Sociaal-Economische Raad

14 april 2005 pbfax

OPENBARE RAADSVERGADERING SER 15 APRIL

Aanstaande vrijdag 15 april komt de Sociaal-Economische Raad om 10.15 uur in openbare vergadering bijeen. U bent van harte uitgenodigd deze vergadering bij te wonen. Op de agenda staan drie ontwerpadviezen: over ondernemerschap voor de publieke zaak, over toekomstbestendigheid Werkloosheidswet en over ontslagpraktijk en Werkloosheidswet.

Ondernemerschap voor de publieke zaak

Dit ontwerpadvies bepleit meer ondernemerschap voor de publieke zaak in sectoren als zorg, onderwijs en sociale huisvesting. Dat is een effectief middel om de kwaliteit van de publieke dienstverlening te verbeteren. De overheid moet zich veel duidelijker dan tot nog toe concentreren op het formuleren van heldere doelstellingen en randvoorwaarden en zich minder rechtstreeks bemoeien met de uitvoering. De instellingen zelf moeten klanten professioneel en op maat bedienen, de dialoog aangaan met betrokken burgers en hun organisaties, en verantwoording afleggen aan de samenleving.

Toekomstbestendigheid Werkloosheidswet

Met dit ontwerpadvies biedt de SER een alternatief voor de kabinetsplannen met de Werkloosheidswet. Volgens het ontwerpadvies blijft de WW toegankelijk voor jongeren en flexwerkers. Zij moeten gedurende maximaal drie maanden in aanmerking kunnen komen voor een loongerelateerde WW-uitkering. De maximumuitkeringsduur van de WW gaat omlaag van vijf jaar naar drie jaar en twee maanden.

Ontslagpraktijk en Werkloosheidswet

Volgens het ontwerpadvies is verrekening van de ontslagvergoeding met de WW-uitkering niet wenselijk, onder meer omdat dit grote gevolgen heeft voor de ontslagpraktijk en de arbeidsmarktdynamiek. Bovendien staat het op gespannen voet met de mogelijke functies van de ontslagvergoeding, zoals schadevergoeding wegens verwijtbaar handelen van de werkgever of als smeerolie om bij een voorgenomen ontslag tot een vergelijk te komen. Ook staat het op gespannen voet met de verzekeringsgedachte van de WW.

Verder bepleit het ontwerpadvies een beperking van de toets op verwijtbaarheid van de werkloosheid. Dit maakt pro-formaprocedures overbodig en betekent daarom een aanzienlijke versoepeling van de ontslagpraktijk. De verwijtbaarheidstoets moet wel gehandhaafd blijven als de werknemer zelf ontslag neemt en in gevallen van ontslag op staande voet wegens dringende redenen.