---

Brieven aan de Kamer
---

Uitvoering motie-Bakker over Twente

4-4-2005 17:04:00

In mijn brief van 6 september 2004 over de uitvoering van de motie-Bakker (Kamerstuk 29 200 X, nr. 37) over Twente heb ik geschreven dat het regieteam Feniks aan het einde van het jaar de resultaten van het vervolgoverleg over de beleidsagenda van Twente aan de bewindslieden zou rapporteren. Mede namens de ministers Dekker (VROM), Van der Hoeven (OCW), Hoogervorst (VWS) en Peijs (VenW), en de staatssecretarissen Van Gennip (EZ) en Schultz van Haegen (VenW) leg ik deze rapportage aan u voor. Nu de gemeenteraden in de regio en de Provinciale Staten van Overijssel zich hebben uitgesproken voor de voortzetting van de vliegbasis als civiele luchthaven, ga ik tevens in op deze plannen. Maar allereerst meld ik u het voornemen het nieuw op te richten Human Resources Management Service Centrum (HRM SC) van het ministerie van Defensie in Enschede te vestigen.

Human Resources Management Service Centrum Als uitvloeisel van de Bestuursvernieuwing bij Defensie wordt ook het personele functiegebied nieuw ingericht. Dat betekent onder andere de oprichting van een nieuw Human Resources Management Service Centrum (HRM SC), ter ondersteuning van bij de onderdelen werkende lijnmanagers, medewerkers en personeelsfunctionarissen. Dit nieuwe centrum, dat in het najaar van start gaat, telt in een eerste fase zon tweehonderd medewerkers. In latere fasen zal dit aantal met enkele honderden toenemen.

In het kader van de spreiding van defensie-activiteiten over het hele land heb ik het voornemen deze nieuwe dienst in Enschede te vestigen. De kantoorgebouwen op de vliegbasis lenen zich niet voor de huisvesting van het HRM SC. Maar de markt in Enschede biedt goede mogelijkheden om op korte termijn een kantoorpand te verwerven en geschikt te maken voor het HRM SC. Het is belangrijk dat deze essentiële schakel in de organisatie nog dit jaar kan beginnen. Bijkomend voordeel is dat Defensie op deze manier het verlies aan werkgelegenheid in de regio ten gevolge van de sluiting van de vliegbasis ten minste voor een deel kan goedmaken. Voor ondersteunende functies zoals legering wordt onderzocht of gebruik kan worden gemaakt van bestaande faciliteiten op kamp Holterhoek in Eibergen.

Over dit voornemen heb ik overleg gevoerd met bestuurders van de provincie Overijssel en de gemeente Enschede, die hierin goede mogelijkheden zien voor de lokale arbeidsmarkt en voor een relatie met het Kennispark Twente en de Universiteit Twente. Ik zal met de regionale besturen voorts overleggen over een Defensie-onderdeel van een veel bescheidener omvang dat mogelijk ook in de regio wordt gevestigd.

Nieuw Perspectief voor Twente In het bestuurlijk overleg van 3 september 2004 is afgesproken dat het rijk, in navolging van Twente, de krachten bundelt. Die krachtenbundeling komt tot uitdrukking in de coördinerende taak die enkele bewindslieden op zich hebben genomen: de minister van VROM voor het cluster van ruimtelijke ordening en mobiliteit, de minister van OCW voor zorg en technologie en de staatssecretaris van EZ voor vragen met betrekking tot Europese programmas.

Ruimte en mobiliteit Als vervolg op de Nota Ruimte bereidt de minister van VROM met Twente de Ruimtelijke ontwikkelingsagenda voor. Deze agenda bestrijkt een waaier van onderwerpen die de ruimtelijke opgaven van Netwerkstad Twente en de versterking van de regionale potenties van Twente betreffen. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de versterking van de grensoverschrijdende samenwerking met de twee partners in de stedendriehoek, Osnabrück en Münster. De minister van VROM heeft op 9 februari 2005 een gesprek gevoerd met de regio over de Ruimtelijke ontwikkelingsagenda. Afgesproken is dat de regio werkt aan een verdere concretisering en prioritering. In mei zal er een nader voorstel zijn van de regio, waarin via een meerjarenprogramma de verbindingen tussen de regionale onderwerpen en de Rijksagenda zullen zijn aangegeven. De motie-Sterk c.s. zal worden betrokken bij de uitwerking van deze agenda.

Eind vorig jaar heeft minister Dekker besloten 14 miljoen uit het budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) te investeren in het project Enschede Muziekkwartier. Dit centrum biedt ruimte aan onder meer het conservatorium, het Orkest van het Oosten en de Nationale Reisopera. Planologisch zorgt de realisatie van het Muziekkwartier voor een goede verbinding tussen het stationsgebied en het centrum van de stad. Ook het omliggende gebied wordt verbeterd, wat de ruimtelijke kwaliteit van de stad versterkt.

Op 21 december 2004 zijn de woningbouwafspraken van het ministerie van VROM met Twente getekend. Hiervoor is aan Twente uit het Budget Locatiegebonden Subsidies van VROM een bedrag toegekend van ca. 18 miljoen voor de toevoeging van 9.515 woningen aan de voorraad in de periode van 2005 tot en met 2009.

In het najaar van 2004 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat bestuurlijk overleg gevoerd met de verschillende landsdelen, waaronder landsdeel Oost, over het MIT. Hierin is overeenstemming bereikt over de oplossing van een knelpunt binnen het project N35 Nijverdal. Vanwege eisen met betrekking tot de tunnelveiligheid en de diepteligging van het tracé stelt het Rijk zich garant voor maximaal 13 miljoen. Na voltooiing van het project N35 Nijverdal zal een belangrijk knelpunt in de wegverbinding Enschede Zwolle zijn opgelost.

Reconstructie Minister Veerman heeft op 2 november 2004, mede namens de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat, het Reconstructieplan Salland Twente goedgekeurd. Op 1 december is het Reconstructieplan Overijssel getekend. Hierin worden prestaties en bedragen geprogrammeerd voor 2005 en 2006. Het rijk draagt hieraan 52 miljoen bij. Een substantieel deel daarvan is bestemd voor Noordoost en Zuidwest Twente. Vanaf 2007 zullen opnieuw aanzienlijke rijksinvesteringen voor het landelijk gebied worden geprogrammeerd, via het Investeringsbudget Landelijk Gebied.

Zorg en technologie Op 3 december 2004 is overleg gevoerd tussen het ministerie van OCW en de besturen van de universiteit Twente, de Saxion Hogescholen en het Medisch Spectrum Twente over de perspectieven voor de bestaande en de nieuwe Hoger Onderwijs-opleidingen op het gebied van de zorg en op het snijvlak van technologie en zorg. Ook zijn de mogelijkheden voor de ontwikkeling van virtuele klinische werkplaatsen verkend. De ambities van Twente krijgen mogelijk een plaats in de discussie over de beroepskolom, die de ministeries van OCW en SZW binnenkort in gang zetten. De Twentse instellingen zullen daarvoor binnenkort een verkennend beleidsdocument leveren.

In december 2004 heeft het ministerie van Economische Zaken in het kader van de gebiedsgerichte innovatiegelden voor zgn. "hotspotgebieden" ca. 1 miljoen toegekend aan twee projecten binnen de regio Oost met stevige Twentse inbreng.

ICT en zorg Het ministerie van VWS overlegt met betrokkenen uit Twente over de aanpak van het "IZIT-programma" (Innovatie van Zorg en Technologie in Twente). Dit programma omvat een set grondig uitgewerkte "business cases". Die bieden een goede basis om te bezien hoe ICT-initiatieven beter benut kunnen worden. Door technologische en organisatorische versnippering blijft de gewenste versnelling in innovatie in het publieke domein achterwege. Initiatieven moeten daarom van het lokale naar het landelijke niveau worden getild. Een van de aangrijpingspunten daartoe is de realisatie van een rendabele "business case". Aan de hand van de business case voor Twente zal een bijeenkomst worden georganiseerd om mogelijkheden voor innovatieve investeringsmodellen verder uit te werken. Hierbij zal ook gebruik worden gemaakt van de ervaring en expertise van andere regios. Het Expertise Centrum (HEC), consultants voor ICT en bestuur in de publieke sector, is gevraagd de ministeries van VWS en EZ daarin te ondersteunen.

In het najaar van 2004 heeft de interdepartementale NAP-stuurgroep (Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen) op initiatief van de ministeries van EZ en VWS besloten het project "ketenzorg door elektronische uitwisseling van gegevens tussen huisartsen en apothekers" te steunen. Het gaat om een rijksbijdrage van 400.000 uit het NAP voor de ontwikkeling en toepassing van een dataschakelpunt. Dit is een sleutelproject uit het IZIT-programma. Met dit dataschakelpunt loopt Twente in de landelijke ontwikkelingen voorop. Er zijn gesprekken gaande met VWS en EZ over de mogelijkheden tot verbreding van dit project.

EZ werkt samen met andere departementen, waaronder VWS, aan een Actieprogramma ICT en Sectoren. Hierin staat de bijdrage van ICT-toepassingen en diensten aan maatschappelijke vraagstukken centraal. Voor Twente kan dit interessante mogelijkheden bieden.

Economische coördinatie en grensoverschrijdende samenwerking Economisch is de kennisintensieve industrie in Twente een sterke factor. Hier liggen duidelijke raakvlakken met het universitair onderwijs en de zorgsector.

De staatssecretaris van Economische Zaken ondersteunt de grensoverschrijdende samenwerking tussen Oost-Nederland en Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. EZ betaalt een onderzoek naar de projectmogelijkheden binnen het nieuwe Interreg programma. Twente is daarmee een regio die binnen EZ veel aandacht krijgt.

De grensoverschrijdende samenwerking stond centraal op de conferentie van 12 januari 2005. De regio heeft bij die gelegenheid de handschoen opgepakt om samen met de regionale partners het Triangle-concept, zoals opgenomen in "Pieken in de Delta", verder uit te breiden naar Noordrijn-Westfalen. Hiermee krijgt de grensoverschrijdende samenwerking een nog steviger basis.

Kennispark Twente en overige bedrijventerreinen Kennispark Twente is een kennisintensief bedrijventerrein dat in het Actieplan Bedrijventerreinen als bijzondere categorie is opgenomen. Op 14 januari hebben EZ en VROM en de regio overleg gevoerd over het actieplan Kennispark Twente. Er is vooral gesproken over de organisatiestructuur van het Kennispark. De Rijkspartners vervullen hierbij een klankbordfunctie.

Hengelo heeft voor het bedrijventerrein Twentekanaal een Topper-aanvraag ingediend voor 2,5 miljoen. Deze aanvraag is gehonoreerd. Naar verwachting wordt in 2005 een subsidie-aanvraag ingediend voor de herstructurering van bedrijventerrein Havengebied in Enschede.

Integraal Praktijkcentrum Het ministerie van Economische Zaken heeft eind 2004 een bijdrage van 400.000 gegeven voor het innovatiedeel van het IPC, een omvangrijk marktgericht praktijk- en opleidingscentrum, waarbij de integrale aanpak van innovatie voorop staat. Het project heeft een relatie met het Kennispark Twente , Kennisoverdracht MKB en innovatie. Het is een goed voorbeeld van het extra duwtje dat het NPT heeft gegeven. Het belang van een project voor de regio wordt pas goed duidelijk als het is ingebed in een bredere visie op de ontwikkelingspotenties en de beleidskeuzes van de regio.

Technologisch Topinstituut Nanotechnologie De oprichting van een Technologisch Topinstituut voor Nanotechnologie moet op nationaal niveau worden afgewogen. De Rijksoverheid hanteert als uitgangspunten dat het onderzoek internationaal gezien van topkwaliteit moet zijn, dat het bedrijfsleven het voortouw heeft en dat zon topinstituut een groot landelijk draagvlak heeft bij bedrijven en instellingen, ook in financieel opzicht. Een Technologisch Topinstituut heeft in hoge mate een virtueel karakter. Een besluit hierover is pas over enkele jaren te verwachten.

MESA+, het speerpuntinstituut van de Universiteit Twente dat zich onder andere op nanotechnologie richt, is de grootste speler in het publiek-private onderzoeksprogramma NanoNed, een door het kabinet ondersteund initiatief. MESA+ zal de komende jaren een aanzienlijk deel van de ca. 120 miljoen aan subsidie voor NanoNed ontvangen. Samen met het TechnoPartner programma van de overheid ter stimulering van startende ondernemingen biedt dit programma een goede basis voor wetenschap en bedrijvigheid van nanotechnologie in Twente.

Conclusie NPT Het voorgaande onderstreept het beeld dat wij u eerder hebben geschetst: de rijksbemoeienis met Twente is niet begonnen met het NPT en zal ook niet eindigen nadat een aantal projecten in gang is gezet. Er is sprake van een al langer durende nauwe relatie tussen Den Haag en Twente. Die is overigens niet exclusief: veel regelingen voorzien in de mogelijkheid van een rijksbijdrage die wordt verleend op basis van kwaliteit. Maar Twente heeft bewezen daarin de concurrentie met andere regios aan te kunnen, zoals ook in deze rapportage naar voren komt. Dit onderstreept het vertrouwen dat wij begin september 2004 jegens de Twentse bestuurders uitspraken, "dat er de komende maanden nog meer mogelijkheden worden gevonden om Twente te ondersteunen." Dat is gebeurd en zal ook in de toekomst blijven gebeuren.

Van vliegbasis tot civiele luchthaven In 2004 is onder leiding van de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente (KvK) onderzoek gedaan naar verschillende toekomstscenarios voor het terrein van de vliegbasis, waaronder dat van een commerciële luchthaven. Dat scenario is vervolgens uitgesplitst naar een kleine, een middelgrote en een grote luchthaven. In de conclusies van de KvK gooide de middelgrote luchthaven de hoogste ogen.

Het college van BenW van de gemeente Enschede heeft vervolgens een voorstel voor een civiele doorstart van de luchthaven aan de gemeenteraad gepresenteerd. BenW kiezen voor een bescheidener begin, namelijk de lage Commercieel civiele luchtvaart variant uit het KvK-rapport, in combinatie met "general aviation". De gemeenteraad van Enschede heeft op 20 december 2004 ingestemd met dit voorstel, onder gelijktijdige vaststelling van een ontwikkelingskader. Provinciale Staten van Overijssel hebben op 2 februari 2005 een voorstel van gelijke strekking van het college van Gedeputeerde Staten overgenomen. Begin maart gingen ook de raden van Hengelo en Oldenzaal akkoord met een civiele luchthaven.

In mijn brief van 6 september 2004 heb ik u geschreven dat, indien de regio komt met een levensvatbaar plan voor een burgerluchthaven, Defensie in overleg met Verkeer en Waterstaat zal nagaan op welke manier ze de verwezenlijking van dat plan kan ondersteunen. In bestuurlijke contacten heeft de regio mij ook om die medewerking gevraagd. Het plan is er nu, zij het dat voor de financiering nog een oplossing moet worden gevonden. Het rijk heeft eerder verklaard niet beschikbaar te zijn om het exploitatietekort te dekken. Het college van BenW van Enschede schreef in zijn voorstel aan de Raad: "De gemeente levert geen structurele financiële bijdrage aan de exploitatie van de luchthaven." Ook Provinciale Staten van Overijssel hebben uitdrukkelijk uitgesproken dat de provincie niet financieel zal bijdragen aan de structurele exploitatielasten. Nu de overheden stuk voor stuk hebben uitgesproken dat er geen structurele bijdragen te verwachten zijn uit de publieke middelen, is het woord aan het bedrijfsleven. Dat zal op korte termijn een oplossing voor het exploitatietekort moeten vinden, wil er inderdaad een toekomst zijn voor de civiele luchtvaart op Twente.

Samen met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat zal ik met de regio nagaan welke procedure moet worden doorlopen voor de transformatie van een militair naar een civiel luchtvaartterrein. Naar verwachting zal nog deze kabinetsperiode de nieuwe wet Regelgeving Regionale Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens van kracht worden. Het ligt voor de hand voor de vergunningprocedure deze nieuwe wet als richtsnoer aan te houden, wat een belangrijke rol voor de provincie Overijssel betekent.

Defensie bekijkt in overleg met de huidige civiele medegebruiker van de vliegbasis, Enschede Airport Twente (EAT), wat er nodig is voor de continuïteit van het luchtverkeer op Twente en voor een goede overdracht van voor de luchthaven wezenlijke functies van de Koninklijke luchtmacht aan de civiele exploitant. Op dit moment voeren Defensie, de provincie Overijssel, de gemeente Enschede en EAT hierover nog overleg.

Ik ga ervan uit dat de gemeente Enschede nu actief de herbestemming van het terrein ter hand neemt. Dat geldt zowel voor de vliegbasis zelf als voor het Prins Bernhardkamp, Kamp Overmaat en Zuidkamp. Op verzoek van de gemeente zal de Rijkslandschapsmeester hierbij adviseren. In de plannen van de gemeente en de provincie zijn voor de civiele luchthaven de bestaande start- en taxibanen en het overgrote deel van het huidige terrein van de basis nodig. Verder voorzien die plannen in beperkte woningbouw en natuurontwikkeling. Zodra voldoende duidelijkheid bestaat over de toekomstige bestemming van het terrein, kunnen de verkooponderhandelingen op een zakelijke basis tussen het rijk en de gemeente Enschede beginnen. Daarbij is voor Defensie de taakstelling om verkoopopbrengsten in te boeken een hard gegeven.

Conclusie De Twentse regio legde in zijn eerste reactie op het besluit tot sluiting van de vliegbasis Twenthe de nadruk volledig op de noodzaak van Haagse "compensatie" voor de negatieve sociaal-economische gevolgen van dat besluit. Twente heeft vervolgens in een breed samenwerkingsverband, onder andere met de provincie Overijssel, een constructief plan voor sociaal-economische versterking ontwikkeld. Dat plan, "Nieuw Perspectief voor Twente", zal ook de komende tijd de basis zijn voor nadere samenwerking tussen het rijk en de regio.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

C. van der Knaap