Nederlandse Politiebond


Persbericht politiebonden ACP, NPB en VMHP

Gepubliceerd: dinsdag 19 april 2005.

REMKES: ALLEEN MET LEGE HANDEN

OVERLEG TUSSEN POLITIEBONDEN EN MINISTER REMKES LEVERT NIETS OP!

In de afgelopen maanden hebben de politievakorganisaties met minister Remkes overleg gevoerd over de gevolgen van het Museumpleinakkoord voor de sector politie. Het gaat daarbij om het prepensioen, levensloop, loondoorbetaling in het eerste en tweede ziektejaar en de nieuwe arbeidsongeschiktheidswet. Er is ook gesproken over de gevolgen van de nieuwe Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006. De wetswijziging heeft voor politiemensen grote negatieve gevolgen, zowel op het punt van de premie als de inhoud van het pakket. De politievakorganisaties hebben aangegeven het CAO-overleg te willen heropenen.

De drie politievakorganisaties, ACP, NPB en VMHP, kunnen maar één conclusie trekken. Minister Remkes, de werkgever van de politie, wil een groot aantal regelingen verregaand verslechteren. De bezuinigingen gerealiseerd in het Museumpleinakkoord lijken voor hem niet voldoende. Politiemensen moeten van de minister nóg meer inleveren. De politievakorganisaties zijn van mening dat met de voorgestelde verslechteringen het werken bij de politie grote financiële gevolgen voor politiemensen zal veroorzaakt.

Dat de politie een zwaar en risicovol beroep is, behoeft geen betoog. De politievakbonden zijn van mening dat de regelingen op het gebied van dienstongevallen en beroepsziekten ongewijzigd blijven. De minister wil een slechtere voorziening. De gevolgen van het politiewerk worden meer dan nu het risico van de politiewerknemer.

Verder wil de minister de recent overeengekomen prepensioenregeling aanzienlijk verslechteren. Onaanvaardbaar wat de politievakorganisaties betreft. De omstandigheden waaronder politiemensen werken wordt steeds zwaarder. Er is een grens aan hoelang je als werkgever en samenleving een dergelijke bijdrage mag vragen van een 'diender'. Handhaving van de huidige prepensioensystematiek is niet het handhaven van een 'gouden' regeling, maar een redelijke regeling waaraan medewerkers fors bijdragen. De regeling houdt bovendien rekening met de zwaarte van het politievak. Vreemd genoeg is het voor de minister geen probleem om de uittredingsleeftijd voor Rijksambtenaren recentelijk te verlagen naar 57 jaar. Sinds wanneer is bureauwerk bij het Rijk zwaarder dan het werk bij de politie?

Tot slot weigert de minister het CAO-overleg te open. De minister geeft aan niet over de benodigde financiële middelen te beschikken (misschien na de zomer wel!). Opnieuw een wonderlijk standpunt. Recent heeft de minister een CAO voor Rijksambtenaren afgesloten met een structurele loonsverhoging. Opvallend detail is dat deze loonafspraak strijdig is met de afspraak tussen het kabinet, werkgevers en werknemers over de nullijn in 2004.

De politievakorganisaties begrijpen helemaal niets van de opstelling van de minister. Het is een belediging van iedereen die bij de politie werkt! De afgelopen jaren zijn de prestatiecontracten door alle korpsen gehaald. Daar hebben alle medewerkers zich tot het uiterste voor ingespannen. Als werkgever wil de minister daar helemaal niets tegenoverstellen.

Onaanvaardbaar! De komende twee weken zullen wij ertoe overgaan de achterban te raadplegen. Wij verwachten dat het de wens is van onze leden om andere middelen in zullen zetten om de minister op andere gedachten te brengen. De voorbereidingen worden nu in gang gezet!

Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. © 19 04 2005 NPB