European Union

7723/05 (Presse 75)1

RAAD VAN
DE EUROPESE UN E
NL
7723/05 (Presse 75)
(OR.fr)
PERSMEDEDEL NG
2653e zitting van de Raad
Concurrentievermogen ( nterne Markt, n ustrie en On erzoek) Luxemburg,18 april 2005
Voorzitter e heer Jeannot KRECKÉ..Minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel e heer François B LTGEN, minister van Cultuur,Hoger Onderwijs en Onderzoek
van Luxemburg.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)2
NL
Voornaamste resultaten van e Raa szitting
De Raad heeft conclusies over het menselijk potentieel in onderzoek en ontwikkeling en over een duurzaam Europees toerisme aangenomen.
Met betrekking tot de ITER heeft het voorzitterschap naar aanleiding van de gedachtewisseling tussen de Raad en Commissielid Janez POTOÈNIK conclusies voorgelegd betreffende de stand van de internationale onderhandelingen over het ontwerp van de ITER en de uitvoering van het tijd schema voor de afronding van deze onderhandelingen. De Raad heeft de mogelijke follow up besproken van de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst 2005 van de Europese Raad over de "Lissabonstrategie"en heeft besloten op 10 mei a.s.bijeen te komen om de micro economische aspecten van de geintegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid te bespreken..18.IV.2005

1 Wanneer de Raad verklaringen,conclusies of resoluties heeft aangenomen,wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld.De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd,staan op de internetsite van de Raad http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek,zijn aangegeven met een asterisk;de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 7723/05 (Presse 75)3
NL
NHOUD 1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5

BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENTIEVERMOGEN EN GROEI:FOLLOW UP VAN DE EUROPESE RAAD

VAN 22 23 MAART 2005..............................................................................................................7

PROGRAMMA VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN EN INNOVATIE (CIP)........................9

EEN DUURZAAM EUROPEES TOERISME Conclusies van de Raad ......................................10 ZEVENDE KADERPROGRAMMA OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK.............................13

ITER :VOLGENDE STAPPEN...................................................................................................14

MENSELIJK POTENTIEEL IN O&O:VROUWEN EN WETENSCHAP,CARRIERE EN

MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS Conclusies van de Raad...............................................15 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ONDERZOEK..- EU Korea:Onderzoek op het gebied van fusie energie.....................................................................................21 EXTERNE BETREKKIN EN..- Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië Bevriezing van tegoeden..................................21
- EU Oekraine Vergadering van het samenwerkingscomité ..............................................................................22 UITBREIDIN

- Roemenië Consumentenbescherming Systeem voor informatie uitwisseling ................................................22
- Betrekkingen met Bulgarije .............................................................................................................................23.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)4
NL
WERK ELE ENHEID EN SOCIAAL BELEID..- Gezondheid en veiligheid van werknemers Optische straling..........................................................................23 INTERNE MARKT..- Motorrijtuigenverzekering Bepalingen betreffende wettelijke aansprakelijkheid *..........................................24
- Consumentenbescherming Oneerlijke handelspraktijken *.............................................................................24.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België:
mevrouw Marie Dominique SIMONET minister van Onderzoek,Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen (Waals Gewest)
Tsjechische Republiek:
de heer Martin JAHN vice minister president van Economische Zaken de heer Petr KOLÁØ vice minister van Onderwijs,Jeugdzaken en Sport Denemarken:
de heer Helge SANDER minister van Wetenschap,Technologie en Ontwikkeling Duitslan :
de heer Frieder MEYER KRAHMER staatssecretaris,ministerie van Onderwijs en Onderzoek Estlan :
de heer Tiit NABER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger Griekenlan :
de heer Christos FOLIAS staatssecretaris van Economische Zaken en Financiën Spanje:
de heer José MONTILLA AGUILERA minister van Industrie,Toerisme en Handel mevrouw María Jesús SANSEGUNDO GÓMEZ de CADINANOS minister van Onderwijs en Wetenschappen de heer Alberto NAVARRO GONZÁLEZ staatssecretaris voor de Europese Unie Frankrijk:
de heer François d'AUBERT toegevoegd minister van Onderzoek,ministerie van Nationaal Onderwijs,Hoger Onderwijs en Onderzoek
mevrouw Claudie HAIGNERÉ toegevoegd minister van Europese Zaken,ministerie van Buitenlandse Zaken
erlan :
de heer Micheál MARTIN minister van Ondernemingen,Handel en Werkgelegenheid talië:
mevrouw Letizia MORATTI minister van Onderwijs,Universiteiten en Onderzoek Cyprus
de heer Andreas MOLESKIS directeur generaal
Letlan :
mevrouw Ina DRUVIETE minister van Onderwijs en Wetenschappen de heer Arturs Krisjanis KARIhS minister van Economische Zaken Litouwen:
de heer Nerijus EIDUKEVIÈIUS vice minister van Economische Zaken de heer Raimundas MOCKELIUNAS vice minister van Onderwijs en Wetenschappen Luxemburg:
de heer François BILTGEN minister van Arbeid en Werkgelegenheid,minister van Cultuur,Hoger Onderwijs en Onderzoek,minister van
Eredienst
de heer Jeannot KRECKÉ minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel, minister van Sport
mevrouw Octavie MODERT staatssecretaris van Parlementszaken,staatssecretaris van Land en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling,staats secretaris van Cultuur,Hoger Onderwijs en Onderzoek.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)6
NL
Hongarije
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille,belast met Europese Zaken de heer Miklos BODA staatssecretaris van Onderzoek en Technologie Malta:
de heer Censu GALEA minister van Concurrentievermogen en Communicatie Ne erlan :
de heer Laurens Jan BRINKHORST minister van Economische Zaken mevrouw Maria van der HOEVEN minister van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap Oostenrijk:
de heer Martin BARTENSTEIN minister van Economische Zaken en Arbeid mevrouw Elisabeth GEHRER minister van Onderwijs,Wetenschap en Cultuur Polen:
de heer Michal KLEIBER minister van Wetenschappen en Informatisering de heer Krzysztof KRYSTOWSKI onderstaatssecretaris,ministerie van Economische Zaken en Arbeid
Portugal:
de heer Manuel PINHO minister van Economie en Innovatie de heer Mariano GAGO minister van Wetenschappen,Technologie en Hoger Onderwijs
Slovenië:
de heer Jurij ZUPAN minister van Hoger Onderwijs,Wetenschappen en Technologie
Slowakije:
de heer László POMOTHY staatssecretaris,ministerie van Economische Zaken Finlan :
de heer Mauri PEKKARINEN minister van Handel en Industrie Zwe en:
de heer Leif PAGROTSKY minister van Onderwijs en Cultuur de heer Sven Eric SÖDER staatssecretaris,ministerie van Industrie,Werkgelegenheid en Verkeer
Verenig Koninkrijk:
Lord SAINSBURY of TURVILLE staatssecretaris,minister van Wetenschappen en Innovatie

Commissie:
de heer Günther VERHEUGEN vice voorzitter
de heer Janez POTOÈNIK lid.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)7
NL
BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENT EVERMOGEN EN GROE : FOLLOW-UP VAN DE EUROPESE RAAD

VAN 22-23 MAART 2005
a) Strategie van Lissabon..De Raad heeft in aanwezigheid van de heer Günther Verheugen,vice voorzitter van de Commissie, kort van gedachten gewisseld over de aanbevelingen van de Commissie betreffende de geintegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (GR). Het voorzitterschap heeft de Raad zijns zienswijze op het toekomstige verloop van de besprekingen over de GR in de sector concurrentievermogen en onderzoek medegedeeld.Het onderstreepte het belang van een nauwe samenwerking tussen de formaties Ecofin en Concurrentievermogen. In dit verband heeft de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers verzocht voor een goede coördinatie te zorgen met betrekking tot de bijdragen van de verschillende voorbereidende instanties over de GR.Er is ook besloten de Raad (Concurrentievermogen)op 10 mei aanstaande bijeen te roepen om de micro economische aspecten van de GR voor groei en werkgelegenheid in detail te bespreken.
Er zij aan herinnerd dat de geintegreerde richtsnoeren de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB's)en de werkgelegenheidsrichtsnoeren omvatten,die respectievelijk door de Raad Ecofin en de Raad Epsco formeel moeten worden aangenomen.Vervolgens zullen de lidstaten, overeenkomstig de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 22 en 23 maart 2005,op basis van de geintegreerde richtsnoeren "onder hun eigen ver ntwoordelijkheid "n tion le hervormingsprogr mm 's" opstellen, die n hun eigen behoeften en n hun specifieke situ tie be ntwoorden. Voor deze progr mm 's z l volgens de in de lidst ten geldende procedures overleg worden gepleegd met lle bel nghebbenden op region l en n tion l nive u, met inbegrip v n de p rlement ire inst nties."De nationale hervormingsprogramma 's zouden moeten worden gevolgd door verslagen over de uitvoering in de jaren erna (najaar 2006 en 2007). De richtsnoeren worden -net als de nationale programma 's die ervan worden afgeleid -opgesteld voor een periode van drie jaar,teneinde de nodige stabiliteit voor de uitvoering te bieden.Zij kunnen,indien nodig,elk jaar worden aangepast in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag.Voorts kunnen de nationale programma 's worden gewijzigd indien daartoe de binnen landse politieke noodzaak bestaat..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)8
NL
b) Betere regelgeving..De Raad heeft nota genomen van de presentatie van de heer Günther Verheugen,vice voorzitter van de Commissie,van de Mededeling "Betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen in de Europese Unie".Na deze presentatie is een gedachtewisseling gehouden aan de hand van een vragenlijst van het voorzitterschap.De Raad heeft besloten tijdens zijn zitting van 6 en 7 juni aanstaande een diepgaand debat over deze kwesties te houden. Tijdens de bespreking hebben de delegaties een standpunt ingenomen ten aanzien van de voor stellen die de Commissie in haar Mededeling doet en met betrekking tot de acties die zij op het niveau van de lidstaten prioritair achten en de passende mechanismen om deze optimaal te coör dineren..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)9
NL
PROGRAMMA VOOR CONCURRENT EVERMOGEN EN NNOVAT E (C P)

De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de heer Günther Verheugen,vice voorzitter van de Commissie,van het nieuwe communautaire Programma voor concurrentievermogen en innovatie (2007 2013).
Dit programma groepeert bestaande programma's in een kader met drie pijlers ("Ondernemerschap en innovatie","Ondersteuning van het informatietechnologiebeleid"en "Intelligente energie voor Europa").Het voert ook nieuwe ondersteuningsacties in,met name voor het midden en kleinbedrijf (MKB),zoals bijvoorbeeld een risicokapitaalinstrument voor snel groeiende innoverende onder nemingen (GIF2)of een instrument voor effectisering van de portefeuille vorderingen van banken op MKB bedrijven waardoor de capaciteit inzake leningen aan MKB bedrijven van kleine en regionale banken kan worden vergroot.
De Commissie stelt voor de periode 2007 2013 een totaal financieringsbedrag van meer dan 4 miljard euro voor..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)10
NL
EEN DUURZAAM EUROPEES TOER SME - Conclusies van e Raa Na een korte gedachtewisseling over de Commissiemededeling "Basisrichtsnoeren voor een duur zaam Europees toerisme"van 24 november 2003 heeft de Raad de onderstaande conclusies aan genomen:
".....RAAD

1. HERINNERT AAN
de doelstellingen van de strategie van Lissabon;
de resolutie van de Raad over de toekomst van het Europese toerisme van mei 2002 1 ;
het uitvoeringsplan dat is aangenomen op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling te Johannesburg in september 2002;
de mededeling van de Commissie "Basisrichtsnoeren voor een duurzaam Europees toerisme"en de bijbehorende uitgebreide effectbeoordeling van november 2003 2 ;
2. NEEMT NOTA VAN de resultaten van de Europese fora voor toerisme,en met name van die van het jongste forum,dat op 15 en 16 oktober 2004 in Boedapest (Hongarije)is gehouden;

3. MERKT OP ..de Europese Unie nog steeds de belangrijkste toeristische bestemming van de wereld is,hetgeen economisch van groot belang is en in aanzienlijke mate bijdraagt tot de werkgelegenheid in de Europese Unie;

1 Doc.8447/02;PB C 135 van 6.6.2002.

2 Doc.15289/03 +ADD 1 COM (2003)716 def..18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)11
NL

4. ONDERSTREEPT dat de Europese Unie één van de rijkste en meest gevarieerde toeristische regio's van de wereld is,met een enorme verscheidenheid aan landschappen en culturen,infrastructuur van goede kwaliteit en een zeer professionele toeristische industrie, wat voor het bedrijfsleven grote mogelijkheden inzake duurzame groei en werkgelegenheid inhoudt en kansen biedt voor regionale ontwikkeling;
5. IS VAN OORDEEL dat de schat aan mogelijkheden van de nieuwe lidstaten op het gebied van toerisme,die een jaaropbrengst van 46 miljard euro en tot 3 miljoen banen kan genereren,volledig moet worden benut;

6. MERKT OP dat de economische ontwikkeling van landen als China,India,Rusland en Brazilië zal zorgen voor een grote toename van de vraag en dat de Europese toeristische industrie in een goede positie moet verkeren om daaraan te voldoen;
7. IS VAN OORDEEL dat een aantal economische en demografische uitdagingen moeten worden aangepakt,zoals de toename van het aantal toeristen uit hogere leeftijds categorieën,de specifieke en toenemende eisen van jonge toeristen,de toenemende concurrentie van andere toeristische bestemmingen en de voorziene afname van de Euro pese beroepsbevolking vanaf 2010;

8. ONDERSTREEPT dat de Europese instellingen,de lidstaten en de regio's hun samen werking moeten voortzetten en de uitwisseling van informatie tussen de belanghebbenden van de toerismesector moeten blijven stimuleren teneinde een passend beleid voor een duurzaam toerisme te ontwikkelen;

9. VERWELKOMT de instelling door de Commissie van een Groep duurzaam toerisme (GDT),die de opstelling en uitvoering moet sturen en controleren van een coherente reeks maatregelen welke door de verschillende belanghebbenden uit de toeristische sector moeten worden genomen met het oog op de opstelling,uiterlijk in 2007,van een "Euro pese Agenda 21 voor toerisme";

10. VERZOEKT de lidstaten om
mee vorm te geven aan een op samenwerking tussen belanghebbenden uit de toeristische sector gebaseerde aanpak teneinde bij te dragen aan de werkzaamheden van de GDT;
de bestaande instanties die bij uitstek bij duurzaam toerisme zijn betrokken,aan te moedigen op Europees niveau netwerken te vormen teneinde de informatie uitwisseling tussen toeristische bestemmingen te faciliteren;.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)12
NL

11. VERZOEKT de Europese toeristische industrie en andere belanghebbenden in de toerisme sector om:
actief deel te nemen en steun te verlenen aan de inspanningen van de Europese Unie en de lidstaten om een duurzaam Europees toerisme te ontwikkelen,in het bijzonder door middel van de werkzaamheden van de GDT;
bij te dragen tot de ontwikkeling van goederen en diensten die gebaseerd zijn op duurzame productie en consumptiepatronen,maatschappelijk verantwoord onder nemen aan te moedigen en bij te dragen tot dialoog en samenwerking tussen overheids en particuliere belanghebbenden;
duurzaamheid,eco efficiëntie en uitwisseling van goede praktijken te integreren in ondernemingsstrategieën en activiteiten ten einde de prestaties en het concurrentie vermogen op de wereldmarkt te versterken;

12. VERZOEKT de Commissie,de lidstaten en andere belanghebbenden in de toerismesector om:
methoden en instrumenten te gaan ontwerpen en gebruiken ter ontwikkeling en bevordering van duurzame productie en consumptiepatronen,om aldus het concurrentievermogen,de kwaliteit en het werkgelegenheidspotentieel van de Europese toeristische sector te verbeteren;
samen te werken ten gunste van de duurzaamheid van toeristische bestemmingen,in het bijzonder door de bescherming van natuurgebieden,biodiversiteit en cultureel erfgoed,die primaire hulpbronnen en belangrijke troeven van het Europese toerisme zijn;
bij de ontwikkeling en toepassing van deze maatregelen optimaal gebruik te maken van informatie en communicatietechnologieën en milieutechnologieën;
13. VERZOEKT de Commissie om:
het streven naar duurzaamheid op te nemen in het beleid en de initiatieven van de Gemeenschap in verband met toerisme,in het bijzonder aan de hand van haar instrument voor effectbeoordeling;
te faciliteren dat regionale,nationale,transnationale en internationale instanties en actoren met het oog op samenwerking en uitwisseling van informatie over duurzame initiatieven in de toeristische sector in een netwerk worden samengebracht; de lidstaten in het eerste halfjaar van 2006 van de activiteiten van de GDT in kennis te stellen,alsmede vóór eind 2007 bij de Raad een mededeling in te dienen betreffende een "Europese Agenda 21 voor toerisme",met aanbevelingen voor concrete acties die door de verschillende overheids en particuliere belanghebbenden kunnen worden uitgevoerd.".18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)13
NL
ZEVENDE KADERPROGRAMMA OP HET GEB ED VAN ONDERZOEK

Na de presentatie van de heer Janez POTOÈNIK,Commissaris voor onderzoek,te hebben gehoord, heeft de Raad een eerste gedachtewisseling gehouden over het voorstel voor het zevende kader programma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek,techno logische ontwikkeling en demonstratie (2007 2013). Deze eerste gedachtewisseling was toegespitst op de aspecten die het voorzitterschap in een aan de ministers voorgelegde nota had voorgesteld,namelijk de algemene structuur van het programma, onderzoek in samenwerking,het menselijk potentieel en de vereenvoudiging en rationalisatie van de uitvoering van het programma.
Het voorstel betreffende het volgende kaderprogramma op het gebied van onderzoek en techno logische ontwikkeling (2007 2013)sluit aan bij het zesde,nog lopende,kaderprogramma maar brengt er nieuwe elementen in aan om in te spelen op de huidige behoeften op het niveau van de Unie,zoals steun voor nieuwe infrastructuren,coördinatie van de nationale onderzoeksprogramma's op grotere schaal,het opzetten van gezamenlijke initiatieven op technologisch gebied of het bevorderen van geavanceerd onderzoek.Tevens heeft de Commissie,na raadpleging van de betrokken partijen,wijzigingen aangebracht met het oog op rationalisatie van de administratieve en financiële procedures en vereenvoudiging van de werking van de programma's. De totale door de Commissie voorgestelde begroting voor onderzoek voor de periode 2007 2013 bedraagt 73,215 miljard euro 3 .
3 Voor het lopende zesde kaderprogramma voor onderzoek,dat vier jaar bestrijkt (2003 2006),is 17,5 miljard euro uitgetrokken,zijnde 3,9%van de begroting van de Europese Unie..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)14
NL
TER 4 : VOLGENDE STAPPEN
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de stand van het ITER dossier. De Raad was ingenomen met de vorderingen die met alle partners zijn gemaakt,en met name met de constructieve ontmoeting tussen Commissielid POTOÈNIK en de Japanse minister NAKAYAMA op 12 april 2005.
De Raad heeft zijn conclusies van november 2004 bevestigd.Hij memoreert dat de Europese Raad van 22 en 23 maart 2005 heeft beklemtoond d t vóór eind 2005 een nv ng moet worden gem kt met de bouw v n ITER op de Europese loc tie en de Commissie heeft verzocht lles in het werk te stellen om deze doelstelling te bereiken, en in het bijzonder om vóór juli 2005 de l tste h nd te leggen n de intern tion le overeenkomst.De Raad zal alles in het werk stellen om de inter nationale overeenkomst betreffende ITER binnen het door de Europese Raad aangegeven tijd schema met zekerheid af te ronden.
De Raad heeft de Commissie verzocht de nodige voorbereidingen voor de sluiting van de inter nationale overeenkomst te bespoedigen,zodat deze onder het Luxemburgse voorzitterschap kan plaatsvinden.
Hij heeft de Commissie tevens verzocht de contacten met de partners te intensiveren om binnen de gestelde termijn met zoveel mogelijk partners tot een oplossing te komen,waarbij een oplossing met 6 partijen de voorkeur van de Raad blijft wegdragen. 4 ITER is de Engelse benaming van het ontwerp van een internationale thermonucleaire experimentele reactor.Zes partijen nemen deel aan de internationale onderhandelingen over dit ontwerp,namelijk de Europese Unie,Zuid Korea,China,de Verenigde Staten,Japan en Rusland..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)15
NL
MENSEL JK POTENT EEL N O&O: VROUWEN EN WETENSCHAP, CARR ÈRE EN

MOB L TE T VAN ONDERZOEKERS - Conclusies van e Raa De Raad heeft in aanwezigheid van de heer Janez POTOÈNIK,Commissielid voor onderzoek,een debat gehouden over het "menselijk potentieel in O&O:vrouwen en wetenschap,carriere en mobiliteit van onderzoekers".
Na dit debat heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen: "DE RAAD

1. HERINNERT AAN

* de essentiële rol van het beleid op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling in het kader van de strategie van Lissabon,het belang van een succesvolle verwezenlijking van de Europese onderzoeksruimte (EOR)en het belang dat de Euro pese Raad tijdens zijn bijeenkomst van 22/23 maart 2005,in het kader van de tussen tijdse evaluatie van de strategie van Lissabon,aan de ontwikkeling van het menselijk kapitaal heeft gehecht 5 ;

* de volgende resoluties van de Raad:resolutie inzake wetenschap en maatschappij en vrouwen in de wetenschap (26 juni 2001)6 ,resolutie betreffende de versterking van de mobiliteitsstrategie voor de Europese onderzoeksruimte (EOR)(10 december 2001)7 , resolutie inzake investeren in onderzoek ten behoeve van de groei en de concurrentie positie van Europa (22 september 2003)8 ,resolutie over het beroep en de loopbaan van onderzoekers binnen de Europese onderzoeksruimte (10 november 2003)9 ,resolutie betreffende gelijke toegang tot en deelneming van vrouwen en mannen aan de kennis maatschappij voor groei en innovatie (27 november 2003)10 ; 5 Doc.7619/05.
6 PB C 199 van 14.7.2001.
7 PB C 367 van 21.12.2001.
8 PB C 250 van 18.10.2003.
9 PB C 282 van 25.11.2003.
10 PB C 317 van 30.12.2003..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)16
NL

* het belangrijke recente werk over menselijk potentieel in wetenschap en technologie in Europa,zoals het rapport "Increasing Human Resources for Science and Technology in Europe"van de groep op hoog niveau Menselijk Potentieel,het rapport "Facing the Challenge:the Lisbon Strategy for Growth and Employment"van de groep op hoog niveau die bijdraagt aan de tussentijdse evaluatie van de strategie van Lissabon,de conferentie "Brain gain -the Instruments"van 29/30 september 2004 in Den Haag,en de vijfjaarlijkse evaluatie van de kaderprogramma's (1999 2003);
* de lopende werkzaamheden in het kader van Justitie en Binnenlandse Zaken betreffende de ontwerp richtlijn en de twee aanbevelingen inzake de toelating van onderdanen van derde landen tot de Europese Gemeenschap met het oog op het verrichten van weten schappelijk onderzoek.

2. ERKENT . inspanningen die de lidstaten en de Commissie zich op het gebied van menselijk potentieel in wetenschap en technologie reeds hebben getroost om een aantal maatregelen uit te voeren,met name die welke zijn erkend in de mobiliteitsstrategie en de daarbij aan sluitende resoluties van de Raad.

3. ERKENT ..het geconstateerde potentiële tekort aan onderzoekers,met name op het gebied van wetenschap,engineering en technologie,een ernstige bedreiging zal vormen voor het innovatieve vermogen,de kenniscapaciteit en de productiviteitsgroei van de EU in de nabije toekomst en een belemmering kan zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon en Barcelona.Europa moet derhalve een grote inspanning doen teneinde de nood zakelijke voorwaarden te scheppen om een loopbaan in onderzoek aantrekkelijker en duur zamer te maken en onderzoekers in staat te stellen een loopbaanstructuur en werkgelegen heidsperspectieven op lange termijn te ontwikkelen.
4. HERHAALT ..voldoende,goed ontwikkeld menselijk potentieel in O &O de hoeksteen vormt voor de toename van wetenschappelijke kennis,de technologische vooruitgang,de verbetering van de levenskwaliteit,het welzijn van de Europese burgers en de ontwikkeling van het concurrentievermogen van Europa.Daartoe:

* moeten aan onderzoekers in elke fase van hun loopbaan duurzame loopbaanperspectieven geboden worden,ongeacht hun contractuele situatie en het gekozen carrierepad in O &O, en moeten onderzoekers als beroepsbeoefenaars worden behandeld en een volwaardige rol spelen in de instellingen waar zij werken;.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)17
NL

* kan wetenschappelijke topkwaliteit worden verbeterd door bevordering van gender bewustzijn en billijkheid;evaluatie en selectieprocedures moeten transparant zijn en niet discrimineren op basis van geslacht.Europa heeft sterk gecoördineerde beleidsmaat regelen en acties op het gebied van gelijke kansen nodig om de participatie van vrouwen, met name in de besluitvorming,te bevorderen.De arbeidsvoorwaarden en de arbeids cultuur in wetenschappelijke kringen en het bedrijfsleven moeten inclusiever worden, zodat vrouwen de kans krijgen hun volledige potentieel te ontwikkelen.Het accent moet komen te liggen op het wegnemen van discriminatie en ongunstige factoren voor vrouwelijke onderzoekers,met name die welke met moederschap verband houden;
* is de intracommunautaire,internationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers een essentieel element voor loopbaanontwikkeling van onderzoekers en de kwaliteit van het onderzoek,een bron van vernieuwing en nieuwe ideeën voor onderzoeksorganisaties die kan bijdragen tot de totstandkoming van de Europese onderzoeksruimte.
5.BENADRUKT .... dat het nodig is om op alle passende niveaus coherente geintegreerde strategieën te blijven ontwikkelen voor menselijk potentieel in de EOR,met de nadruk op vier belangrijke aspecten:

* aanzienlijke verhoging van de middelen voor opleiding,mobiliteit en loopbaan ontwikkeling van onderzoekers,met inaanmerkingneming van de doelstellingen van Barcelona;

* bevordering van de loopbaanperspectieven van onderzoekers,waarbij de aantrekkelijk heid van de EU voor onderzoekstalent uit Europa en de hele wereld wordt verhoogd,en de belangstelling van jonge Europeanen voor een loopbaan in onderzoek wordt gestimuleerd;

* bevordering van gendergelijkheid in de wetenschap via nationale en Europese programma's en verhoging van de participatie van vrouwen in wetenschappelijk en industrieel onderzoek in de lidstaten;.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)18
NL

* verbetering van het algehele klimaat voor onderzoekers in Europa,met name via verbetering van hun vaardigheden voor een zich over meerdere sectoren uitstrekkende loopbaan en door stappen te ondernemen om de resterende belemmeringen voor intra communautaire en intersectorale mobiliteit weg te nemen.
6.IS INGENOMEN MET

* de aanbevelingen van de Commissie van 11 maart 2005 over het Europees Handvest voor Onderzoekers en de gedragscode voor de aanwerving van onderzoekers 11 ,die tot de lid staten gericht is en hun een instrument bezorgt om op vrijwillige basis verdere initiatieven te nemen voor de verbetering en de consolidering van de loopbaan perspectieven van onderzoekers in Europa en voor de totstandbrenging van een open arbeidsmarkt voor onderzoekers;

* het werkdocument van de diensten van de Commissie van 11 maart 2005 "Women in Science:Excellence and Innovation -Gender Equality in Science"12 waarin nieuwe en blijvende prioriteiten voor toekomstige actie zowel op het niveau van de lidstaten als Europees niveau worden uiteengezet en waarin wordt voorgesteld dat de doelstellingen met betrekking tot de participatie van vrouwen in wetenschap nauwkeuriger moeten worden geformuleerd,en dat zij hoofdzakelijk gericht moeten zijn op de rol van vrouwen in de besluitvormingsprocessen en bepaalde disciplines of gebieden;
* het uitvoeringsverslag van de Commissie 2004 over "Een mobiliteitsstr tegie voor de Europese onderzoeksruimte en "Onderzoekers in de Europese onderzoeksruimte. een beroep, meerdere loopb nen
13
dat aangeeft dat het doel van deze strategie nu is om een open trans Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers te ontwikkelen met aantrekkelijke loopbaanperspectieven,waarbij een nuttige "brain circulation"wordt gesteund en zodoende de "brain drain"zowel in Europa als wereldwijd wordt beperkt.
7.VERZOEKT DE LIDSTATEN:

* bij het formuleren van strategieën voor menselijk potentieel en mobiliteit en het uittrekken van middelen voor programma's,zoals institutionele mechanismen voor kwaliteitsborging,financieringscriteria en audit ,monitoring en evaluatieprocessen, waar passend,in overeenstemming met hun juridisch kader,rekening te houden met de beginselen die zijn neergelegd in het handvest en de gedragscode; 11 Doc.7321/05 COM(2005)576 def.
12 Doc.7322/05 -SEC(2005)370.
13 Doc.SEC(2005)474..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)19
NL

* de bekendheid met het handvest en de code in eigen land te vergroten,op vrijwillige basis,actief contact te onderhouden met werkgevers,financieringsorganisaties,onder zoekers en andere betrokkenen,op hun verzoek en waar passend toezichtmechanismen in te stellen ter begeleiding van de verschillende maatregelen;
* de verdere ontwikkeling van naar geslacht uitgesplitste gegevens over de participatie van vrouwen in onderzoek aan te moedigen,waaronder het opstellen van jaarstatistieken inzake aanwerving;

* ambitieuze doelstellingen te formuleren voor de participatie van vrouwen,met speciale aandacht voor gebieden waar vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn,en met name het aantal vrouwen in leidende posities aanzienlijk te verhogen teneinde,als een eerste stap,de doelstelling van 25%in de overheidssector als gemiddelde in de EU te bereiken en participatie in industrieel onderzoek en technologie te stimuleren;
* te blijven toewerken naar arbeidsvoorwaarden die zowel mannelijke als vrouwelijke onderzoekers in staat stellen werk en gezin,kinderen en loopbaan te combineren;er moeten met name passende regelingen voor ouderschapsverlof ingesteld worden;gender onderzoek te intensiveren en de genderdimensie bij onderzoek te versterken,onder meer door analyse van de veranderende rolpatronen en levensplannen van vrouwen en mannen in Europa;

* bij te dragen aan de totstandkoming van een open en transparante Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers door het bevorderen van open en voor heel Europa toegankelijke aan wervingsprocedures,bijvoorbeeld door gebruikmaking van het paneuropese mobiliteits portaal voor onderzoekers;

* hun inspanningen voort te zetten om de resterende belemmeringen voor mobiliteit weg te nemen,ook die welke verband houden met transnationale,internationale en intersectorale mobiliteit,alsmede mobiliteit tussen en binnen verschillende functies,rekening houdend met een uitgebreide Europese Unie.

8.VERZOEKT DE COMMISSIE:

* periodiek te rapporteren over de ervaringen bij de follow up van het Handvest en de code, en daarbij ook gebruik te maken van informatie van lidstaten;.18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)20
NL

* de participatie van vrouwen als onderzoekers,evaluatiedeskundigen,deskundigen en leden van de raad van advies in de kaderprogramma's te blijven verbeteren en regelmatig te rapporteren over de vorderingen hierbij;

* het Gender Watch System verder te ontwikkelen door regelmatig voortgangsverslagen op te stellen,waaronder genderactieplannen;

* de uitvoering van en het toezicht op de mobiliteitsstrategie en de acties gebaseerd op "loopbaancommunicatie"voort te zetten in nauwe samenwerking met de lidstaten,de kandidaat lidstaten en de bij het kaderprogramma betrokken landen,via de stuurgroep menselijk potentieel en mobiliteit,en uitgaand van de beginselen van de open coördinatiemethode.

9.VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:

* het gebruik van bewustmakingscampagnes te stimuleren om te zorgen dat onderzoekers meer erkenning krijgen bij het publiek,en de wetenschappelijke cultuur in heel Europa te bevorderen opdat het publiek meer inzicht krijgt in het beroep van onderzoeker en in hun bijdrage aan de samenleving,en meer jongeren worden aangemoedigd om een loopbaan in O &O te beginnen;

* betere voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van onderzoek in en door de particuliere sector en maatregelen te nemen om intensievere samenwerking tussen de universiteiten en het bedrijfsleven aan te moedigen." .18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)21
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ONDERZOEK
EU-Korea: On erzoek op het gebie van fusie-energie De Raad heeft een besluit aangenomen tot vaststelling van richtsnoeren voor de Commissie met het oog op onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Korea inzake onderzoek naar fusie energie. Raa geven comité voor het fusieprogramma
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij het systeem van gewogen stemmen van het raad gevend comité voor het fusieprogramma wordt aangepast in verband met de toetreding van tien nieuwe lidstaten in mei 2004 (7368/05..
Bij dit besluit wordt het Besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het raadgevend comité voor het fusieprogramma gewijzigd. EXTERNE ETREKKINGEN
nternationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Bevriezing van tegoe en De Raad heeft een besluit aangenomen houdende wijziging van de lijst van personen aan wie economische sancties zijn opgelegd wegens hun inbeschuldigingstelling door het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)(7839/05).Bij dit besluit wordt de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB gewijzigd. Naar aanleiding van de overbrenging van de heren Ljubomir BOROVCANIN,Gojko JANKOVIC, Sreten LUKIC,Drago NIKOLIC en Vinko PANDUREVIC naar de detentiefaciliteiten van het ICTY zijn hun namen van de lijst geschrapt..18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)22
NL
Het ICTY heeft daarentegen de heer Zdravko TOLIMIR,van wie de inbeschuldigingstelling op
10 februari 2005 bekend is gemaakt,op de lijst van aangeklaagde en voortvluchtige personen geplaatst.Deze naam wordt derhalve toegevoegd aan de lijst waarop het besluit van de Raad van toepassing is.
De Raad heeft in oktober 2004 14 maatregelen voor het bevriezen van alle geldmiddelen en tegoeden die toebehoren aan de door het ICTY in staat van beschuldiging gestelde personen vastgesteld.
EU-Oekraïne - Verga ering van het samenwerkingscomité De Raad heeft het standpunt van de EU met het oog op de 7e vergadering van het samenwerkings comité EU Oekraine die op 22 april aanstaande te Brussel aangenomen. Tot de te behandelen punten van gemeenschappelijk belang behoort de uitvoering van het actieplan ter versterking van het strategisch partnerschap tussen de twee partijen. UIT REIDING
Roemenië - Consumentenbescherming - Systeem voor informatie-uitwisseling De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring door de Associatieraad EU Roemenië van de deelneming van Roemenië aan het communautaire systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks en gebruiksartikelen (RAPEX systeem) (7807/05 en UE-RO 1807/04).
In 2003 heeft Roemenië (evenals Bulgarije)de Commissie verzocht de procedures in te leiden om de toegang van Roemenië tot het RAPEX systeem mogelijk te maken.Roemenië en Bulgarije hebben tot dusver actief deelgenomen aan het parallelle TRAPEX systeem (overgangssysteem voor de snelle uitwisseling van informatie),het voor de kandidaat lidstaten bestemde equivalent van RAPEX.

14 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB (PB L 315 van 14.10.2004,blz.52), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/148/GBVB (PB L 49 van 22.2.2005,blz.34)..18.IV.2005 7723/05 (Presse 75)23
NL
Betrekkingen met Bulgarije
De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europa overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en Bulgarije in verband met de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie in mei 2004 (13163/04 + COR 2 + COR 3).
WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL ELEID
Gezon hei en veilighei van werknemers - Optische straling De Raad heeft zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld betreffende een ontwerp richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia wat optische straling betreft (5571/05).Het gemeenschappelijk standpunt zal voor tweede lezing aan het Europees Parlement worden toegezonden.
In de ontwerp richtlijn:

- worden minimumvoorschriften inz ke gezondheid en veiligheidmet betrekking tot de bloot stelling van werknemers aan de risico's van optische straling vastgesteld teneinde de controle regelingen van de lidstaten te harmoniseren;

- wordtdaarnaar gestreefd door terug te grijpen naar de alom aanvaarde richtsnoeren inzake beperking van de blootstelling,die door de intern tion le commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende str ling (ICNIRP) zijn uitgevaardigd.Deze wetenschappelijk onderbouwde richtsnoeren zijn bedoeld ter voorkoming van de acute en langetermijneffecten voor de ogen en de huid die zich bij uiterst hoge blootstellingsniveaus kunnen voordoen;
- wordtdewerkgeverseen reeks verantwoordelijkheden opgelegd,waaronder eisen inzake risico beoordeling,beperking van de blootstelling,gezondheidstoezicht en voorlichting en opleiding van de werknemers;

- behoren tot de werknemerswaarop de richtlijn van toepassing zal zijn,bijvoorbeeld,werknemers die met lasers en elektrische lasapparatuur werken,werknemers in de staal en gl sindustrieen werknemersin solariums..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)24
NL
De ontwerp tekst is bedoeld als vierde en laatste afzonderlijke richtlijn ingevolge de beslissing van 1999 tot splitsing van het oorspronkelijke Commissievoorstel voor een richtlijn betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia 15 .Er zijn reeds afzonderlijke richtlijnen aan genomen betreffende mechanische trillingen,lawaai en elektromagnetische velden. INTERNE MARKT
Motorrijtuigenverzekering - Bepalingen betreffen e wettelijke aansprakelijkhei * De Raad heeft een richtlijn aangenomen betreffende de verzekering tegen de wettelijke aan sprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (16182/2/03 + ADD 1; 5338/05; 6250/05 + ADD 1).Hij heeft alle amendementen van het Parlement in tweede lezing aanvaard.De Duitse en de Italiaanse delegatie hebben zich bij de stemming onthouden.
Deze richtlijn heeft tot doel de motorrijtuigenverzekeringsmarkt te verbeteren,slachtoffers van ongevallen beter te beschermen en enkele leemten in de bestaande wetgeving op te vullen,rekening houdend met de toename van het grensoverschrijdende verkeer. De voornaamste elementen zijn:de verbetering van de verzekeringsdekking in geval van een lang durig verblijf buiten het land waar het voertuig is geregistreerd,de verhoging van de minimum bedragen van de verzekeringsdekking voor lichamelijk letsel en voor materiële schade in de gehele Unie,en de afschaffing van de bestaande uitsluiting van de verzekeringsdekking omdat de bestuurder onder invloed van alcohol was of bij een ongeval waarbij een niet geidentificeerd voer tuig is betrokken.
De lidstaten moeten uiterlijk twee jaar na de bekendmaking van de richtlijn in het Publicatieblad van de EU aan de nieuwe bepalingen voldoen.
Bij deze richtlijn worden de Richtlijnen 72/166/EEG,84/5/EEG,88/357/EEG,90/232/EEG en 2000/26/EG gewijzigd.
Consumentenbescherming - Oneerlijke han elspraktijken * De Raad heeft een richtlijn aangenomen waarbij een verbod wordt ingesteld op oneerlijke handels praktijken van ondernemingen waardoor de belangen van consumenten worden geschaad (voor meer det ils zie persmededeling 8124/05).


15 PB C 77 van 18.3.1993,blz.12.

We t s t r a a t 1 7 5 B -1 4 8 B R U S S E L T e l .:+3 2 ()2 2 8 5 6 2 1 9 /6 3 1 9 F a x :+3 2 ()2 2 8 5 8 2 6 press.office@consilium.eu.int http://ue.eu.int/Newsroom