European Union

ECA/05/02

Luxemburg, 15 maart 2005

Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende speciaal verslag nr. 9/2004 over bosbouwmaatregelen in het kader van het plattelandsontwikkelingsbeleid

Van het grondgebied van de Europese Unie bestaat 136 miljoen ha (36 %) uit bossen en bosgebieden. Bosbouw en daarmee samenhangende bedrijvigheid verschaffen werk aan 2,6 miljoen mensen. Bossen en bosgebieden leveren belangrijke voordelen voor het milieu op, zoals het behoud van fauna en flora en bescherming tegen bodemerosie.

Hoewel bosbouw in de Verdragen nauwelijks aan de orde komt, bestaat er al sinds 1964 EU-steun voor de bosbouw. In 1998 stippelde de Raad een bosbouwstrategie voor de EU uit op basis van twee grondbeginselen: a) bosbeheer moet duurzaam zijn en b) bossen zijn multifunctioneel (vervullen een ecologische, economische en sociale functie). Sinds 2000 worden de bosbouwmaatregelen, die in twee categorieën zijn ingedeeld, bebossing en andere bosbouwmaatregelen, gefinancierd uit de middelen voor plattelandsontwikkeling. Voor de periode 2000-2006 is 4,7 miljard euro aan EU-uitgaven voor bosbouw uitgetrokken, de helft voor bebossing van landbouwgrond en de helft voor andere bosbouwmaatregelen.

De Rekenkamer ging na of de bosbouwmaatregelen zijn gebaseerd op bosbouwprogramma's of gelijkwaardige instrumenten; hoe de maatregelen werden geprogrammeerd en gefinancierd; hoe ze werden uitgevoerd en welk effect ze sorteerden.

De voornaamste opmerkingen zijn:
* De (hoofdzakelijk economische, ecologische en sociale) doelstellingen van de bosbouwstrategie van de EU zijn vaak tegenstrijdig. Bij gebreke van een gemeenschappelijke definitie van het begrip "bos", kan moeilijk worden nagegaan in hoeverre de doelstelling is bereikt. Bovendien is de verantwoordelijkheid voor de beoordeling in hoeverre de gefinancierde projecten bijdragen tot het welslagen van de EU-strategie niet duidelijk toegewezen.
* Sinds 2000 moeten de lidstaten hun bosbouwmaatregelen baseren op nationale of subnationale bosbouwprogramma's. Deze zijn echter niet altijd voorhanden, en wanneer ze bestaan, lopen ze inhoudelijk sterk uiteen. Waar geen bosprogramma's bestonden aanvaardde de Commissie plannen voor plattelandsontwikkeling (PPO's) en operationele programma's (OP's) als gelijkwaardig aan de nationale programma's. Maar de beoordeling daarvan werd beïnvloed door de interne organisatie van de Commissie zelf en door tijdsdruk. De informatie van de Commissie over bosbouwmaatregelen in de lidstaten is nog steeds onvolledig.
* Het bestaande systeem voor de uitvoering van bosbouwmaatregelen is ingewikkeld. Dit levert zowel de beherende autoriteiten als de begunstigden moeilijkheden op.

* In de uitvoering van de bosbouwmaatregelen werden een aantal gebreken geconstateerd, zoals uiteenlopende interpretaties inzake de prioriteiten bij de selectie van te bebossen grond, onduidelijke criteria voor de selectie van projecten en onbevredigende regels voor de besluitvorming over steunverlening op basis van grondgebruik, inkomensderving en de vraag of de begunstigden landbouwers waren.

* Wanneer de bebossing door gemeenten wordt uitgevoerd, ontvangen deze geen steun voor het verzorgen van zaailingen en jonge aanplant. Omdat sommige van deze lokale autoriteiten beweerden, wellicht niet over de nodige financiële middelen te zullen beschikken, dreigen projecten waarnaar veel EU-steun is gegaan, na enige jaren te mislukken.

* Uitbreiding van bosgebieden door gesubsidieerde bebossing van landbouwgrond is zeer duur, voornamelijk wegens de compensatie van de inkomensderving van de landbouwers gedurende 20 jaar. Bovendien is er niet bijster veel bereikt, en had het goedkoper gekund.

De Rekenkamer beveelt aan, diverse aspecten van de steunregeling opnieuw te bekijken. De Commissie moet met name opnieuw bezien hoe de bosbouwmaatregel doelgerichter en tegen geringere kosten voor de EU-begroting kan worden ingezet, waarbij rekening wordt gehouden met de verschuivingen in de behoeften van de bevolking en met het feit dat het accent in de communautaire regelgeving thans op duurzame voordelen voor het milieu ligt.

Speciaal verslag nr. 9/2004 : http://www.eca.eu.int/audit_reports/special_reports/docs/2005/rs09_04n l.pdf

---

Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar internetsite (http://www.eca.eu.int) en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, verschijnen.