Ministerie van VenW Directoraat-Generaal Luchtvaart

Eerste voortgangsrapportage over evaluatie van het Schipholbeleid aan de Kamer gestuurd

DGL, 4/1/2005

Op 1 april 2005 is de eerste voortgangsrapportage over de evaluatie van het Schipholbeleid aan de Kamer gestuurd. De staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geven met de voortgangsrapportage informatie over:


- het onderzoek naar de gelijkwaardige bescherming van omwonenden van Schiphol in de praktijk (motie Baarda)
- de onderzoeksagenda voor de effectiviteit van het beleid
- de uitvoering van overige onderdelen van het plan van aanpak voor de evaluatie van het Schipholbeleid.

Onderzoek naar de gelijkwaardige bescherming van omwonenden De berekeningen voor geluid, externe veiligheid en de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen laten zien dat in 2004 Schiphol ruim binnen de normen van de gelijkwaardige overgang is gebleven. De uitkomsten van het onderzoek zijn grotendeels te verklaren door het beleid om vliegtuigbewegingen te concentreren boven minder bevolkte gebieden, verbeterde vliegroutes, de ingebruikname van de Polderbaan en het stiller worden van de vliegtuigen.

Het onderzoek is de uitwerking van de motie Baarda c.s., die voor 20 februari 2006 moet zijn afgerond. Als blijkt dat de gelijkwaardigheid met de PKB niet bestaat zal de wet conform de motie worden aangepast. Definitieve conclusies over de gelijkwaardigheid tussen Schipholwet en PKB zijn op basis van het tussenrapport 2004 nog niet te trekken.

Onderzoeksagenda effectiviteit
Het Schipholbeleid heeft als doel de beheersing van de overlast en risico's voor omwonenden en de ontwikkeling van de mainport binnen de gestelde randvoorwaarden voor milieu en veiligheid. Om de effectiviteit van het beleid te bepalen wordt dit jaar verder onderzoek gedaan. De vraag daarbij is of de wet- en regelgeving er voor zorgen dat de overlast wordt beheerst en de mainport Schiphol zich kan ontwikkelen. Naast aandacht voor decibellen, risico's en luchtverontreinigende stoffen, zoals bijvoorbeeld het gelijkwaardigheidonderzoek oplevert, wordt in de evaluatie nadrukkelijk aandacht besteed aan de beleving door omwonenden. De beleving van de effecten van vliegverkeer hoeft immers niet gelijkt te zijn aan de wetenschappelijke vooronderstellingen daarover. Overlast door vliegverkeer is immers meer dan een optelsom van het aantal decibellen. De resultaten van het belevingsonderzoek worden opgenomen in het evaluatierapport over het Schipholbeleid dat het Kabinet in februari 2006 aan het parlement stuurt.

Uitvoering plan van aanpak

- Voor de onafhankelijke borging van de evaluatie is de Procescommissie onder voorzitterschap van prof. dr. W. Derksen van Ruimtelijk Planbureau geïnstalleerd.
- Iedereen kan meedoen door ervaringen of voorstellen voor verbetering in te dienen, dat kan tot 1 juli 2005 via de website voor de evaluatie www.evaluatieschipholbeleid.nl.
- De communicatie met betrokkenen vindt plaats via directe contacten, de website en een nieuwsbrief.