Ingezonden persbericht

Zelden controle op naleving Bouwbesluit

ROTTERDAM, 20050419 -- In het eerste kwartaal van dit jaar heeft USP Marketing Consultancy binnen de bouwsector onderzoek gedaan naar controle op het bouwbesluit en de mate waarin het duidelijk is wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van een gebouw. De controle op het naleven van het bouwbesluit valt tegen: met name veel afbouwers (65%) geven aan dat er zelden gecontroleerd wordt. Daarentegen is het binnen de meeste marktpartijen wel duidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van een gebouw; binnen de installateurs (e&w) bevindt zich echter de grootste groep (37%) voor wie dit niet duidelijk is.


USP heeft in februari dit jaar de volgende stelling voorgelegd aan diverse marktpartijen (652 geslaagde enquêtes, ge-lijkverdeeld over de verschillende marktpartijen) : "Wij worden zelden gecontroleerd of we conform bouwbesluit werken". Het is op zijn minst opmerkelijk om te moeten constateren dat binnen de meeste marktpartijen de ervaring is dat zelden gecontroleerd wordt of men volgens bouwbesluit werkt. Met name binnen de afbouwsector (schilders, stukadoors en tegelzetters) wordt men blijkbaar zelden geconfronteerd met die controle (65% is het (zeer) eens met de stelling). Archi-tecten beleven dit heel anders: daarvan is 59% het niet eens met de stelling en zelfs 21% het zeer oneens. Het percen-tage hoofdaannemers B&U en GWW dat stelt zelden gecontroleerd te worden, is in relatie met andere marktpartijen laag, maar absoluut gezien hoog. Het lijkt er dus sterk op dat plannen wel worden gecontroleerd (zie resultaten architec-ten), maar dat controle tijdens de uitvoer veel minder vaak gebeurt (zie resultaten andere marktpartijen).

Tevens is gevraagd of het duidelijk is wie nu uiteindelijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van een gebouw. Alhoewel het binnen alle onderzochte marktpartijen voor het merendeel van de mensen duidelijk is wie die verantwoordelijkheid draagt, blijft er toch nog steeds een groep (afhankelijk van de marktpartij variërend van 13% tot 37%) voor wie dat niet duidelijk is.

Onder de aannemers B&U bevindt zich de kleinste groep (13%) voor wie het niet duidelijk is wie nu de eindverantwoor-delijke is voor de kwaliteit van een gebouw. Daarentegen is bij de overige marktpartijen steeds een noemenswaardige groep mensen voor wie het niet duidelijk is. Daar waar het bij installateurs en afbouwers nog kan liggen aan de aard van het werk en de plaats in het gehele bouwproces, lijkt dit bij bijvoorbeeld architecten een stuk minder waarschijnlijk.

Mogelijke oorzaak van het feit dat een opmerkelijk aantal mensen geen zicht heeft op de verantwoordelijkheidsvraag is de projectstructuur waarin gewerkt wordt binnen de bouwsector. De samenstelling van betrokken bouwpartijen veran-dert per project en zo ook de rolverdeling: partijen kunnen op verschillende manieren en momenten het bouwproces binnenkomen. Hierdoor komt druk te liggen op de onderlinge coördinatie; een aspect dat ook in de faalkosten-discussie reeds naar voren kwam. Afstemming tussen de verschillende betrokken marktpartijen is essentieel en daarbij hoort ook helderheid in de verantwoordelijkheidsvraag.




Ingezonden persbericht