AEDES

Meer invloed belanghouders op maatschappelijke onderneming

Belanghouders moeten een plek aan tafel krijgen bij maatschappelijke ondernemingen en invloed krijgen op het beleid. Als de overheid zich dan beperkt tot het stellen van kaders in plaats van regels, ontstaat ruimte voor leren en innovatie. Ondernemerschap is daarbij de sleutel tot betere dienstverlening en lokaal maatwerk voor de burger. Dit stelt het Netwerk Toekomst Maatschappelijke Onderneming (NTMO) in een reactie op het vandaag aangenomen SER-advies 'Ondernemerschap voor de publieke zaak'. Het NTMO is een samenwerkingsverband van organisaties in zorg, onderwijs en wonen.

'De SER dringt terecht aan op een versterking van de verantwoording aan de samenleving en van de 'governance', het besturen van de maatschappelijke ondernemingen', zegt NTMO-voorzitter Willem van Leeuwen. 'Het toezicht op die organisaties moet professioneel en onafhankelijk zijn. De organisaties zelf moeten hun opdracht halen in de samenleving, lokaal en regionaal. Want zonder wortels in de samenleving kan een maatschappelijke onderneming zijn werk domweg niet goed doen.'

Het SER-advies ligt in het verlengde van het in december gepresenteerde WRR-rapport 'Bewijzen van goede dienstverlening'. Evenals de WRR wil de SER minder regels vanuit de rijksoverheid. De SER geeft aan dat belanghebbende partijen, vooraf én achteraf, bij het beleid van maatschappelijke ondernemingen moeten zijn betrokken. Van Leeuwen: 'In het regeerakkoord van Balkenende II wordt gesproken over 'verantwoordelijkheden terugleggen in de samenleving, bij burgers en hun organisaties'. De burger moet 'er bij kunnen', betrokken kunnen zijn, en dat vraagt om het loslaten van regeldruk en het realiseren van lokale verantwoording. De premier sprak onlangs onomwonden zijn vertrouwen uit in de maatschappelijke ondernemingen. Ik heb daarom hoge verwachtingen van de resultaten die we samen met dit kabinet zullen bereiken.'