---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoorden op kamervragen Apaches

11-4-2005 12:30:00

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke Kamervragen van de leden Kortenhorst en Bakker over Apaches (nr. 2040508590).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Bijlage, behorende bij antwoorden op Kamervragen van de leden Kortenhorst en Bakker aan de minister van Defensie over Apaches. (Nr. 2040508590, ingezonden 16 februari 2005)

1. Deelt u de opvatting dat "de uiterste inspanning die de Apache-eenheid in twee gelijktijdige operaties in Afghanistan en Irak heeft moeten leveren" in belangrijke mate heeft bijgedragen aan het succes van deze operaties?

Ja.

2. Wat kan over het belang van de taken van de Apache-eenheid in Irak afgeleid worden uit het besluit tot verlenging met een maand van de inzet van de Apaches, ondanks eerdere berichten dat verlenging niet mogelijk was omdat de eenheid tot het uiterste was ingezet?

De beveiliging van eigen eenheden heeft hoge prioriteit bij de besluitvorming over inzet. Apache-helikopters spelen een belangrijke rol bij het beveiligen van Nederlandse troepen in Irak. De regering hecht er groot belang aan de terugtrekkende Nederlandse eenheden zo lang mogelijk deze bescherming te bieden. Dit argument was uiteindelijk doorslaggevend in de afweging om de inzet van de Apache-helikopters toch te verlengen.

3. Op welke wijze voorziet ISAF in de vervanging van de Nederlandse Apaches in Afghanistan na eind maart 2005? Is de behoefte die de NAVO inmiddels geformuleerd heeft aan F-16s beïnvloed door een gebrek aan gevechtshelikopters? Kunnen F-16s de taken van de Apaches ten behoeve van ISAF volledig overnemen?

4. Indien voor een bijdrage in Afghanistan zowel Apaches als F-16s beschikbaar zouden zijn voor het op zich kennen van beveiligings-, ondersteunings- en waarnemingstaken vanuit de lucht, welk systeem zou dan verkozen worden? Wat zijn de operationele sterktes en zwaktes van de beide systemen in vergelijking met elkaar?

De Navo heeft inmiddels andere landen verzocht aan ISAF een bijdrage met gevechtshelikopters te leveren. Deze landen hebben hierop nog niet gereageerd.

De behoeften aan gevechtshelikopters en aan gevechtsvliegtuigen staan in principe los van elkaar omdat beide capaciteiten eigen kenmerken hebben. De reikwijdte en de snelheid van de F-16 gevechtsvliegtuigen maken het mogelijk om de grondeenheden in vrijwel het gehele ISAF-gebied te kunnen ondersteunen. De Apache-helikopters hebben in vergelijking met de F-16 een meer beperkt vliegbereik. De helikopters hebben echter sensormogelijkheden, specifiek gericht op het optreden op lagere hoogte, waarover de F-16 niet beschikt. Deze sensormogelijkheden, in combinatie met de lagere snelheid, maken de Apache-helikopter onder meer beter geschikt voor konvooibegeleiding. De F-16 zal konvooibegeleiding van een grotere hoogte moeten uitvoeren, hetgeen bij slechte weersomstandigheden moeilijk is. Vandaar dat de F-16 gevechtsvliegtuigen niet alle Apache-taken kunnen overnemen en er een specifieke behoefte aan gevechtshelikopters blijft bestaan.

Beide systemen zijn in principe geschikt voor het uitvoeren van beveiligings-, ondersteunings- en waarnemingstaken. Welk systeem het meest geschikt is, hangt vooral af van de uit te voeren missie.

5. In hoeverre is bij het thans beoogde aantal van 24 Apaches rekening gehouden met vredes- en gevechtsverliezen? Acht u de kans daarop groter, gezien de toegenomen inzet van de Apaches?

6. In hoeverre is de toegenomen inzet van Nederlandse missies in crisisgebieden voor waarnemings- en vooral beveiligingstaken te beschouwen als een additionele taak ten opzichte van de eigenlijke taken in het kader van luchtmobiel optreden waar destijds 30 Apaches voor werden gekocht? Is het zo dat ten tijde van de discussies over de aanschaf het aantal van 30 helikopters als laag werd beoordeeld? Onderschrijft u nog steeds de stelling dat een voorgenomen reductie van 20% van het aantal Apaches geen gevolgen zal hebben voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht? Hoe verhoudt zich dat bovendien tot uw uitspraak, gedaan tijdens de laatste begrotingsbehandeling, dat met deze reductie het aantal gelijktijdig uit te voeren Apache-operaties van twee naar één afneemt?

Bij de aanschaf van de gevechtshelikopters in 1995 bestond de hoofdtaak van de Apache-helikopters uit de inzet als onderdeel van de 11e Air Manoeuvre Brigade. Het beschikbare budget was destijds onvoldoende om in de volledige behoefte te voorzien. Om de operationele behoefte af te dekken kon worden volstaan met de aanschaf van in totaal 30 Apache-helikopters.

Zoals verwoord in de Prinsjesdagbrief van 2003 (Kamerbrief nr. 29200 X nr. 4, d.d. 16 september 2003) levert de Apache-helikopter niet alleen een bijdrage aan de slagkracht van de 11e Air Manoeuvre Brigade, maar kan de helikopter ook vuursteun verlenen in gezamenlijke operaties, bijvoorbeeld met het Korps Commandotroepen en, in een aantal scenario's, het Korps mariniers. Een eventuele inzet van de gehele 11e Air Manoeuvre Brigade behoort tot de zwaarste vormen van operationele inzet.

Met de Prinsjesdagbrief beoogde Defensie te snijden in exploitatiekosten teneinde een hoogwaardig operationeel product te kunnen aanbieden, te weten inzetbare eenheden. Defensie heeft daarbij gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. Door te investeren in de kwaliteit van de Apache-helikopters wordt de effectiviteit van deze helikopters verder vergroot en kon Defensie het aantal Apache-helikopters terugbrengen. Met de huidige 24 toestellen is de inzet van de 11e Air Manoeuvre Brigade gewaarborgd. Vanwege de financiële problematiek kon Defensie geen additionele Apache-helikopters aanhouden als logistieke reserve voor o.a. het opvangen van vredes- en gevechtsverliezen. Daarmee loopt Defensie een zeker operationeel risico, dat echter wel verantwoord wordt geacht. Uiteraard neemt de kans op verliezen toe naarmate Apache-helikopters vaker worden ingezet.

De gelijktijdige inzet van twee Apache-eenheden in Irak en Afghanistan is maatwerk en zeker geen regel. In het ambitieniveau van Defensie is vastgelegd dat de krijgsmacht jaarlijks moet kunnen blijven deelnemen aan maximaal drie operaties in lagere delen van het geweldsspectrum met bijdragen van bataljonsgrootte of equivalenten daarvan, zoals een squadron jachtvliegtuigen of twee fregatten. Het Apache-squadron bestaat uit vier vluchten, waarmee een langdurige inzet van één vlucht voor crisisbeheersingsoperaties is gegarandeerd.

Het afgelopen jaar echter zijn twee Apache-detachementen, twee uitgebreide vluchten, op twee geografisch ver uit elkaar gelegen locaties ingezet. Deze geografische spreiding maakt zowel de aansturing als de logistieke ondersteuning complex. De langdurige inzet van de twee Apache-detachementen overtreft dus de geplande inzet waarvan Defensie in het ambitieniveau uitgaat. Om beide operaties zo lang te kunnen volhouden, heeft het personeel van de Koninklijke luchtmacht dan ook een uiterste inspanning moeten leveren. Om die redenen is zeker een half jaar nodig voor recuperatie, opleidingen en het gereedmaken voor een eventuele nieuwe inzet.

7. Bent u, mede gezien de dollarkoers, nog optimistisch over de beoogde verkoopopbrengsten van de vijf Apaches aan de VS? In hoeverre verwacht u dat de VS slechts geringe belangstelling voor Nederlandse tweedehands helikopters zullen hebben, omdat dit wellicht zal betekenen dat de industrie in de VS dan minder nieuwe helikopters zal produceren?

Met de Amerikaanse autoriteiten is vorig jaar principeovereenstemming bereikt over de verkoop van Nederlandse Apache-helikopters. Inmiddels hebben de Amerikaanse autoriteiten echter laten weten af te zien van de aankoop, omdat het Amerikaanse leger de voorkeur geeft aan nieuwe Apaches. De inspanningen zijn er nu op gericht de Nederlandse toestellen aan een ander land te verkopen. De kansen daarop zijn nadrukkelijk aanwezig.