Unicef



embargo maandag 18 april 2005, 0:01 uur

Persbericht

Aantal buitenschoolse kinderen daalt dit jaar mogelijk nog tot onder de 100 miljoen

Ruim 1 op 3 landen mist Millenniumdoel meisjesonderwijs

Den Haag, 18 april 2005 - Het eerste te behalen VN-Millenniumdoel - evenveel meisjes als jongens naar school in 2005 - gaat in 75 van de 200 landen wereldwijd niet worden gehaald, zo meldt Unicef vandaag. Dit ondanks gestage daling van het aantal buitenschoolse jongens én meisjes de afgelopen jaren. Gingen er midden jaren negentig wereldwijd nog 130 miljoen kinderen niet naar de basisschool, in 2001 daalde dat tot 115 miljoen. Naar verwachting wordt nog in 2005 de grens van 100 miljoen doorbroken. Hoe positief ook, zo stelt Unicef, de groei is te traag om universeel onderwijs in 2015 te bereiken, één van de andere VN-Millennniumdoelen. In Somalië gaan de minste kinderen naar de basisschool: nog geen 11% tegen een mondiaal gemiddelde van 82%. Voortgezet onderwijs is weggelegd voor nog geen 40% van de kinderen wereldwijd. De minste meisjes gaan naar school in Afghanistan en Yemen (60 per 100 jongens).

De statistieken blijken uit een vandaag gepubliceerd rapport van Unicef. Het rapport is de tweede in de reeks 'Progress for Children', waarin Unicef nauwgezet de voortgang bijhoudt in het bereiken van de acht Millenniumdoelen van de Verenigde Naties. Met deze doelen hebben de VN-landen afgesproken om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. Een groot deel van de geformuleerde beloften is rechtstreeks gerelateerd aan de levensomstandigheden van kinderen.

Voor 2005 werd één 'tussendoel' gesteld: evenveel jongens als meisjes naar school. Dit vanwege de cruciale betekenis, aldus Unicef, want zonder dit doel zullen alle andere Millenniumdoelen niet gehaald worden. Onderwijs is de beslissende factor in het verbeteren van de perspectieven voor mensen wereldwijd. Het speelt een overheersende rol bij het verbeteren van de positie van vrouwen, het terugdringen van kindersterfte en ziektes, het verbeteren van de gezondheid van moeders en de bestrijding van armoede.

Meisjesonderwijs

Landen met het laagste aantal schoolgaande meisjes in het basisonderwijs, zijn vooral te vinden in West- en Centraal Afrika, gevolgd door de regio's Midden-Oosten/Noord-Afrika en Zuid-Azië. Van de landen scoren Yemen en Afghanistan het slechts met 60 schoolgaande meisjes per 100 schoolgaande jongens. Ze worden gevolgd door Tsjaad (67), Niger (68), Burkina Faso (71), Guinea-Bissau (71), Mali (72), Ivoorkust (73), Benin (77) en Djibouti (77).

Ondanks de slechte score van het aantal meisjes dat niet naar school gaat, toont de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika over de periode 1980-2001 hier wel opmerkelijke verbeteringen. Het laat van alle regio's de grootste toename in het aantal schoolgaande kinderen zien.

Alle kinderen naar school
Het Unicef-rapport toont aan dat er in 2001 wereldwijd nog 115 miljoen kinderen waren zonder toegang tot het basisonderwijs. Een steekproef in 81 ontwikkelingslanden wijst uit dat dit aantal in 2005 zal dalen tot onder de 100 miljoen kinderen. Unicef waarschuwt echter dat een veel hoger tempo nodig is om universeel onderwijs in 2015 te bereiken.

De Hoorn van Afrika vertoont de slechtste cijfers. In Somalië gaat slechts 1 op de 10 jongens en meisjes naar school, gevolgd door Ethiopië en Djibouti met 1 op de 3 kinderen in het basisonderwijs.

Voortgezet onderwijs
Het volgen van onderwijs ná het basisonderwijs is voor de meeste kinderen wereldwijd een onbereikbare luxe. Het Unicef-rapport wijst uit dat ook in het voortgezet onderwijs 1 op de 3 landen (25 van de 75 onderzochte landen) erg ver weg is van het doel dat in 2005 evenveel jongens als meisjes onderwijs volgen. De participatie van kinderen uit niet-Westerse landen in het voortgezet onderwijs is in de voormalige Oostbloklanden het grootst: 70%. Dit vormt een groot contrast met sub-Sahara Afrika waar slechts 20% van de kinderen voortgezet onderwijs volgt.

Unicef
Unicef werkt aan het verbeteren van de onderwijsdeelname in alle 158 landen waarin ze actief is. De kinderrechtenorganisatie van de VN werkt samen met regeringen en andere organisaties bij het bouwen van scholen, het produceren van lesmaterialen, het verbeteren van lesprogramma's en het opleiden van leraren.


* * *