Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer UB/2004/89302 333

Onderwerp Datum Contactpersoon IWI rapport "Toetsen van sollicitatieactiviteiten 30 maart 2005
in het kader van Werkloosheidswet"

Hierbij bied ik u aan het rapport van de Inspectie Werk en Inkomen met als titel "Toetsen van sollicitatieactiviteiten in het kader van Werkloosheidswet". In dit rapport heeft de inspectie onderzocht hoe het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) controleert of WW- cliënten de verplichting om passend werk te vinden nakomen.

De inspectie concludeert in het rapport dat:

· UWV de regelgeving die geldt voor de beoordeling van sollicitatieactiviteiten niet volledig uitvoert. UWV verricht primair een kwantitatieve toets op het aantal sollicitaties: een kwalitatieve beoordeling vindt veelal niet plaats;

· de huidige beleidsregels zo omvangrijk en gedetailleerd zijn dat een volledige uitvoering van de controle zeer tijdrovend en kostbaar zou zijn. UWV heeft naar het oordeel van de inspectie van de bevoegdheid om de beleidsregels aan te passen beperkt gebruik gemaakt;
· het positief is dat UWV op zoek gaat naar nieuwe procesinrichtingen die meer recht doen aan het principe werk boven inkomen. Desondanks is UWV er naar het oordeel van de inspectie nog niet in geslaagd de instructies en de praktijk op elkaar te laten aansluiten;
· de samenwerking tussen CWI en UWV verbeterd kan worden.

In het inspectierapport zijn de brieven van CWI en UWV met de reactie op dit onderzoek opgenomen. UWV onderschrijft in zijn brief het oordeel van de inspectie dat de controle op de sollicitatieactiviteiten en de samenwerking voor verbetering vatbaar zijn en geeft in de brief aan welke verbetermaatregelen -mede samen met CWI- reeds in gang zijn gezet. UWV meldt dat met CWI afspraken zijn gemaakt over een stroomlijning van de informatievoorziening, dat de reïntegratiecoaches die eind oktober 2005 worden ingevoerd een belangrijke controlerende taak krijgen op zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de door de klant verrichte sollicitatieactiviteiten en dat geëxperimenteerd wordt met methoden om een meer inhoudelijke (kwalitatieve) invulling aan de controle te geven. Een daarvan is de pilot `afschaffen van de werkbriefjes', waarbij beproefd wordt wat de ervaringen zijn voor zowel de klant als UWV met het insturen van een


2

inkomensverklaring bij een gewijzigde inkomstensituatie en de kwalitatieve controle op de sollicitatieactiviteiten. Daarnaast wordt een proef uitgevoerd waarbij UWV controleert welke sollicitaties door de werknemers zijn gedaan.
Met betrekking tot de constatering van de inspectie dat er geen uniforme wijze van controle plaatsvindt, meldt UWV dat sinds maart 2004 er sprake is van een uniforme uitvoering van de controle op de sollicitatieactiviteiten.

Ik ben van mening dat UWV de controle op de naleving van sollicitatieverplichtingen volledig moet uitvoeren. Ik heb dit aan UWV medegedeeld en UWV verzocht mij nader te informeren over de maatregelen die genomen zijn/worden ter verbetering van de controle op de naleving van de sollicitatieactiviteiten. Van UWV heb ik vernomen dat sinds 2003 stappen zijn gezet in de ontwikkeling naar een klantspecifieke kwalitatieve controle op de sollicitatieactiviteiten. UVW noemt in dat kader de reïntegratiecoaches (die een belangrijke rol krijgen bij het effectief begeleiden van mensen naar werk en bij de (kwantitatieve en kwalitatieve) controle op de naleving van de sollicitatieactiviteiten) en de twee experimenten die zijn gestart om het effect van een individuele aanpak gericht op het inhoudelijk bespreken van de uitgevoerde sollicitaties te toetsen. Ik ben van mening dat UWV belangrijke stappen zet in de omschakeling naar een kwalitatieve controle op de sollicitatieactiviteiten. UWV heeft toegezegd mij op de hoogte te houden van de ontwikkelingen met betrekking tot de realisatie van het kwalitatieve controleprogramma.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A. J. de Geus)