INLIA
Opmerkelijke kritiek van minister Donner 07/03/2005
Minister Donner deed in een interview in het Friesch Dagblad (zaterdag
5 maart 2005) enkele opmerkelijke uitspraken over de scheiding van
kerk en staat in samenhang met themas als armoedebestrijding en zorg
voor dakloze asielzoekers:
De kerk heeft zich te houden aan de wetten die door de staat zijn
gemaakt. (...) Kerken werken mee aan het illegaal opvangen van
uitgeprocedeerde asielzoekers die het land uitmoeten.
Directeur John van Tilborg schreef op verzoek van de kerkredactie van
het FD een reactie. Een citaat:
De minister vergeet hierbij gemakshalve of hij weet het niet hetgeen
misschien wel erger is - dat bijvoorbeeld de noodopvang van enkele
duizenden op straat gezette asielzoekers die geen kant op kunnen,
wordt gerealiseerd aan de hand van duidelijke criteria en binnen de
kaders van wet- en regelgeving. Kerken, maatschappelijke organisaties
en gemeentebesturen organiseren dit onder protest en niet omdat ze zo
graag asielzoekers willen opvangen. Het is de rijksoverheid die het
laat afweten. Lokaal draagt men gezamenlijk ertoe bij dat de
gemeenschap humaan, veilig en dus leefbaar blijft. (...)
De volledige tekst kunt u hier lezen.
Zie het origineel
Vrijheid van meningsuiting zolang het de kerk maar niet is.
Het is 5 maart en het Friesch Dagblad komt met een 1 april grap.
Dat moet de reactie zijn geweest van velen die de uitspraken van
minister Donner in deze krant van afgelopen zaterdag hebben gelezen.
Ik vrees dat het helaas niet waar is en dat het Friesch Dagblad de
woorden van de minister van Justitie juist met veel zorgvuldigheid
heeft weergegeven. In dat geval zijn de uitspraken van de minister
bijna te ongelooflijk om waar te zijn.
De minister lijkt de kerken te waarschuwen zich niet met het beleid of
de gevolgen daarvan te bemoeien met een beroep op de scheiding van
kerk en staat. Deze waarschuwing lijkt hem nodig, want anders ben je
voor dat je het weet weer terug bij de brandstapel. Deze minister ziet
blijkbaar volstrekt over het hoofd dat de scheiding tussen kerk en
staat al tijden een door beide partijen gewenst en aanvaard gegeven is
en dat kerken er helemaal geen behoefte aan hebben om op de stoel van
de overheid te gaan zitten. Ook is het merkwaardig, zo niet
kwaadaardig, dat de Minister impliceert dat actieve maatschappelijke
betrokkenheid van kerken weer terug zal leiden naar de brandstapel. De
kerk heeft in het verleden zeker niet altijd de juiste keuzes gemaakt.
Vergeet echter niet dat de overheid in het verleden er ook minder
plezierige methodes op na hield, zoals het vierendelen of onthoofden.
De scheiding van kerk en staat is niet ontstaan omdat de overheid
moreel betere keuzes maakt.
Als de minister in hetzelfde interview herinnerd wordt aan zijn
eerdere uitspraken over het al dan niet spreken van de kerk stelt de
minister; Toen ik zei dat de kerken moeten spreken, had ik het over
het normen- en waardendebat.
In hetzelfde artikel stelt Donner echter dat de kerk in haar eigen
sfeer moet blijven en niet de staat voor te schrijven wat te doen als
het om armoedebeleid gaat. De kerk kan alleen haar leden oproepen om
in actie te komen tegen wat zij beschouwt als onrecht.
Als de kerk dat dan doet roept Donner dat ze zich niet moet bemoeien
met armoede: Het armoedebeleid is een politieke kwestie. Als kerken
zich met het armoedebeleid willen bemoeien moeten ze maar een partij
oprichten en in de politiek gaan. De kerken hebben zich te houden aan
de wetten die door de staat zijn gemaakt, alsof je geen kritiek mag
hebben op wetgeving. Hoe zat dat nu ook weer in een democratische
rechtsstaat.
De minister vervolgt: Ook op een ander punt de asielzoekerskwestie
verliest de kerk met haar opstelling dat gegeven uit het oog . Kerken
werken mee aan het illegaal opvangen van uitgeprocedeerde asielzoekers
die het land uit moeten, aldus Donner
De minister vergeet hierbij gemakshalve of hij weet het gewoon niet
hetgeen misschien wel erger is dat bijvoorbeeld de noodopvang van
enkele duizenden op straat gezette asielzoekers die geen kant op
kunnen, wordt gerealiseerd, aan de hand van duidelijke criteria en
binnen de kaders van wet- en regelgeving. Kerken, maatschappelijke
organisaties en gemeentebesturen organiseren dit onder protest en niet
omdat ze zo graag asielzoekers willen opvangen. Het is de
rijksoverheid die het laat afweten. Lokaal draagt men gezamenlijk
ertoe bij dat de gemeenschap humaan, veilig en dus leefbaar blijft;
dat mensen niet zwervend en in portieken slapend maar moeten zien hoe
ze aan geld komen om hun kinderen eten te geven.
Scheiding van kerk en staat betekent dat men van de kerk mag
verwachten dat men de overheid accepteert en zich aan wetten houdt. Je
aan wetten houden is iets anders dan geen kritiek mogen hebben op
wetten.
Spreekt Den Haag zonder te weten wat er werkelijk aan de hand is?
Het lijkt dat de kloof tussen het beleid van de (Haagse) wenselijkheid
en de praktijk in de samenleving weer eens erg groot is. Of is er meer
aan de hand?
Er is wel degelijk honger in Nederland. Eten geven aan mensen die
honger hebben is niet in strijd met de wet. Eten geven uit protest kan
inderdaad worden opgevat als kritiek op het beleid. Donner lijkt te
zeggen dat het geven van eten aan mensen die honger hebben in strijd
is met het regeringsbeleid omdat het wel eens op kritiek van dat
beleid kan lijken. Maar is het dan zo dat het beleid van de regering
gericht is op het honger laten hebben van mensen? Wordt het geven van
eten gezien als een ondermijning van het beleid? Ik kan mij dit niet
voorstellen.
Is de minister dan op oorlogspad?
Kerk en staat zijn terecht gescheiden. Ik deel daarin de visie van
Donner. Echter als het aan Donner ligt, gezien zijn uitspraken van
afgelopen zaterdag, heeft de kerk geen eigen verantwoordelijkheid en
zal hij, de minister van Justitie, ze wel voorhouden wat ze wel en
niet moet doen of laten. De kerken mogen zich wel uitspreken over
normen en waarden. Ook mogen ze iets doen om arme mensen voor te
lichten of te helpen bij het uitkiezen van verantwoord eten, zodat ze
niet te dik worden. Kerken kunnen dus maar beter geen eten uitdelen.
Ook mogen ze geen noodopvang verlenen aan dakloze vreemdelingen. Alsof
de armoede die de kerken op hun weg tegenkomen of het lot van
asielzoekers die niet worden uitgezet maar op straat worden gedumpt,
geen kwestie is van normen en waarden. Moeten normen en waarden dan
alleen uit de kast komen als het deze minister uitkomt? Omdat het zijn
gesteunde politieke beleid wel of niet uitkomt? Scheiding van kerk en
staat betekent dat de kerk een eigen verantwoordelijkheid heeft en
zich haar agenda niet door de regering hoeft te laten voorschrijven.
Als kerken zich met het beleid moeten bemoeien dan kunnen ze volgens
Donner een eigen politieke partij oprichten. Buiten de politiek geen
gerechtigheid? Hier volg ik Donner niet. Is het alleen aan politieke
partijen voorbehouden zich een mening te vormen over het
regeringsbeleid? Dat lijkt mij niet. Vakbond, werkgeversorganisaties,
belangengroepen, industrie; iedereen mag in Nederland een mening
hebben over het regeringsbeleid. Wonderlijk dat Donner voorstelt dat
de kerk een politieke partij moet oprichten als zij haar mening wil
geven. Dit lijkt mij nu eerder een bedreiging voor de scheiding van
kerk en staat. Is iedereen die lid is van de (?) kerk automatisch lid
van deze politieke partij? De (Bisschoppen) Synode als regering? Ik
vraag me af hoe Donner dit ziet. Of zou hij met dit voorstel heimelijk
proberen het CDA op te heffen.
Tot slot heb ik mij nog over het volgende verbaasd: Donner verwijst
bij de vraag naar wie zich mag uitspreken over het armoedebeleid naar
Jezus. Voor een Christen is dit inderdaad de meest aangewezen persoon
om naar te luisteren als het gaat over het armoedebeleid. Donner haalt
Jezus aan: geef de keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is. Hij
geeft hiermee aan te denken dat Jezus zou bedoelen dat alleen de
overheid zich mag bemoeien met het beleid en de gevolgen van het
beleid.
Toen de schare zich aan de overzijde van de zee van Tiberias in
Galilea had verzameld en honger kreeg, brak Jezus in de bijbelversie
van Donner geen brood en vis, maar riep hij tegen de menigte: "geef de
keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is". Hij draaide zich om en
liet de menigte hongerend achter. Ook tegen zieken, armen en
vreemdelingen was Jezus' antwoord steevast: Geef de Keizer wat de
Keizer toekomt.
Onzin natuurlijk. Jezus hielp Zijn medemens waar mogelijk en roept ons
op om Hem daarin te volgen; lees Matheus 25 er nog maar eens op na.
Alleen op de vraag of men belasting moest betalen gaf Jezus aan: geef
de keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is.
Minister Donner, ik hoop van harte dat de democratische rechtsstaat
geen holle klank is waar de minister of het kabinet bepaalt wie welke
mening mag uitdragen en wie niet - maar binnen de wettelijke kaders
ook een inhoudelijke betekenis heeft. Hoe zat het ook al weer met die
vrijheid van meningsuiting? Als het de kerk maar niet is?
John W.R. van Tilborg