parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over het risico van
een bioterroristische aanval
Antwoorden op kamervragen over het risico van een bioterroristische aanval
18 april 2005
Antwoorden van de minister van Justitie mede namens de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op de vragen
van de leden Externe link Van der Laan (D66) en Externe link Van
Heteren (PvdA) over het risico van een bioterroristische aanval.
(Ingezonden 9 maart 2005; nr. 2040510130)
---
1. Vraag
Kent u het rapport Bioterrorisme: `Hoe open staan gebouwen voor
bioterrorisme?' van de Technische Universiteit Eindhoven, waaruit
blijkt hoe kwetsbaar openbare gebouwen kunnen zijn voor bioterrorisme?
Wat is uw reactie op dit rapport? 1)
1. Antwoord
Ja, in het rapport wordt een aantal suggesties gegeven tot het
verkleinen van de risico's op bioterroristische aanslagen op/in
gebouwen dan wel tot het verkleinen van de gevolgen van dergelijk
bio-terroristische aanslagen. De suggesties betreffen: i) het
verscherpen van de toegankelijkheids beveiliging, ii) reeds in een
vroeg stadium (ontwerpfase ) bij de constructie van een gebouw
rekening houden met de toegankelijkheid van luchtcirculatie systemen
om deze d.m.v. bouwkundige oplossingen zo mogelijk te beperken en iii)
het gebruik van (bio)sensoren voor een tijdige detectie van
infectieuze agentia. Alle suggesties zijn momenteel al onderwerp van
beleidsdossiers (zie verder).
Het is goed om te constateren dat ook binnen de Nederlandse
technologisch wetenschappelijke wereld het onderwerp van bioterrorisme
wordt bestudeerd. Ten aanzien van dit rapport dient te worden
opgemerkt dat het een werkstuk is van tweedejaars studenten.
2. Vraag
Bent u bereid om op korte termijn een inventarisatie te maken van de
kwetsbaarheid van potentiële terroristische doelwitten voor
bioterrorisme in Nederland? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke
termijn?
2. Antwoord
Binnen het project Bescherming Vitale Infrastructuur in Nederland
(Vitaal) is door de departementen samen met de AIVD een inventarisatie
gemaakt van bedreigingen en kwetsbaarheden voor vitale belangen.
Binnen Vitaal zijn er twaalf sectoren aangewezen zoals voedsel,
energie, ICT, drinkwatervoorziening en Openbaar Bestuur. Het project
Vitaal heeft als doel te voorkomen dat vitale delen van de Nederlandse
samenleving door oorzaken als bewust menselijk handelen, waaronder
terrorisme, en natuurrampen voor langere tijd uitvallen.. Na de zomer
wordt hierover een rapportage naar de Tweede Kamer gestuurd. In de
deelrapportage over Openbaar Bestuur wordt ingegaan op de veiligheid
van rijksgebouwen. In deze rapportage wordt ook een (eerste) pakket
van maatregelen voorgesteld.
3. Vraag
Op welke wijze kunnen potentiële doelen beter worden beschermd tegen
bioterrorisme?
3. Antwoord
Er zijn verschillende maatregelen die genomen kunnen worden om
bioterrorisme tegen te gaan. Dit varieert van bouwtechnisch en
installatie-technische aanpassingen tot aan cameratoezicht en een
aangepaste procesvoering voor bijvoorbeeld poststukken en fysieke
toegangsbeveiliging (het gebruik van toegangspoortjes,
toegangspassystemen e.d.).
In een aantal rijksgebouwen zijn reeds dergelijke maatregelen genomen
en voor andere gebouwen zal eventueel tot aanvullende maatregelen
worden besloten op basis van een veiligheidsscan van die gebouwen.
4. Vraag
Op welke wijze kan worden bevorderd dat in het ontwerp van gebouwen
die een potentieel doelwit voor terrorisme vormen, meer rekening wordt
gehouden met bescherming tegen bioterrorisme?
4. Antwoord
Zie vraag 3.
5. Vraag
Wordt in Nederland, net als in de Verenigde Staten, al
geëxperimenteerd met zogenoemde sniffers, waarmee bioterroristische
aanvallen kunnen worden gedetecteerd?
5. Antwoord
Nee, de ontwikkelingen worden wel nauwlettend gevolgd, maar de
betrouwbaarheid, gevoeligheid, selectiviteit en
gebruiksvriendelijkheid (bediening en onderhoud) van deze zogenoemde
sniffers zijn nog niet van dien aard dat tot aanschaf wordt
overgegaan.
Binnen Nederland wordt in opdracht van het ministerie van Defensie bij
TNO D&V wel op laboratoriumschaal onderzoek verricht met en naar
dergelijke bio-detectie systemen.
6. Vraag
Acht u het wenselijk om in Nederland een grootschalige oefening voor
een bioterroristische aanslag te houden, zoals de operatie Atlantic
Storm die onlangs in de Verenigde Staten plaatsvond?
6. Antwoord
Ja. Er wordt in Nederland al op regelmatige basis geoefend, zowel
nationaal als decentraal.
Zo heeft er al in 2003 een pokkenoefening op Ministerieel niveau
plaatsgevonden. Op basis van de toen genomen beslissingen en
geconstateerde knelpunten is het pokkendraaiboek aangepast. Uit de
evaluatie van Atlantic Storm met deelname van het Tweede Kamerlid De
Vries (PvdA) bleek dan ook dat Nederland zich in de internationale
voorhoede bevond als het ging om de getroffen voorbereidingen m.b.t.
een pokkenuitbraak.
Eén van de knelpunten uit Atlantic Storm bleek de internationale
afstemming. Op 10 maart is er door het ministerie van VWS, i.s.m. het
ministerie van BZK, in Vaals een kleinschalige pokkenoefening
gehouden, waarin het belangrijkste oefendoel de - beleidsmatige -
afstemming met en het informeren van Duitsland en België was.
Het ministerie van VWS is daarnaast druk bezig met de voorbereidingen
op grootschalige infectieziekteuitbraken. In de komende jaren wordt in
het departementale oefenbeleid van VWS specifiek aandacht besteed aan
infectieziektebestrijding, waaronder bioterrorisme.
In het oefenprogramma voor 2006 e.v. zal een oefening met een
bioterroristische aanslag worden opgenomen.
7. Vraag
Hoeveel investeert de Nederlandse overheid in technische innovaties op
het gebied van (bio-) terrorismebestrijding?
7. Antwoord
Voor een deel wordt het investeren in technische innovaties
overgelaten aan de markt en het bedrijfsleven. Deze ontwikkelingen
(ook in het buitenland) worden nauwlettend gevolgd (zie vraag 5).
Binnen het ministerie van Defensie wordt onderzoek gefinancierd met
betrekking tot Nucleaire, Biologische en Chemische (NBC-)bescherming
en detectie van biologische agentia.
Ook binnen de ministeries van VROM en VWS zijn middelen vrijgemaakt
voor (extra) onderzoek naar de bestrijding van (de gevolgen van)
aanslagen met Nucleaire, Chemische Biologische (NBC-)middelen.
Cumulatief is met dit type onderzoek een bedrag van enkele miljoenen
op jaarbasis gemoeid.
8. Vraag
Op welke wijze wordt internationaal samengewerkt bij de bestrijding
van (de risico's van) bioterrorisme?
8. Antwoord
Binnen de EU functioneert op ambtelijk niveau de Health Security
Committee, die de voorbereidingen van de lidstaten op bioterrorisme
onderling afstemt. Afhankelijk van de behoefte van de lidstaten worden
eventueel instrumenten ontwikkeld om de afstemming te verbeteren.
Via de verscheidene internationale gremia vindt
informatie-uitwisseling plaats.
Binnen de World Health Organisatie (WHO) wordt gewerkt aan de
aanpassing van de International Health Regulations die de regelgeving
bevat voor de bestrijding van een grootschalige uitbraken van
infectieziekten.
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU is het Solidariteits
programma aangenomen. Hierin zijn verscheidene initiatieven opgenomen
om (de risico's van) bioterrorisme te bestrijden. Nederland levert aan
deze beide initiatieven een actieve bijdrage.
Onlangs is een Nederlands/Zwitsers/NAVO initiatief van start gegaan,
waarin wordt gewerkt aan een instrument ter ondersteuning van het
besluitvormingsproces specifiek bij bioterroristische aanslagen.
Tevens beschikt de NAVO sinds 2004 over een Chemisch, Biologisch,
Radiologisch en Nucleair (CBRN-)bataljon, dat op roulatiebasis door de
lidstaten wordt gevuld. Delen van dit bataljon zijn in 2004 ingezet
tijdens de Olympische Spelen in Griekenland.
1) Baharvand, Ehsan e.a., Bioterrorisme; "Hoe open staan gebouwen voor
bioterrorisme?", OGO-project 2.2.,TU/e Eindhoven,
Installatietechnologie februari 2005.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties