Ingezonden persbericht


PERSBERICHT maandag 7 maart 2005

Adoptieouderverenigingen steunen interlandelijke adoptie door homoparen

In een reactie op de beleidsbrief over adoptie die minister Donner op 21 februari naar de Tweede Kamer stuurde, roepen de Belangenvereniging van Zelfdoeners in Adoptie (BZA) en de Landelijke Vereniging van Adoptieouders (LAVA) de minister op om interlandelijke adoptie door homoparen mogelijk te maken.

Op dit ogenblik sluit de Wet Opname van een Buitenlands Kind ter Adoptie (Wobka) interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht nog uit. Deze paren worden nu gedwongen eerst een eenouderadoptie te doen, waarna de partner na een aantal jaar verzorging alsnog kan mede-adopteren.

"Dit is niet in het belang van het kind, dat al die tijd geen volledige juridische rechtszekerheid heeft", schrijven de verenigingen in hun brief. Bovendien is het in strijd met het fundamentele recht van paren van gelijk geslacht om familierechtelijke betrekkingen in gezinsverband aan te gaan.

In december 2003 werden moties tot openstelling van de Wobka, ingediend door D66-kamerlid Lousewies van der Laan, met een ruime driekwart meerderheid in de kamer aangenomen. Minister Donner houdt echter vast aan zijn voorwaarde dat één land moet verklaren dat interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht mogelijk is.

Die mogelijkheid is er in de praktijk al vanuit de Verenigde Staten. Adoptie is daar niet federaal geregeld, maar per individuele staat. Een aantal Amerikaanse staten heeft de mogelijkheid voor gezamenlijke adoptie door paren van gelijk geslacht bij wet geregeld.

Nu landen van herkomst desgevraagd verklaard hebben geen consequenties te verbinden aan openstelling van de Wobka voor wat de bestaande adoptierelatie betreft, is ook dit door Minister Donner aangevoerde bezwaar weggevallen.

Aspirant adoptieouderparen van gelijk geslacht geven aan respectvol om te willen gaan met de wens van het zendende land wat betreft homo-adopties. De adoptieouder-verenigingen BZA en LAVA zijn dezelfde mening toegedaan. Zij zijn van mening dat niets een openstelling van de Wobka voor paren van gelijk geslacht in de weg staat als de overheid door het afgeven van een verklaring expliciet aangeeft dat de wetten en normen van zendende landen aangaande adoptie volledig en zonder discussie gerespecteerd worden.

Zowel vanuit de politiek als vanuit adoptieouderverenigingen wordt de minister indringend gevraagd om de Wobka open te stellen.

Woensdag 9 maart debatteert de kamer over de beleidsbrief van Minister Donner.

Informatie: BZA Jarko De Witte van Leeuwen 06 46243908

LAVA Gert Willemsen 030 6915499

Brief BZA-LAVA openstelling adoptiewet paren gelijk geslacht

Contactadres: Tooroplaan 21, 3141 KN Maassluis
Ministerie van Justitie
t.a.v. de Minister
Zijne Excellentie Mr. J.P.H. Donner
Postbus 20301
2500 EA Den Haag
2 maart 2005

Excellentie,
Betreft: uw beleidsbrief inzake adoptie d.d. 21 februari 2005, specifiek adoptie door paren van gelijk geslacht

Excellentie,

Via uw medewerkers van v/h Bureau Centrale Autoriteit ontvingen wij uw brief van 21 februari jl. aan de Tweede Kamer, waarin u uw plan van aanpak voorlegt met betrekking tot een aantal onderwerpen op het gebied van adoptie. In aanvulling op de brief van het AdoptieOudersOverleg willen wij separaat als Belangenvereniging van Zelfdoeners in Adoptie en als Landelijke Vereniging van Adoptieouders specifiek reageren op het onderwerp interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht.
1. Openstelling Wobka voor paren van gelijk geslacht Op 18 december 2003 werd met een ruime kamermeerderheid de motie van D66-kamerlid L. van der Laan aangenomen tot openstelling van de Wobka voor paren van gelijk geslacht. In uw beleidsbrief herhaalt u uw toezegging over te gaan tot openstelling van de Wobka zodra er één land is waaruit homoparen kunnen adopteren. Hiertoe hebt u opdracht gegeven tot een enquête naar de houding ten aanzien van interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht onder 25 landen van herkomst. Naar uw mening is aan de door u gestelde voorwaarde niet voldaan en zou openstelling van de Wobka slechts het blij maken met de spreekwoordelijke dode mus zijn.
Wij kunnen u verzekeren dat voor (aspirant) adoptieouders van gelijk geslacht openstelling van de Wobka geenszins als een dode mus gepercipieerd zal worden, maar als de beëindiging van een expliciete discriminatie in de Nederlandse wet. Daarbij willen aspirant-adoptieouders van gelijk geslacht, - net als aspirant-adoptieouders van verschillend geslacht -, onderstrepen, dat zij zich er terdege van bewust zijn dat een ontvangen beginseltoestemming (ook voor een gezamenlijke adoptie) geen garantie geeft voor het voltooien van een interlandelijke adoptie. Tegelijkertijd geeft het wegnemen van de huidige expliciete discriminatie in de Wobka uitvoering aan en bescherming van het recht van paren van gelijk geslacht om familierechtelijke betrekkingen in gezinsverband aan te gaan. Dit is eveneens in het belang van de juridische rechtszekerheid van het te adopteren dan wel geadopteerde kind.
U meldt dat 14 landen hebben gerespondeerd op de enquête en dat de algemene reactie is dat homoadoptie door een homoseksueel paar niet mogelijk is. Graag vernemen wij welke 14 landen hebben gereageerd.
In de praktijk hebben in de voorbije 5 jaar een vijftiental adopties door paren van gelijk geslacht plaatsgevonden, vrijwel alle vanuit de VS. Tijdens het overleg met uw medewerkers van de CA hebben vertegenwoordigers van de BZA-werkgroep homoadoptie hen een lijstje met staten uit de VS voorgelegd waar gezamenlijke adoptie door paren van gelijk geslacht bij wet is geregeld (zie bijlage). Uw uitspraak dat er geen landen zijn waar homoparen uit kunnen adopteren, bevreemdt ons dan ook. De praktijk bewijst het tegendeel. Graag vernemen wij of u er bij uw conclusie voor kiest de VS als één geheel te bekijken. Zoals u weet is de adoptiewetgeving aldaar niet federaal geregeld, maar per staat. Daarmee stelt u een theoretische hypothese boven de praktische realiteit. Dit achten wij niet congruent met uw uitspraak tijdens het adoptiedebat van 11 maart vorig jaar. U stelde toen, desgevraagd door het PvdA-kamerlid Albayrak, dat uw standpunt om vooralsnog niet over te gaan tot openstelling van de Wobka geen kwestie was van 'niet willen maar van niet kunnen'. Hier ligt een kans.
U stelde vorig jaar tijdens het kamerdebat van 11 maart nog expliciet dat het onwenselijk zou zijn dat in het geval van interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht de belemmering uitgerekend in de Nederlandse wetgeving zou liggen. Dit nu is precies het geval bij adoptie vanuit die Amerikaanse staten waar gezamenlijke adoptie door paren van gelijk geslacht wel degelijk bij wet mogelijk is.
Een bezwaar dat in een verder verleden werd opgeworpen tegen openstelling van de Wobka was gelegen in de vrees dat dit tot consequenties zou leiden in de adoptierelatie met sommige landen van herkomst. Nog afgezien van de vraag of aspirant-adoptieouders van gelijk geslacht zelfs maar zouden overwegen te adopteren uit landen waarvan ze weten dat er geen mogelijkheden voor hen zijn, kan dit bezwaar niet langer als argument gebruikt worden.
Uit de enquêteresultaten blijkt dat geen van de landen die gereageerd hebben consequenties zal verbinden als Nederland besluit tot openstelling van de Wobka. Dat er 11 landen niet hebben gereageerd achten wij geen grond voor het niet openstellen van de Wobka voor paren voor gelijk geslacht. Het is niet onredelijk uit het uitblijven van verdere reacties te concluderen dat de betreffende landen geen grote moeite hebben met een Nederlands besluit voor openstelling van de Wobka. In de diverse crossculturele betrekkingen met zendende landen mag het uitblijven van een reactie vaak geïnterpreteerd worden als een onuitgesproken teken van goede wil. Zelf haalt u het voorbeeld van China aan, dat niet op de enquêtebrief heeft gereageerd, ook niet na een rappel. Wij maken ons zorgen over het feit dat uw medewerkers bij uitblijven van een reactie een rappel naar China sturen. Dit getuigt naar onze stellige overtuiging van weinig empathie met de Chinese culturele context. Het bevreemdt ons daarbij bovendien dat uw medewerkers het nodig hebben geacht een dergelijk rappel naar China te sturen in de wetenschap dat de Zweedse autoriteiten een bezoek aan Beijing hebben gebracht en daar expliciet over homoadoptie hebben gesproken. Ook wetende dat de openstelling in Zweden van interlandelijke adoptie door paren van gelijk geslacht niet heeft geleid tot consequenties in de samenwerkingsrelatie. Integendeel, het aantal adopties vanuit China naar Zweden is, zo blijkt, sindsdien zelfs gestegen. In de praktijk blijkt dat het openstellen van homoadoptie geen invloed heeft op de samenwerking met China.
In dit geval kan een Nederlands rappel juist irritatie oproepen en tot ongewenste reacties leiden, níet alleen voor adopties door paren van gelijk geslacht. De laatste twijfels in dit verband kunnen worden weggenomen door een verklaring af te geven dat de wetten en normen van zendende landen aangaande adoptie volledig en zonder discussie gerespecteerd zullen worden.
Samengevat zien wij geen enkel argument om onvoorwaardelijke openstelling van de Wobka nog langer uit te stellen. Wij doen graag een appèl op u om uw goede wil te tonen.
2. Aanpassing verzorgingstermijn in Burgerlijk Wetboek Het verheugt ons te lezen dat u voornemens bent de verzorgingstermijn voor de eenouderadoptie in het Burgerlijk Wetboek tot één jaar te verkorten. Daarbij stelt u echter als voorwaarde dat het kind door het land van herkomst beschikbaar moet zijn gesteld met het oog op eenouderadoptie, niet voor adoptie door twee personen van hetzelfde geslacht tezamen.
Vanuit de optiek van adoptie door paren van gelijk geslacht vanuit de VS, vinden wij bovengenoemde restrictieve voorwaarde even merkwaardig als opvallend. Het komt erop neer dat ouders gedwongen worden om een eenouderadoptie in het land van herkomst te voltrekken, ook al zouden er ter plaatse mogelijkheden voor gezamenlijke adoptie zijn. Zoals eerder aangegeven is gezamenlijke adoptie door paren van gelijk geslacht in diverse staten van de VS mogelijk. Dan is het zeer realistisch dat zich in de toekomst de situatie voordoet dat er een gezamenlijke adoptie door een paar van gelijk geslacht plaatsvindt in een Amerikaanse staat waar de wetgeving hierin voorziet, en dus de situatie ontstaat dat het wel degelijk de Nederlandse wetgeving is die gezamenlijke adoptie in de weg staat. Aan de andere kant bevreemdt het ons ook dat u deze voorwaarde toevoegt, gezien het feit dat u zich op het standpunt stelt 'dat er geen land is waar paren van gelijk geslacht gezamenlijk kunnen adopteren'. Uw redenering volgend is de aangevoerde voorwaarde die u wilt verbinden aan aanpassing van de verzorgingstermijn in het Burgerlijk Wetboek volstrekt overbodig.
Wij pleiten dan ook voor een onvoorwaardelijk terugbrengen van de verzorgingstermijn, teneinde de volledige juridische rechtszekerheid van het kind zo spoedig mogelijk te waarborgen. Voorzover de voorwaarde verbonden is aan het feit dat de huidige Wobka nog niet voorziet in gezamenlijke adoptie door paren van gelijk geslacht, verwijzen wij graag naar onze bovenstaande bepleiting voor onvoorwaardelijke openstelling van de Wobka voor adoptie door paren van gelijk geslacht.
Wij hebben als adoptieouders met onze reactie op uw plan van aanpak onze verantwoordelijkheid genomen en vertrouwen u hiermee van dienst te zijn. Voor verder overleg met Centrale Autoriteit en andere ketenpartners zijn wij graag beschikbaar. Met vriendelijke groet,
namens BZA namens LAVA
W.J.A. Halm G.W. Willemsen
Bijlage: Overzicht van VS staten die gezamenlijke of stiefouderadoptie door paren van gelijk geslacht toestaan
cc: Centrale Autoriteit Interlandelijke Adoptie, mevrouw H. Lenters Leden Vaste Kamercommissie voor Justitie
Bijlage
Overzicht van VS staten die gezamenlijke- of stiefouderadoptie door paren van gelijk geslacht toestaan
De volgende staten staan gezamenlijke of stiefouderadoptie door paren van gelijk geslacht zonder meer toe:
o California
o Connecticut
o District of Colombia
o Illinois
o Massachusetts
o New Jersey
o New York
o Pennsylvania
o Vermont
De volgende staten staan gezamenlijke of stiefouderadoptie door paren van gelijk geslacht toe, afhankelijk van het juridisch district (county): o Alabama
o Alaska
o Delaware
o Hawaii
o Indiana
o Iowa
o Louisiana
o Maryland
o Minnesota
o Nevada
o New Mexico
o Oregon
o Rhode Island
o Texas
o Washington
(bron: Human Rights Campaign-2003, Washington DC, USA)


---- --