DUALISME UIT HET STADHUIS; INITIATIEVEN LOKALE POLITIEK SUCCESVOL
In gemeenten waar sinds de invoering van dualisme meer geïnvesteerd is
in het vergroten van de herkenbaarheid en toegankelijkheid van de
lokale politiek, zijn burgers vaker tevreden over het lokale bestuur
en meer betrokken bij de plaatselijke politiek. Dit effect geldt
vooral voor groepen burgers die doorgaans moeilijk kunnen worden
bereikt door de lokale politiek en het gemeentebestuur. Dat
concludeert de begeleidingscommissie van de Vernieuwingsimpuls
Dualisme en lokale democratie in haar jaarbericht Effecten van
dualisering voor burgers: beweging naar buiten?
Na alle aandacht voor interne verhoudingen en procedures bij de
invoering van dualisme, dient nu meer geïnvesteerd te worden in de
relatie tussen lokale politiek en samenleving.
In het onderzoek naar de effecten van dualisering voor burgers,
uitgevoerd door de Universiteit van Tilburg, is allereerst ingegaan op
de wijze waarop de relaties die raadsleden en collegeleden onderhouden
met burgers en organisaties zich hebben ontwikkeld. Daarbij zijn de
steden Apeldoorn en Breda nader onder de loep genomen. In diezelfde
steden is vervolgens nagegaan hoe maatschappelijke organisaties en
instellingen opereren in een dualistische context en wat hun eerste
ervaringen hiermee zijn. Tot slot is een grootschalige enquête
uitgevoerd onder de inwoners van 53 gemeenten naar hun oordelen en
opvattingen over de lokale democratie.
Enkele bevindingen van het onderzoek en aanbevelingen van de
begeleidingscommissie:
Dualisering is gericht op de revitalisering van de lokale politiek,
zodat deze voor burgers herkenbaarder en toegankelijker wordt. Om dit
te kunnen bereiken is het noodzakelijk om de aandacht niet teveel te
richten op interne verhoudingen en procedures. Het is nu van belang om
te werken aan een grotere externe oriëntatie van de lokale politiek.
Daarbij kan worden gedacht aan allerlei maatregelen die de
herkenbaarheid en toegankelijkheid van de lokale politiek vergroten,
zoals het intensiveren van wijk- en werkbezoeken door de raad, het
instellen van een raadsspreekuur, het organiseren van een politieke
markt of het instellen van een initiatiefrecht voor burgers. Veel
gemeenten hebben hier al een start mee gemaakt, en - zoals het
onderzoek laat zien - met succes. Door de externe oriëntatie te
versterken kunnen de interne veranderingen die met dualisering beoogd
worden, meer kracht en betekenis krijgen.
Raadsleden merken dat de plaatselijke samenleving door dualisering
meer belang is gaan toekennen aan de raad, waardoor zij vaker dan
voorheen door individuele burgers en organisaties worden benaderd met
vragen, wensen en problemen. Omgekeerd doen raadsleden meer om bij
burgers en organisaties te informeren wat er in de gemeente leeft en
speelt. Dit legt een groter tijdsbeslag op het raadswerk. Verder
dienen raadsleden over een breder palet aan kwaliteiten te beschikken.
Raads- en commissievergaderingen worden gezamenlijk in de fractie
voorbereid, maar tijdens bijeenkomsten in buurtcentra of gesprekken
met belangenverenigingen staan raadsleden er meestal alleen voor. Dat
vraagt veel van het aanpassings- en handelingsvermogen van raadsleden.
Het is daarom van belang dat er meer aandacht komt voor training en
scholing van raadsleden. Tot slot dient te worden nagedacht over de
wijze waarop raadsleden bij hun externe contacten kunnen worden
ondersteund door de raadsgriffie. Griffies hebben in veel gemeenten
voor raadsleden een belangrijke stimulerende en ondersteunende rol
gespeeld bij het ontwikkelen en onderhouden van contacten met burgers
en organisaties. Dit heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de
versterking van de vertegenwoordigende rol van raadsleden. Die
bijdrage van de griffie zal ook in de toekomst nodig zijn, al dient
ervoor te worden gewaakt dat dit de eigen verantwoordelijkheid van
politieke partijen en raadsfracties voor het onderhouden van externe
contacten gaat ondermijnen.
Burgers verschillen sterk in hun verwachtingen over wat de overheid
voor hen kan betekenen en in hun opvattingen over hoe de overheid zou
moeten functioneren. Om de lokale politiek herkenbaarder en
toegankelijker te kunnen maken zoals met dualisering wordt beoogd is
het dus van belang dat wordt aangesloten bij de pluriforme
belevingswereld de burger.
Burgers kunnen aan de hand van hun houding ten aanzien van de
overheid worden onderverdeeld in vier verschillende
burgerschapsstijlen. Iedere groep burgers beschouwt het functioneren
van de lokale democratie op een andere wijze en dient derhalve op een
andere manier en met een andere boodschap te worden benaderd.
Buitenstaanders met hun geringe betrokkenheid en hun negatieve oordeel
over de lokale democratie, kunnen het best op een directe en
confronterende manier worden benaderd, waarbij de noodzakelijkheid van
politieke afwegingen wordt benadrukt. Plichtsgetrouwe burgers die wat
meer betrokken zijn maar die door hun geringe kennis van
besluitvormingsprocessen hier wat cynisch over oordelen, kunnen juist
beter benaderd worden op een manier waarbij complexe maatregelen
worden vertaald naar hun concrete leefsituatie. Pragmatische burgers
zijn assertief, betrekkelijk positief over de lokale democratie maar
nauwelijks politiek betrokken. Deze groep kan juist het best worden
benaderd door hen aan te spreken op hun directe belang en hun
expertise. De laatste groep verantwoordelijke burgers is politiek
betrokken en actief en daarom gemakkelijk te benaderen met een open
uitnodigende opstelling.
De volledige lijst van bevindingen een bevelingen (word)
Het jaarbericht (pdf)
Zie het origineel
Vereniging Nederlandse Gemeenten