Den Haag, 14 maart 2005
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1.
Hebt u kennisgenomen van de oratie van hoogleraar verloskunde en prenatale geneeskunde Steegers? 1
2.
Wat vindt u van de gegevens die hij noemt, namelijk dat jaarlijks in Nederland zo n 140 allochtone baby s te veel sterven en dat de sterfte onder allochtone baby s (16,2 per duizend), bijna anderhalf keer zo hoog is als de gemiddelde babysterfte in Nederland?
3.
Hoe verhouden deze gegevens zich tot uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen 2 waarin u niet kon aangeven of de kindersterfte onder allochtone kinderen hoger is dan onder autochtone kinderen?
4.
Wat is uw mening over de in het artikel genoemde oorzaken van de hoge sterfte onder allochtone baby s?
5.
Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen over sterfte onder allochtone zuigelingen? Kunt u precies aangeven welke maatregelen er vanaf die tijd vanuit uw departement zijn genomen om de zuigelingensterfte terug te dringen? Kunt u, als er geen specifieke maatregelen zijn genomen precies aangeven waarom dat niet is gebeurd?
6.
Wat is de stand van zaken van het onderzoek dat u het RIVM heeft laten doen naar de determinanten van perinatale sterfte, de perinatale zorg en de preventie? Waarom is de eerste voortgangsrapportage niet in december 2004 naar de Kamer gestuurd zoals u in november 2004 aan de Kamer heeft toegezegd? 3
7.
Bent u op de hoogte van de risico s die allochtone vrouwen lopen bij zwangerschap, zoals verhoogde kans op aangeboren afwijkingen, het vaker voorkomen van een levensbedreigende, erfelijke vorm van bloedarmoede? Bent u op de hoogte van het feit dat allochtone vrouwen zich vaak te laat melden voor prenataal onderzoek? Zo ja, Wat moet er volgens u gedaan worden om deze vrouwen een adequate verloskundige zorg te bieden en ze tijdig te bereiken?
Z.O.Z.
8.
Deelt u de mening dat de overgrote meerderheid van allochtone vrouwen bij het krijgen van kinderen jonger is dan 35 jaar en dus niet in aanmerking komt voor prenatale screening? Bent u het met de stelling eens dat met het onthouden van een prenatale test aan allochtone vrouwen, deze vrouwen emotioneel en fysiek worden geconfronteerd met situaties waar zij als zij de keuze hadden, andere keuzes hadden gemaakt? Bent u van mening dat ditzelfde geldt voor autochtone vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep? Zo ja, waarom. Zo nee, welke oorzaken ziet u hiervoor en hoe wilt u deze ongelijkheid oplossen?
9.
Deelt u de mening dat de verloskundige zorg voor vrouwen in achterstandswijken cruciaal is en dat deze zorg anders moet worden georganiseerd?
10.
Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen 4 over de grote capaciteitsproblemen in de verloskundige zorg in achterstandwijken en dat de verloskundige zorg in deze wijken niet meer te garanderen was? Deelt u de mening dat verloskundigen evenals huisartsen ((en)) zoals het CTG (College Tarieven Gezondheidszorg) heeft geadviseerd een achterstandstarief dienen te krijgen?
11.
Herinnert u zich de vragen over de moedersterfte onder allochtone vrouwen 5? Bent u bereid het door uw voorganger eerder toegezegde onderzoek naar de diepere oorzaak van moedersterfte onder allochtone vrouwen alsnog in de prioriteitsstelling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg te laten opnemen?
12.
Wat is uw mening over het voorstel tot het oprichten van geboortecentra waar vrouwen kunnen bevallen en alle zorg aan zwangeren wordt gebundeld? Bent u de bereid de motie Arib 6 waarin een soortgelijk voorstel is gedaan alsnog uit te voeren? Zo nee, kunt u precies aangeven waarom niet?
___________________________________________________________________________1. NRC-Handelsblad d.d. 11 maart jl.;
2. Aanhangsel Handelingen, nr.365, Vergaderjaar 1998-1999
3. Aanhangsel Handelingen, nr 29323, Vergaderjaar 2003-2004
4. Aanhangsel Handelingen, nr 779, Vergaderjaar 2002-2004
5. Aanhangsel Handelingen, nr 16, Vergaderjaar 2003-2004
6. Aanhangsel Handelingen, nr 28 000 XVI, nr. 51, Vergaderjaar 2001-2002
Partij van de Arbeid