Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

provinciale staten - parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over de verbetering van de rechtspositie van leden van Provinciale Staten

Antwoorden op kamervragen over de verbetering van de rechtspositie van leden van Provinciale Staten

9 maart 2005

Antwoorden op de vragen van het lid Externe link Luchtenveld (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de verbetering van de rechtspositie van leden van Provinciale Staten.
---


1. Vraag Heeft u kennisgenomen van een van de conclusies van een werkgroep van statenleden en van de Algemene Vergadering van het IPO, dat leden van Provinciale Staten een betere beloning verdienen dan die zij nu jaarlijks ontvangen?


1. Antwoord De door de heer Luchtenveld genoemde conclusies maken deel uit van het rapport dat op 17 april jl. door de werkgroep van het IPO in Nieuwspoort aan de Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is aangeboden. Ik heb eveneens een afschrift van dit rapport mogen ontvangen. Het lid Van Beek heeft het rapport namens de Vaste commissie in ontvangst genomen. De heer Van Beek heeft daarbij aangegeven dat het voor de hand ligt dit rapport ter advisering aan de Adviescommissie beloning en rechtspositie ambtelijke en politieke topstructuur (commissie Dijkstal) door te geleiden. Ik deel deze opvatting.


2. Vraag Herinnert u zich de aangenomen motie Luchtenveld c.s. 1) over de verbetering van de rechtspositie van lokale en regionale politici, welke tot op heden slechts ten dele is uitgevoerd? 2)


2. Antwoord Ja.


3. Vraag Bent u bereid om de middelen die vrijkomen, nu de Eerste Kamer akkoord is gegaan met de vermindering van het aantal leden van Provinciale Staten met ingang van de volgende termijn, te reserveren voor het substantieel verbeteren van de rechtspositie van regionale politici, bijvoorbeeld voor de verhoging van de statenvergoeding tot EUR 15.000,- per jaar?

3. Antwoord
Zoals ik uw Kamer onder andere bij brief van 21 december 2004 heb laten weten heb ik de commissie Dijkstal gevraagd de relatie tussen de salariëring van ministers en staatssecretarissen en de overige categorieën politieke ambtsdragers te herijken (Eerste- en Tweede Kamerleden, Hoge Colleges van Staat, commissarissen van de Koningin, gedeputeerden, statenleden, burgemeesters, wethouders, raadsleden en waterschapsbestuurders) . Het lijkt mij prematuur om nu voor één specifieke groep politieke ambtsdragers vooruit te lopen op dit advies.


1) Kamerstuk 27 400 VII, nr. 11
2) Per 1 januari 2002 zijn de vergoedingen voor raadsleden en wethouders verbeterd, niet die van Statenleden en gedeputeerden.