Inleiding bij de uitreiking van de Prijs voor de Agrarisch Ondernemer 2005
Inleiding door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, bij de uitreiking van de Prijs voor de Agrarisch
Ondernemer 2005, Amersfoort, 30 maart 2005.
Dames en heren,
Er bestaan natuurlijk tientallen definities van het begrip
'ondernemerschap', maar één van de fraaiste werd me onlangs aangereikt
door een succesvolle ondernemer. 'Ondernemerschap,' zo vertrouwde hij
mij toe, 'is een staat van voortdurende commerciële nervositeit.'
Daarmee wilde hij natuurlijk niet zeggen dat ondernemers - agrarisch
of niet - ongeneeslijke zenuwpezen zijn. Maar zijn definitie brengt
wel een belangrijke eigenschap van de ondernemer tot uitdrukking:
alertheid. Een goede ondernemer is altijd waakzaam - wat gebeurt er in
de markt, wat voert de concurrentie in zijn schild, welke nieuwe
kansen gloren er aan de horizon?
Dat beeld komt ook naar voren in een onderzoek dat het LEI heeft
uitgevoerd naar de persoonlijkheids- en ondernemerskenmerken van de
mannen en vrouwen die in de afgelopen jaren zijn genomineerd voor de
Prijs Agrarisch Ondernemer van het jaar. Gedrevenheid, breed denken,
een goede antenne voor wat er leeft in de samenleving: dat zijn de
karaktertrekken die een goed ondernemer kenmerken.
Vandaag wordt de Prijs Agrarisch Ondernemer voor de tiende keer
toegekend. Dat ik hem, op uitnodiging van het Agrarisch Dagblad,
zodadelijk mag uitreiken is mij een grote eer en genoegen. Ik zal u
niet met een eindeloos palaver in spanning houden; wel wil ik kort
ingaan op de verhouding tussen de ondernemer en de overheid.
Die verhouding is een paradoxale. Enerzijds heeft elke ondernemer de
overheid weleens vervloekt vanwege het ondoordringbare woud van regels
en voorschriften waardoor hij zich een weg moet banen.
Anderzijds verwachten ondernemers ook dat de overheid zich in
moeilijke tijden voor hen inspant. Verhitte geesten noemden dat in het
verleden nog wel eens het 'Van Leede-syndroom', naar de voormalige
werkgeversvoorman Cees van Leede die, zo was de perceptie, in zonnige
perioden de overheid op zo groot mogelijke afstand wilde houden; zodra
er echter een wolkje aan de horizon verscheen, eiste hij dat de
overheid een beschermende paraplu zou opsteken.
Dames en heren!
Volgens mij gaat het hierom: de overheid moet ondernemers ruimte
geven. Een taak die mij als oud-ondernemer na aan het hart ligt.
Die ruimte kunnen we creëren door het stimuleren van economische
ontwikkeling, onder andere door het bevorderen van innovatie. Maar ook
door het vereenvoudigen van regelgeving, het wegnemen van onnodige
belemmeringen, het verminderen van de administratieve lastendruk en
het eenvoudig toegankelijk maken van de beschikbare
overheidsinstrumenten voor ondernemers.
Laat ik als voorbeeld van dat laatste een korte schets geven van het
ondernemersprogramma van het ministerie van LNV. Daarin moeten
uiteindelijk alle ondernemersgerichte subsidieregelingen van LNV een
plaats krijgen.
Dat betekent dat over een paar jaar alle gegevens over
subsidiemogelijkheden, maar ook over toeslagrechten en het mestbeleid
via het internet toegankelijk zullen zijn. Daarmee komt het LNV-loket
bij u, de ondernemer, op het bureau.
Om de zaak nog eenvoudiger te maken komt er een 'modulair
subsidiekader'. Ik zal u niet vermoeien met de technische details,
maar gelooft u mij: daarmee kan ik een indrukwekkend aantal
subsidieregelingen vervangen. En omdat er sprake is van een directe
lijn tussen het nieuwe subsidiekader enerzijds en de Tweede Pijler van
het GLB en de Europese regels over landbouwstaatssteun anderzijds,
komen boer en Brussel dichter bij elkaar te staan.
Dat maakt het, om onze vrienden bij de Belastingdienst te
parafraseren, niet alleen makkelijker, maar ook een stuk leuker om met
subsidies te werken. Voor u en voor ons.
Dames en heren!
Er is nog een derde manier waarop de overheid ondernemerschap kan
bevorderen: via onderwijs en onderzoek. Als minister van 'groen'
onderwijs is mij er veel aan gelegen op dat terrein een paar flinke
stappen vooruit te zetten.
Er wordt in Nederland ongelooflijk veel en kwalitatief hoogstaand
landbouw-onderzoek gedaan. We moeten ervoor zorgen dat boeren en
tuinders zo snel mogelijk kennis kunnen nemen van de resultaten, zodat
ze die in hun dagelijkse ondernemerspraktijk kunnen toepassen. Ook
hier speelt het internet een cruciale rol.
In omgekeerde richting moet de agrarische bedrijfstak ook gestimuleerd
worden om met problemen naar de onderzoeksinstituten te gaan. Dus: zo
min mogelijk barrières op de weg naar Wageningen, financieel of
anderszins.
Misschien nog wel belangrijker is het stimuleren van het
ondernemerschap via het onderwijs. Dat gebeurt nu echt nog te weinig,
en het is mijn vaste voornemen daar op korte termijn verandering in te
brengen.
Het ontwikkelen van ondernemerskwaliteiten moet een vaste plaats
krijgen op de curricula van het 'groene' onderwijs. Dan gaat het om
allerlei praktische, onmisbare managementvaardigheden; dat spreekt
voor zich.
Maar het liefst zie ik dat de nadruk komt te liggen op die
ondernemerskenmerken waar we het zojuist over hadden: het kijken naar
en het beoordelen van ontwikkelingen in de samenleving, kansen in de
markt, het durven nemen van risico's, het Fingerspitzengefühl, de
'commerciële nervositeit' waar die bevriende ondernemer het over had.
Gelukkig concludeert het zojuist gesignaleerde LEI-onderzoek dat al
deze kwaliteiten zijn aan te leren.
Mag ik u daarbij om uw medewerking vragen? Het lijkt me een mooi idee
als de genomineerden en de prijswinnaars van vandaag en vorige jaren
eens op de 'groene' onderwijsinstellingen toestappen om de studenten
een lesje ondernemerschap te geven. Ze spreken tenslotte als
succesvolle ervaringsdeskundigen, met de Prijs Agrarisch Ondernemer
van het Jaar als bewijs dat ze hun sporen hebben verdiend.
Even mooi zou het zijn als deze ondernemers bij het ministerie van LNV
op de koffie zouden komen om mij en mijn ambtenaren in te wijden in de
geheimen van het ondernemerschap. Ik nodig ze van harte uit, want
dergelijke lessen mogen ook ons wel eens gelezen worden.
Dames en heren!
Ik heb de organisatie van deze middag beloofd te zullen spreken tot de
spanning in de zaal te snijden zou zijn. Volgens mij is dat moment nu
aangebroken.
Daarom ga ik nu met bekwame spoed over tot het openen van de envelop
met de naam van de winnaar van de Prijs Agrarisch Ondernemer 2005.
Ik verzeker u, ook voor mij is het een verrassing, want juryvoorzitter
Gerard Doornbos hield zelfs onder dreiging van derdegraads tortuur de
kaken stijf op elkaar.
De winnaar van de Prijs Agrarisch Ondernemer 2005 is: pootgoedteler
Marco en Jeanne Klaver uit Kraggenburg.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit