Landelijke Studenten Vakbond



Voorlopige informatie uit onderzoek Hogeschool InHolland : Samenvatting / Algemeen beeld

Disclaimer: Het gaat om voorlopige resultaten uit het LSVb-onderzoek naar InHolland. Eind april zullen nieuwe resultaten verschijnen.

Over het onderzoek

Vraagstelling van het onderzoek:
In hoeverre voelen studenten op InHolland zich persoonlijk benaderd?

Aanleiding voor het onderzoek:
Er is een groot aantal klachten bij de LSVb Studentenlijn binnengekomen over de begeleiding en de contacten op InHolland. Daarom doen wij dit onderzoek naar de tevredenheid van studenten op InHolland.

InHolland benadrukt dat haar studenten persoonlijk worden begeleid. Het promotie- en voorlichtingsmateriaal schept het beeld van uitstekende persoonlijke aandacht en begeleiding van de 41.000 studenten op InHolland. Het onderzoeksbureau van de LSVb heeft naar aanleiding van de grote hoeveelheid klachten het verschil tussen beeld en werkelijkheid onderzocht.

Concreet is de tevredenheid van studenten wat betreft de persoonlijke begeleiding en aandacht van docenten, studieadviseurs en studieloopbaanbegeleiders (mentoren) onderzocht.

De steekproef
Voor dit onderzoek naar de mate waarin studenten aan de Hogeschool InHolland zich persoonlijk benaderd voelen, zijn studenten van InHolland geënquêteerd, vooral in februari 2005.

Over de persoonlijke benadering van InHolland

Hoe loopt het contact met de docenten?

39 % van de ondervraagde studenten vindt niet dat de docenten op InHolland voldoende aandacht hebben voor persoonlijke omstandigheden, tegenover slechts 18 % die dat wél vindt.

Hoe loopt het contact met de studieadviseur?

Slechts 13 % van de ondervraagden heeft tijdens zijn of haar studie een studieadviseur gesproken. Hoewel de studenten over het algemeen tevreden zijn met hun studieadviseur, blijkt ook dat een grote meerderheid van de geïnterviewden nog nooit contact met deze persoon heeft gehad. En dat weerspreekt duidelijk het beeld van persoonlijke begeleiding, tenminste door de studieadviseur.

Hoe loopt het contact met de studiebegeleider (mentor)?

Van de geïnterviewde studenten heeft 84 % contact met de mentor gehad, 16 % hebben dit contact nog nooit gehad.

17 % van de respondenten die contact heeft gehad met de mentor, vindt niet dat ze hun verhaal goed kwijt kunnen. 38 % van de studenten vindt niet dat de mentor na het gesprek voldoende afweet van de situatie van de student.

Verstrekken van informatie door de mentor wordt door 17 % met slecht, door 47 % met neutraal, en door slechts 21 % met goed beoordeeld.

Hoe staat het met andere aspecten van persoonlijke begeleiding?

Op de vraag of men wel eens met een functionaris van InHolland een persoonlijke leerweg of persoonlijk ontwikkelingsplan had uitgestippeld, antwoordde 96 % met `nee' en slechts 4 % met `ja'.

De geïnterviewden werd gevraagd in hoeverre zij zich persoonlijk benaderd voelen door InHolland. 11 % antwoordde `totaal niet', 45 % `niet echt', 23 % `neutraal'. Slechts 21 % van de ondervraagden voelde zich `redelijk persoonlijk' benaderd door InHolland. Niemand voelde zich heel persoonlijk benaderd.

Heel duidelijk kwam uit het onderzoek tot nu toe naar voren dat de respondenten ontevreden zijn met de organisatie en de administratie van het onderwijs op InHolland. Uit het onderzoek is gebleken dat studenten op InHolland vaak te maken hebben met lesuitval. Cijfers van vakken of tentamens komen regelmatig te laat binnen. De respondenten vinden dat de organisatie van bepaalde opleidingen (zoals bijvoorbeeld Communicatie, SJD en SPH) slecht is en dat de verantwoordelijkheden onduidelijk zijn verdeeld. Het is voor studenten moeilijk om correcte informatie wat betreft de voortgang en opbouw van hun studie te achterhalen.
Ook zijn er klachten met betrekking tot de slechte bereikbaarheid van docenten (op bijvoorbeeld PABO en MER) of over docenten die van baan veranderen in verband met organisatorische herstructureringen. Tevens kwam bij sommige respondenten ontevredenheid naar voren over de vakbekwaamheid van bepaalde docenten. Met name betrof dat de gebrekkige talenkennis van docenten in het Engelstalige onderwijs. Respondenten gaven tevens aan dat, hoewel de facilitaire voorzieningen uitstekend zijn, er met enige regelmaat problemen voorkomen met de ICT-voorzieningen.