Nederlands fotomuseum


Negatievenarchief Martien Coppens (1908-1986) naar Nederlands fotomuseum

Op 15 april 2005 wordt het negatievenarchief van de bekende Brabantse fotograaf Martien Coppens aan het Nederlands fotomuseum overgedragen. Coppens werd vooral bekend door zijn fotoboeken over religieuze bouw- en beeldhouwkunst en verschillende aspecten van de Brabantse cultuur. De Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg beheert een omvangrijke collectie vintage prints en het papieren archief.

Martien Coppens werd in 1908 in Lieshout geboren als zoon van een klompenmaker. Op de Latijnse school kocht hij zijn eerste camera en op de HBS verdiepte hij zijn belangstelling voor de fotografie. Hij nam een abonnement op het fototijdschrift Focus en kwam zo in contact met Adriaan Boer. Het contact met Boer was van groot belang voor zijn vorming als fotograaf. Hij leerde veel door uitvoerig te corresponderen over zijn ingezonden foto's. Vanaf september 1930 volgde hij lessen aan de Bayerische Staatslehranstalt für Lichtbildwesen in München. Na zijn studietijd en een korte stage bij fotozaak Helder in Middelburg opende Coppens in 1932 een portretatelier en fotozaak in Eindhoven. Met de portretten verdiende hij zijn brood. Zijn vrije werk verscheen vanaf 1937 in ruim zeventig, grotendeels zelf geïnitieerde publicaties. Hij ontwikkelde een uitgesproken visie op portretfotografie en legde deze vast in boeken als De Mensch in de fotografie. Leerboek voor portretfotografie (1946) en Mens en camera (1950). Vanaf het einde van de jaren dertig verschoof zijn aandacht van portretten naar religieuze bouw- en beeldhouwkunst. Bij het bombardement van Eindhoven in 1942 ging zijn atelier in vlammen op. De oorlogsverwoestingen in Nederland legde hij tegen dramatische luchten vast in Impressies 1945.

Coppens werd aanvankelijk gevormd onder invloed van het picturalisme. Tijdens zijn opleiding in München maakte hij kennis met de Nieuwe Fotografie, maar de sterke nadruk op vorm sprak hem weinig aan. Liever richtte hij zich op het 'geestelijk zien' en het tonen van het karakter van de geportretteerde. In de jaren vijftig voelde hij zich het meest verwant met de subjectieve fotografie van Otto Steinert. Zijn werk werd vanaf 1951 onder meer getoond in de reeks tentoonstellingen over subjectieve fotografie. Door zijn publicaties, deelname aan het verenigingsleven (met name NFK en NFPV), (internationale) contacten en zijn bijdragen aan en organisatie van een aantal belangrijke fototentoonstellingen, speelde Coppens een grote rol bij de emancipatie van de Nederlandse fotografie.

Een keuze uit de onderwerpen in het archief Priesterhulp Oost-Europa, watersnoodramp, Noord-Brabant, Eindhoven, De Peel (dorpen en steden, bevolking, landschap, boerderijen), koorbanken en kathedraal Sint-Jan te 's Hertogenbosch, primitieve kunst, gezondheidszorg, circus en optochten, industrie, moderne architectuur, buitenland (Antwerpen, Brugge, Italië, Lubeck, München). Samenstelling en omvang circa 30.000 negatieven.
Ontsluiting het archief is per onderwerp gerangschikt, maar verder niet ontsloten in registers. Een keuze uit de belangrijkste publicaties Rond de Peel (1937), Koorbanken van Oirschot (1941), Gedachten in steen (1941), Koorbanken in de Sint Jan te 's Hertogenbosch (1946), Koorbanken in Nederland (3 delen, 1943-1949), De Mensch in de fotografie (1946), Fotokunst? (1947), Impressies 1945 (1945), Mens en camera (1950), Monsters van de Peel (1958), Waarom fotograferen. Zestig jaren onderweg: 1923-1983 (1982) Collecties elders papieren archief, vintage prints (1632 stuks) in de Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg (sinds 1998) Weblinks Gedigitaliseerde afdrukken Martien Coppens uit collectie Universiteit van Tilburg: http://www.fotobank-nb.nl en www.brabantcollectie.nl