Praktijkonderzoek Veehouderij

Aver Heino zoekt optimale strategie voor het voeren van graan

Op Aver Heino loopt komende weken een voederproef om verschillende methoden voor het voeren van graan te vergelijken. Zo wordt verkend hoeveel mengvoer door graan kan worden vervangen voordat problemen ontstaan met pensverzuring. Daarbij wordt ook gekeken naar de verschillen tussen droog gemalen, droog geplet of vochtig ingekuild graan.

Krachtvoer telen op het eigen melkveebedrijf of in combinatie met akkerbouwers krijgt steeds meer belangstelling. Extensivering leidt ertoe dat er meer grond beschikbaar komt voor de teelt van krachtvoervervangers. In de biologische melkveehouderij wordt aangekocht krachtvoer duurder doordat vanaf augustus dit jaar het krachtvoer volledig uit biologisch geteelde grondstoffen moet bestaan. Diverse projecten met graan hebben al aangetoond dat er veel mogelijkheden zijn om granen toe te passen in de melkveehouderij. Melkveehouders zijn veelal enthousiast over de resultaten.

Fijn of grof volkoren?

Bewerking van graan is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het zetmeel uit de korrel beschikbaar komt voor de koe. Uit de praktijk komen regelmatig vragen over het bewerken en voeren van graan. Wat is het effect van de bewerking, malen of pletten, droog of inkuilen? En hoeveel kilo krachtvoer kun je vervangen door graan? Malen en pletten zijn de gangbare methoden van graan verwerken. Malen levert een fijner product dan pletten waardoor de vertering in de koe sneller verloopt. Dit vergroot de kans op pensverzuring. Daarentegen geeft malen bij inkuilen een grotere dichtheid waardoor het graan minder broeigevoelig is. Voor enkelvoudige voeding kan met pletten worden volstaan. Beide bewerkingsmethoden worden in de proef vergeleken. Geplette en gemalen tarwe wordt als droog graan gegeven. Aver Heino heeft vorig jaar zomergerst in een hard deegrijp stadium geoogst en na pletten ingekuild. In de proef wordt deze variant eveneens onderzocht. Het graan wordt deels aan het voerhek en deels in de krachtvoerbox gegeven.

Aver Heino zoekt de grenzen

Aan het begin van de proef w ordt2kggraangegeven.Vervolgenswordt de graangift verhoogd tot maximaal 6 kg per koe per dag. Graan vervangt daarmee krachtvoer. Eén proefgroep houdt de gehele periode een lage graangift van 2 kg, deze groep fungeert als controle. Graan heeft een hoog zetmeelgehalte en heeft daardoor een hoge energiewaarde. Graanzetmeel verteert snel in de pens van de koe. In de proef wordt naar een voerstrategie gezocht die problemen zoals pensverzuring kan voorkomen. Voeropname en melkproductie zijn hierbij belangrijke kenmerken. De voeropname is de eerste waarneming die iets zegt over het verteringsproces in de koe. Door de mest te scoren op vertering wordt inzicht verkregen in de vertering van het voer door de koe. Effecten van voeropname en vertering zien we terug in melkgift en melksamenstelling. Eerder onderzoek laat zien dat veel zetmeel een verandering veroorzaakt in de verhouding van vluchtige vetzuren in de pens. Dat resulteert vaak in een lager vetgehalte. De resultaten van de proef komen in de loop van de zomer beschikbaar.
---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 30-03-2005 08:38.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl