Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: Volgnr.ItV
Datum: 9 maart 2005

GS stimuleren samenhang in benadering
wonen, welzijn en zorg

Het College van Gedeputeerde Staten gaat zich inzetten voor een integrale benadering van wonen, welzijn en zorg voor zorggroepen zoals ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en (ex-) psychiatrische patiënten. De provincie voelt zich (mede) verantwoordelijk voor de randvoorwaarden die nodig zijn om aan de veranderende de vraag naar woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen te voldoen. GS willen samenhang in beleid en tussen partijen stimuleren om daadkrachtig op de ontwikkelingen te kunnen inspelen. Dit is het standpunt van GS als reactie op het rapport Wonen-welzijn-zorg in Fryslân van het Arnhemse bureau Companen.

Het college van GS heeft het onderzoek laten uitvoeren omdat het de wens heeft een permanent en actueel inzicht te hebben in de ontwikkelingen van vraag en aanbod op het gebied van wonen, welzijn en zorg en de spanning hiertussen. Het terrein van wonen, welzijn en zorg wordt de komende jaren een steeds belangrijker en omvangrijker beleidsterrein. Dit komt onder meer door de vergrijzing, de vermaatschappelijking van de zorg en de nieuwe wetgeving voor welzijn en zorg. Het aantal zorgvragers in Fryslân groeit en het accent van de zorg voor deze groepen komt steeds meer te liggen op hulp- en zorgverlening in de thuissituatie en de aanwezigheid van basisvoorzieningen in de nabije omgeving. Deze ontwikkelingen hebben voor het woonbeleid tot gevolg dat bij (toekomstige) nieuwbouwplannen de componenten welzijn en zorg veel meer integraal onderdeel uit zullen moeten gaan maken van de planvorming. Naast de fysieke aspecten ten aanzien van de toegankelijkheid en levensloopbestendigheid van woningen gaat het er daarbij ook om dat er zorg aan huis verleend kan worden en gebruik gemaakt kan worden van diverse welzijnsdiensten (haal- of brengdiensten, maaltijdvoorziening, dagopvang). Dit is echter niet voldoende. Ook in bestaande wijken zal via herstructureringsplannen en woningaanpassingen antwoord gegeven moeten worden op de groeiende vraag naar geschikte woonvormen in combinatie met bijpassende zorg- en welzijnsvoorzieningen.

De gedeputeerden Andriesen en Ploeg voelen zich mede verantwoordelijk voor het beleidsterrein, maar in overeenstemming met het onderzoek geven ze aan dat vooral gemeenten, maar ook woningbouwverenigingen en zorg- en welzijnsinstellingen een uitvoerende taak hebben. De provincie richt zich op monitoring, het verkrijgen van dieptegegevens, en het stimuleren van partijen om plannen voor woonzorgvormen en zorgsteunpunten te ontwikkelen om de tekorten op dat vlak voor te zijn.

De activiteiten van de provincie spitsen zich het komende jaar toe op verspreiding van het onderzoek en het in gesprek gaan met partijen over de uitkomsten. Ploeg en Andriesen gaan binnenkort met de zorgaanbieders, de zorgverzekeraars en de woningcorporaties praten. GS vragen een reactie van de partijen over hoe zij de rol, die hun in het onderzoeksrapport wordt toebedeeld, gaan oppakken. Omdat het onderzoek zich specifiek richt op de vraagkant van het beleidsterrein, volgt in 2005 een onderzoek naar de aanbodkant van wonen, welzijn en zorg. Ook willen GS meer inzicht krijgen in de omvang van groepen zorgvragers. De geplande activiteiten moeten leiden tot een voorstel voor het vervolgtraject dat in april 2006 aan GS wordt voorgelegd. 5


---- --