Verbond van Verzekeraars

Lijfrenteaftrek kan rechtvaardiger

De mogelijkheden van een werknemer en een ondernemer om een oudedagsvoorziening op te bouwen, lopen flink uiteen. Wie voor aanvullingen is aangewezen op een lijfrente, wordt stelselmatig achtergesteld. Zonder grote breuken met het verleden kan dat onderscheid echter worden opgelost, vindt een groep deskundigen op het terrein van de oudedagsvoorziening.

Er is de laatste jaren haast ongemerkt steeds meer ongelijkheid ontstaan tussen de tweede en derde pijler om een goed pensioen op te bouwen, zegt prof. dr. Gerry Dietvorst. De werknemer kan steeds meer in de tweede pijler, en de zelfstandige kan steeds minder in de derde pijler. Die ongelijkheid staat op gespannen voet met het uitgangspunt van de wet: gelijke monniken, gelijke kappen. Die situatie kan niet langer blijven voortbestaan, vinden de onderzoekers.

Pensioenregister
Idealiter zouden via een pensioenregister waarop ook de Belastingdienst is aangesloten, alle aanspraken snel overzichtelijk bij elkaar te brengen moeten zijn. Dan kan de Belastingdienst jaarlijks aangeven hoeveel lijfrentepremie iemand mag aftrekken om zijn pensioentekort aan te vullen. Maar zover is het nog niet. Een aanbeveling van de onderzoekers is dan ook om zo snel mogelijk dat pensioenregister te realiseren. Intussen moet de wetgever het lijfrenteregime aanpassen, omdat je die ongelijkheden niet kunt laten voortbestaan. Peter Harts, een van de andere onderzoekers: Om te beginnen moet de franchise (jaarruimte) voor lijfrente gelijk worden getrokken met die voor het werknemerspensioen. Belangrijk is voorts dat er geen grens in tijd en hoogte van het aftrekbare bedrag meer geldt, zodat er voor de ondernemer geen rechten verdampen zoals nu gebeurt. Ook moet de zogeheten stakingslijfrente voor de ondernemer gelijk worden getrokken met wat een werknemer kan krijgen als hij met pensioen gaat.

Algemene inhaalruimte
Harts: Verder stellen we een algemene inhaalruimte voor van 2.000 euro, omdat bekend is dat nagenoeg niemand de maximale fiscale ruimte gebruikt die hij heeft om zijn pensioen fiscaal gefaciliteerd op te bouwen. Dietvorst vult aan: Ik denk niet dat onze voorstellen leiden tot problemen voor de uitvoerders. Het wordt gemakkelijker vanwege die algemene inhaalruimte die we voorstellen. Niemand hoeft meer ingewikkeld te gaan zitten rekenen. Vrijwel iedereen heeft pakweg
1.500 euro aftrek. Daarom stellen wij voor: geef nu gewoon die 2.000 euro zolang we nog geen register hebben. Harts: En om te voorkomen dat mensen met een dijk van een pensioenregeling toch ieder jaar die
2.000 euro aftrekken, hebben we een bovenmatigheidstoets bedacht aan het einde van de rit.

Haalbaar?
Dietvorst: Het voordeel van onze aanpak is dat je de verschillende onderdelen los van elkaar kunt invoeren. Maar al zou je ze los van elkaar zien: elk onderdeel afzonderlijk zorgt al voor een verbetering. De onderzoekers hebben zich niet erg bekommerd om de politieke haalbaarheid. Dan kun je nooit iets schrijven. En hoe zit het met de budgettaire consequenties? Dietvorst: Tja. Momenteel leeft breed in de politiek het idee dat lijfrenten veel geld kosten. Dat is onzin. Ja, dit jaar kost het geld, maar het is investeren in de toekomst, omdat iedereen aan het eind van de rit moet afrekenen. Maar dat moment ligt te ver achter de politieke horizon van de meeste politici.

Reactie Verbond
Het Verbond onderschrijft de doelstellingen van het rapport, zoals een rechtvaardiger, eenvoudiger en beter uitvoerbare methode voor lijfrenten. Daarnaast pleit het Verbond voor het verruimen van de mogelijkheden pensioengaten aan te vullen via de derde pijler, omdat bijvoorbeeld pensioengaten door echtscheiding of tijdelijk parttime werken niet te repareren zijn. Het Verbond betwijfelt overigens wel of daar een pensioenregister voor nodig is. De eerste stap is dat de pensioenoverzichten van alle uitvoerders gelijk zijn. Het verruimen van de ruimte voor reparatie van pensioengaten is niet afhankelijk van een pensioenregeling. Ten slotte hoopt het Verbond dat het rapport een vervolg zal krijgen, ook in het kader van de komende evaluatie van het Belastingplan 2001.

Verzekerd!, maart 2005