Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


./. Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris, het verslag van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken, onderdeel werkgelegenheid en sociaal beleid, welke op 3 maart jl. heeft vergaderd.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Bijlagen:
Verslag van de Raad WSBVC van 3 maart 2005, onderdeel werkgelegenheid en sociaal beleid.

Bijlage 1: Verslag van de Raad WSBVC van 3 maart 2005, onderdeel
werkgelegenheid en sociaal beleid

Samenvatting:

De Raad stelde eigen 'key messages' vast voor de Voorjaars Top. Het Luxemburgse voorzitterschap gaf hierbij gehoor aan de wens van een groot aantal lidstaten om sociale insluiting ook integraal op te nemen als hoofddoelstelling van de nieuwe strategie. De eerste alinea van het key message paper is in deze richting aangepast. De focus op groei en werkgelegenheid is in een nieuwe versie verdwenen. De Raad steunt de verdere stroomlijning van de procedures, zolang de OMC-methode op sociaal terrein maar behouden blijft.

Op het communautair programma "Progress" werd een partieel politiek akkoord bereikt en op een wijziging van verordening 1408/71 (diverse wijzigingen
2004) werd eveneens een akkoord bereikt.


Ø Voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad

Hierbij vond een discussie plaats gericht op de aanname van een `key meassages paper' opgesteld door het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het Comité voor sociale bescherming (SPC). Ten grondslag aan deze opinie lagen:

· Mededeling voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad: Samen werken aan groei en werkgelegenheid - Een nieuwe impuls voor de strategie van Lissabon
· Mededeling van de Commissie: De sociale agenda

· Europese werkgelegenheidsstrategie

· Ontwerp gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie
· Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de gelijkheid van vrouwen en mannen 2005

De voorzitter gaf tijdens de inleiding van dit agendapunt aan dat er voor beide betrokken comités (SPC en EMCO) nieuwe voorzitters zijn benoemd, respectievelijk Tom Mulherin en Maarten Camps. De voorzitter sprak lovende woorden uit de `key messages paper' van beide comités
De Commissie gaf een korte introductie van de mededeling voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad en de Sociale Beleidsagenda. De Commissie kenschetste het laatste document als de agenda voor de werkzaamheden van de Commissie op sociaal en werkgelegenheidsbeleid tot 2010.
De voorzitters van beide comités gaven een korte toelichting op het voorliggende `key messages paper'. De voorzitter van het SPC gaf aan dat de discussie in dit comité moeizaam was verlopen. Een grote meerderheid van de lidstaten had tijdens de bespreking in het SPC aangegeven van mening te zijn dat het bevorderen van sociale cohesie een integrale doelstelling van de Lissabonstrategie moet blijven.

Tijdens de daaropvolgende discussie in de Raad gaf eenderde van de lidstaten aan, conform de wens van het SPC, dat sociaal beleid een gelijkwaardige rol diende te krijgen binnen de doelstellingen van de nieuwe Lissabonstrategie. Enkele lidstaten merkte hierbij op dat met de referenda voor de boeg, lidstaten het zich politiek niet konden permitteren sociaal beleid een ondergeschoven positie te geven. Doel moest zijn om alle EU-burgers op gelijke wijze te laten profiteren van groei en werkgelegenheid. Deze lidstaten stelden voor om het `key message paper' in deze richting aan te passen.

2

Een iets gematigder interventie kwam van een achttal andere lidstaten. Deze steunden de focus op groei en werkgelegenheid, maar maakten duidelijk dat sociaal beleid en milieu een eigen plaats moest krijgen binnen de Lissabonstrategie.
De andere lidstaten steunden de Commissie mededeling en het `key messages paper' zoals dat voorlag voor de Raad. Nederland intervenieerde langs de lijnen van het kabinetsstandpunt betreffende de Europese Raad. Focus op groei en werkgelegenheid betekende zeker niet dat sociaal beleid en milieu daarmee ondergeschoven worden. Sociale cohesie en een gezonde leefomgeving dragen immers bij aan het realiseren van duurzame groei voor huidige en toekomstige generaties.

Aangaande de Commissievoorstellen voor de stroomlijning van procedures waren de lidstaten meer eensgezind. Steun was er voor het opstellen van één nationaal actieprogramma Lissabon. Veel lidstaten drongen erop aan dat de Raad WSBVC voortouw heeft bij de vaststelling van werkgelegenheidsrichtsnoeren die onderdeel gaan uitmaken van het nieuwe integrale pakket richtsnoeren. Een grote groep van lidstaten drong erop aan op een voortzetting van de bestaande methoden van open coördinatie voor sociale insluiting, omdat deze vorm van samenwerking heeft bewezen een meerwaarde te hebben.

De lidstaten waren zeer positief over de Commissiemededeling betreffende de Sociale Agenda. In de mededeling was, volgens de lidstaten, een goede balans gevonden tussen doelstellingen en instrumenten. Nederland vroeg tijdens de interventie expliciet aandacht voor een verdere vereenvoudiging van EU-regelgeving met het oog op het verlichten van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven, bijvoorbeeld op het terrein van arbeidsomstandigheden. Nederland gaf ook aan zeer belangstellend te zijn voor de invulling die de Commissie wenst te geven aan de voornemens om te komen tot transnationale overeenkomsten tussen sociale partners. Een aantal lidstaten gaf aan het opheffen van alle beperkingen op het vrij verkeer van werknemers als belangrijkste daad in het Europees jaar van de mobiliteit in 2006.

De voorzitter concludeerde dat de Raad kon instemmen met het Gezamenlijk Verslag voor de Werkgelegenheid, inclusief de bijlagen met landenfiches en het Gezamenlijk Verslag over de insluiting.
Gehoord hebbende de discussie is de Raad stelde de voorzitter voor om de eerste alinea van het 'key message paper' zodanig te wijzigen dat de focus op groei en werkgelegenheid uit de aanhef verdwijnt.
Procedureel gaf de voorzitter aan dat een samenvatting van het debat in de Raad en een integraal kopie van het 'key message paper' per brief aan de Voorzitter van de Europese Raad zal worden gezonden.


Ø Voorbereiding van de tripartiete sociale top

De voorzitter gaf aan dat hij, tijdens de Tripartiete Top op 22 maart, verslag zal uitbrengen van het debat in deze Raad betreffende de voorbereiding van de Europese Raad.


3


Ø Werkprogramma van het Comité voor de werkgelegenheid 2005

Ø Werkprogramma van het Comité voor sociale bescherming 2005

Beide voorzitters van de comités gaven een korte toelichting op de werkprogramma's van beide comités. Beide gaven daarbij aan dat, op basis van de besluitvorming tijdens de Europese Raad op 22 en 23 maart, de werkprogramma's nog zouden kunnen wijzigen. Het komende jaar zal het EMCO naast deze reguliere werkzaamheden een aantal specifieke thema's behandelen waaronder migratie, werkgelegenheid en milieu. Daarnaast zal het al voorbereidingen treffen voor de evaluatie van de werkgelegenheidsstrategie in 2006. De belangrijkste activiteiten van het SPC zijn het analyseren van de landenrapportages over gezondheidszorg en langdurige zorg; een implementatierapport (door de EU 15) over het Nationale Actieplan sociale insluiting en updates voor de strategie in 2005 en 2006; en het nationale strategierapport pensioenen. Ook staat de evaluatie van de methode van open coördinatie op de agenda.
De Raad nam kennis van beide werkprogramma's.


Ø Sociale dimensie van de globalisering

De voorzitter gaf een korte toelichting waarbij in het bijzonder de leidende rol die de IAO bij het thema Sociale Dimensie van Globalisering dient te spelen aan de orde kwam. Tevens gaf hij aan dat ook andere internationale organisaties een bijdrage zullen moeten leveren. Dit zou eindelijk moeten leiden tot een "gouvernance mondiale", met als doel de voordelen verbonden aan globalisering, meer dan nu het geval is, op een evenwichtiger wijze te verdelen. De Raad ging akkoord met de voorliggende tekst, waarbij de Commissie werd verzocht regelmatig over de voortgang te rapporteren.


Ø Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (PROGRESS)

In afwachting van een akkoord over de financiële perspectieven maakte artikel 17 (het financiële hoofdstuk) geen onderdeel uit van het gedeeltelijk gemeenschappelijk standpunt. De voorzitter prees lidstaten in de voortvarendheid waarmee op dit dossier is gewerkt en concludeerde dat een akkoord was bereikt.


Ø Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd

Voor lag een document van het voorzitterschap dat als doel had een eerste analyse te presenteren van de redenen die lidstaten er toe brengt te pleiten voor een opt out. De voorzitter gaf aan dat het voorzitterschap in deze fase een begrip tussen de lidstaten tracht te creëren waardoor elementen voor een oplossing op tafel komen. Hierbij werd door hem opgemerkt dat ook het Europees Parlement, als medewetgever, ook nog bezig is met een discussie en vermoedelijk in mei een advies zal afgeven. Het is, naar de mening van het voorzitterschap, in deze fase waarin in diverse lidstaten referenda over de grondwet worden georganiseerd ook verstandiger om alleen de technische aspecten van dit dossier te bezien.


4

De voorzitter gaf aan om voor de volgende Raad met nieuwe suggesties te zullen komen voor een oplossing van het probleem van de opt out. Het voorzitterschap wil proberen tot een akkoord te komen tijdens deze Raad.
Aan het eind van de presentatie van het voorzitterschapsdocument verzocht de voorzitter de lidstaten om op dit moment niet te interveniëren en alleen nota te nemen van het voorliggende document. De Raad ging hiermee akkoord.


Ø Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (Diverse wijzigingen 2004)

De Raad stemde in met een algemene oriëntatie over de tekst.


Ø Studie van het Comité voor sociale bescherming over particuliere pensioenregelingen

Tijdens zijn inleiding over de studie wees de voorzitter van het SPC er op dat de kennis en ervaring opgedaan rond aanvullende pensioenstelsels van nut zal zijn c.q. ingebracht zal worden bij de nieuwe cyclus van de NAP's pensioenen. Doel van de studie was om op systematische wijze informatie te verkrijgen over de huidige en eventueel toekomstige rol van private pensioenen in de verschillende lidstaten. De pensioenstelsels in verschillende lidstaten zijn zeer divers. Daarom zijn in het onderzoek meegenomen: de op wet gebaseerde (eerste pijler) pensioenen maar dan kapitaalgedekt en door private instanties geleid, de arbeidspensioenen (tweede pijler) en de individuele pensioenvoorzieningen (derde pijler). Hoewel de private pensioenvoorzieningen worden gezien als een aanvulling in de toekomstige pensioenstelsels, blijft in veel lidstaten de dekking van dergelijke voorzieningen onder de helft van de actieve beroepsbevolking. De bijdrage van private pensioenen aan het inkomen van de gepensioneerde zal ook in de toekomst lager blijven dan dat van de publiekgeleide "pay-as-you-go-pensioenen". In de studie staat dat een privaat pensioen niet dé oplossing voor de vergrijzing, maar wel belangrijk voor het opvullen van de gaten die ontstaan doordat in de publieke pensioenen gesneden wordt om ze betaalbaar te houden.
De Raad nam kennis van de studie.


Ø Diversen

o Groenboek over het beheer van de economische migratie: een EU-aanpak

Enkele lidstaten merkten op dat het Groenboek ook belangrijk was aangaande arbeidsmarkt en de sociale gevolgen. Deze lidstaten verzochten het voorzitterschap erom dit onderwerp op de agenda van de eerstvolgende Raad te zetten. Enkele lidstaten gaven daarbij aan dat ook de overgangsmaatregelen betreffende het vrij verkeer van personen hierbij ook aan de orde zou moeten komen.