Algemene Onderwijsbond

29 maart 2005: Kabinet juicht te hard over extra geld voor kenniseconomie
Verhoging onderwijsuitgaven bedraagt minder dan 1 promille van het bbp Met de impuls voor onderwijs rukt Nederland op naar de Europese voorhoede op het gebied van innovatie schrijven de drie regeringspartijen CDA, D66 en VVD in het zaterdag afgesloten Paasakoord. Iets bescheidener had wel gemogen, oordeelt Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond. Met de extra structurele impuls stijgen de Nederlandse onderwijsuitgaven ten opzichte van het bruto binnenlands product nog niet eens 1 promille. Wie daarbij bedenkt dat andere Europese landen royaal meer uittrekken voor onderwijs kan toch niet
met droge ogen beweren dat we oprukken naar de voorhoede.

De Algemene Onderwijsbond pleit al jaren voor een structurele verhoging van de onderwijsuitgaven. Hoewel de regeringspartijen bij de start beloofden dat er extra geld voor onderwijs zou komen, werd er in werkelijkheid bezuinigd. Naast de 700 miljoen aan onderwijsinvesteringen werd er voor 1,2 miljard bezuinigd (onderwijssalarissen, achterstandenbeleid, incidentele loonontwikkeling,
subsidies) .
Nu komt er 250 miljoen euro structureel bij voor de groeiende deelnemersaantallen in het onderwijs. Onduidelijk is of dit bedrag geldt voor het hele onderwijs of alleen voor het hoger onderwijs. Voor de AOb is het namelijk vanzelfsprekend dat de leerlinggroei in basis-, voortgezet- en
middelbaar onderwijs gevolgen heeft voor de onderwijsuitgaven. De 250 miljoen euro extra komt trouwens neer op minder dan 1 promille stijging van de onderwijsuitgaven ten opzichte van het bruto binnenlands product. Daarmee belandt Nederland nog lang niet in de voorhoede van Europa, aldus Dresscher.
Het bedrag van 500 miljoen euro incidenteel verandert daar als eenmalige investering niet veel aan. De AOb is positief over de investeringsimpuls in het vmbo, al ontbreekt daar nog een concreet bedrag bij. Op voorhand extra geld uittrekken voor het innovatieplatform dat al over 185 miljoen euro beschikt lijkt de AOb voorbarig. Wat opnieuw ontbreekt is een duidelijk beleid om het leraarsberoep aantrekkelijker te maken. De voorspelling van het ministerie zelf dat in 2007 grote groepen leraren met pensioen gaan, vraagt nu al om extra maatregelen.

Onderwijsuitgaven ten opzichte van BBP (peil 2003)

Denemarken 7,0
België 6,4
Frankrijk 6,0
Oeso-gemiddeld 5,6
Engeland 5,5
Europa-gemiddeld 5,4
Duitsland 5,3
Nederland na paasakkoord 5,0*
Nederland voor paasakkoord 4,9
Ierland 4,5
(gegevens Oeso Education at a glance 2004, * schatting AOb op basis Oeso en CBS gegevens bbp)