de -financiële- situatie van zowel de gedetineerde als de familie verlicht.

Daarnaast beschikken Nederlandse vertegenwoordigingen over een budget waaruit ze kleine attenties kunnen bekostigen die zij tijdens de bezoeken aan Nederlandse gedetineerden meebrengen.

Aanleiding voor het instellen van een budget voor attenties in 1998 was om de medewerkers op de posten die de gedetineerden begeleiden en bezoeken niet uit eigen middelen eventueel meegebrachte attenties te laten betalen. Dit betreft de kosten voor onder andere fruit, sigaretten, postzegels of een attentie tijdens de kerstdagen.

In de loop van dit jaar zal ik het beleid op het gebied van de gedetineerdenbegeleiding laten evalueren; daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de richtlijnen voor de gift van 30 Euro en het attentiebudget.

Vraag 5
Bent u bereid het beleid af te stemmen op de omstandigheden in een land waarbij onnodige franje wordt weggehaald doch maatwerk wordt geboden waar dat nodig is om zo te komen tot een streng maar rechtvaardig beleid?

Antwoord
Het beleid is reeds afgestemd op de omstandigheden. Zoals ik aangaf, is en blijft de verlening van consulaire bijstand aan Nederlandse gedetineerden in het buitenland een kwestie van maatwerk.

Ik verwacht dat zowel in het rapport van de Algemene Rekenkamer dat op 24 februari 2005 zal worden gepubliceerd als in de evaluatie van het beleid op gebied van gedetineerdenbegeleiding later dit jaar aandacht zal worden besteed aan de uitgangspunten van het beleid.

===