VNG

Gemeenten bezuinigen creatief op personeel

Uit recent onderzoek naar de beleidsvoornemens bij gemeenten wordt een kentering zichtbaar. Gemeenten bezuinigen dit jaar door fors te snijden in de eigen organisatie. Verwacht wordt dat de sector dit jaar met 5000 formatieplaatsen zal inkrimpen. Het zijn vooral de middelgrote en grote gemeenten die hun formatie terugbrengen. Door flexibele en creatieve oplossingen slagen gemeenten er in te bezuinigen op de arbeidskosten en tegelijkertijd gedwongen ontslagen te voorkomen. Dit blijkt uit een onderzoek van het A+O fonds Gemeenten.

De bezuinigingen die het Rijk doorvoert werken fors door in de begroting van gemeenten. Doordat de bevolking ieder jaar groeit, is een jaarlijkse lichte groei van deze uitkering nodig om de gemeentelijke dienstverlening aan de burgers op peil te kunnen houden. Desondanks is de uitkering die gemeenten van het Rijk ontvangen vorig jaar in reële termen omlaag gegaan.
Dit dwingt gemeenten tot bezuinigen. Waar dat in eerdere jaren nog met de kaasschaaf kon, is dit jaar voor het eerst ook sprake is van een forse vermindering van het aantal arbeidsplaatsen. Bij de invulling van bezuinigingen kiezen gemeenten vaak voor vacaturestops, samenwerking met andere gemeenten of het afstoten van taken. Gedwongen ontslag komt bijna niet voor. Ook het stimuleren van vervroegd pensioen komt relatief weinig voor. Dat zou immers neerkomen op het financieren van inactiviteit.
Het werk dat blijft liggen wordt in veel gemeenten opgevangen door flexibel om te gaan met het zittend personeel. Een populaire oplossing is urenuitbreiding. Sinds 2000 is het mogelijk in de sector gemeenten om op vrijwillige basis 40 uur te werken. Deze keuze wordt steeds voor een jaar gemaakt. Het aantal gemeenten dat hierover afspraken maakt met medewerkers is fors gestegen, naar bijna 30% in 2003. Gemeenten bouwen hiermee de flexibiliteit in waarmee ze hun taken kunnen uitvoeren zonder extra mensen te hoeven aannemen.

Het terugbrengen van de formatie komt vooral voor bij middelgrote en grote gemeenten. Voor kleine gemeenten geldt dat zij nauwelijks nog kunnen bezuinigen door het aantal formatieplaatsen terug te brengen. De formaties van de kleine gemeenten zijn al geruime tijd geleden tot het absolute minimum gereduceerd.

Den Haag, 11 maart 2005