Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 25-26 april 2005.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr. B. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 25-26 april 2005

Algemene zaken

Financiële Perspectieven
Voor de Financiële Perspectieven staat de presentatie van de aangepaste "negotiating box" van het Luxemburgse Voorzitterschap op de agenda. Tijdens de RAZEB van 16 maart is de eerste versie van de "negotiating box" gepresenteerd (deze gaat u separaat op vertrouwelijke basis toe). De afgelopen weken hebben de lidstaten in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers in Brussel (Coreper II) commentaar gegeven op de inhoud ervan. Op basis van dit commentaar zal het Luxemburgse Voorzitterschap een aangepaste versie presenteren (op het moment is deze nog niet beschikbaar). Na discussie in de komende RAZEB zal de aangepaste "negotiating box" worden besproken in Coreper II en in ministeriële bijeenkomsten in mei en juni. Vooralsnog streeft het Luxemburgse Voorzitterschap naar een akkoord over de Financiële Perspectieven tijdens de Europese Raad van 16 en 17 juni 2005.

Er was in Coreper II veel kritiek van lidstaten op de inhoud van de eerste versie van de "negotiating box", vooral op de indeling ervan in discussiepunten (cursieve tekst) en punten waarover overeenstemming zou bestaan (normale tekst). Hierdoor lijkt het of er over bepaalde punten consensus is, terwijl dit in feite niet zo is. Ook wordt de discussie over het totale uitgavenplafond niet als apart punt genoemd. Bij de Lissabon-strategie (categorie 1a) wordt niet gerefereerd aan het belang van structurele hervormingen op nationaal niveau en ook niet aan het criterium van "excellence". Bij cohesiebeleid (categorie 1b) lijkt het alsof er overeenstemming bestaat over een groot aantal controversiële punten, terwijl dit niet zo is. Een positief punt van de "negotiating box" is dat er een paragraaf in staat over de inkomstenkant (Eigen Middelen), waarin een generiek correctiemechanisme als discussiepunt is opgenomen.

Nederland vindt dat de aangepaste versie van de "negotiating box" met name op het terrein van cohesiebeleid en het totale uitgavenplafond een betere weerspiegeling moet vormen van de discussie tot nu toe dan de eerste versie. Verder vindt Nederland het van groot belang dat de inkomstenkant (Eigen Middelen) onderdeel blijft van de "negotiating box".

Externe betrekkingen

Midden Oosten vredesproces
De Raad zal aandacht besteden aan de uitkomsten van het bezoek van premier Sharon aan de VS en de betekenis daarvan voor het vredesproces. De voortgang van het proces zal op korte termijn in hoge mate afhangen van de bereidheid van president Abbas uitvoering te geven aan de afspraken die in februari jl. in Sharm el-Sheikh met premier Sharon zijn gemaakt over de beteugeling van terroristische acties tegen Israël. Hij zal mede met het oog daarop tevens de noodzakelijke hervorming van de veiligheidsdiensten krachtiger ter hand moeten nemen. Israël zal parallel hieraan en ter versterking van de positie van president Abbas met spoed de in Sharm el-Sheikh toegezegde maatregelen ter verlichting van de levensomstandigheden van Palestijnen moeten nemen (met name opheffing wegversperringen en afsluitingen, en verdere terugtrekking uit Palestijnse steden). Tevens zal Israël, conform de Roadmap, de voortgaande bouw van nederzettingen moeten staken en illegale outposts moeten ontmantelen. Voortzetting van de huidige situatie in de Palestijnse Gebieden zal zeker ook Hamas in de kaart spelen tijdens de verkiezingen voor het Palestijnse parlement in juli.

Nederland en de EU zullen er bij beide partijen op blijven aandringen de bovengenoemde verplichtingen op korte termijn na te komen en in samenwerking met met name de VS en betrokken VN-instellingen bijdragen aan versterking van de institutionele capaciteiten van de Palestijnse Autoriteit op bestuurlijk en veiligheidsgebied.

Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de relatie met Servië en Montenegro. Uitgangspunt van de besprekingen is de "haalbaarheidsstudie" die de Commissie op 12 april jongstleden publiceerde. Hierin wordt de Raad geadviseerd onderhandelingen te openen inzake het afsluiten van een Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO) met Servië en Montenegro. Indien de Raad dit advies overneemt zal de Commissie een onderhandelingsmandaat opstellen. De Commissie baseert haar positieve advies op de vooruitgang die Servië en Montenegro heeft geboekt op diverse terreinen, waaronder samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY). Nederland onderschrijft de wenselijkheid van het starten van onderhandelingen over het afsluiten van een SAO met Servië en Montenegro als ondersteuning van de door de regering in Belgrado doorgevoerde hervormingen. Tegelijkertijd is van belang dat verdere vooruitgang wordt geboekt ten aanzien van cruciale thema's als het functioneren van de Statenunie, versterking van het parlement en uitvoerende macht, mensenrechten en de positie van minderheden, en volledige samenwerking met het ICTY als voorwaarde voor verdere toenadering van Servië en Montenegro tot de Europese Unie.

Follow-up actieplan Tsunami
Het actieplan overkoepelt de initiatieven van de Unie en lidstaten naar aanleiding van de zeebeving/tsunami's in de Indische Oceaan. Hoofddoel van dit plan is om de beschikbare middelen beter te coördineren, teneinde de gevolgen van dergelijke gebeurtenissen, nu en in de toekomst, efficiënt op te vangen. Dit is gecompliceerd omdat het gaat om de inzet van een grote verscheidenheid aan instrumenten naar gelang herkomst (Unie en lidstaten) en aard (humanitair, consulair, civiel en militair).

De Raad zal een tussentijdse balans opmaken van alle lopende werkzaamheden die invulling geven aan het actieplan Tsunami. De Europese Commissie presenteert hiertoe onder andere een voortgangsrapportage en voorstellen gericht op versterking van de reactiecapaciteit van de EU en verbetering van het Gemeenschapsmechanisme voor civiele bescherming. Een meer uitgebreide discussie en besluitvorming zal plaatsvinden in de RAZEB van 23 en 24 mei.

Rusland
De Raad zal spreken over de voorbereidingen van de EU-Rusland Top in Moskou op 10 mei 2005. Net als tijdens de vorige Top in november 2004 in Den Haag zal worden geprobeerd overeenstemming te bereiken over de uitwerking van de vier gemeenschappelijke ruimten (economisch; interne veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid; externe veiligheid; onderzoek, onderwijs en cultuur). Overeenkomstig de Nederlandse inzet zal de EU blijven vasthouden aan de afronding van de vier ruimten als één pakket, waarbij essentiële EU-belangen overeind dienen te blijven.

Zimbabwe
De Raad zal spreken over de ontwikkelingen na de parlementsverkiezingen in Zimbabwe die zijn gehouden op 31 maart 2005.

Op 5 april jl. heeft de EU een verklaring afgelegd waarin onder meer is opgenomen dat de verkiezingen niet kunnen worden aangemerkt als 'vrij en democratisch'. Nederland heeft zich daarbij hard gemaakt voor veroordeling van de verkiezingen als niet 'vrij en eerlijk', aangezien het klimaat waarin de verkiezingen zijn gehouden werd gekenmerkt door intimidatie, ongelijke toegang tot de media, muilkorving van de pers en selectieve toepassing van restrictieve wetgeving op het gebied van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering. Weliswaar was er ten opzichte van vorige verkiezingen op enkele punten wel enige verbetering, zoals minder politiek geweld en bepaalde wetswijzigingen, maar die hebben geen substantiële invloed gehad op het negatieve klimaat in de aanloop naar en rond de verkiezingen.

Bovendien is na de bekendmaking van de uitslag - tweederde meerderheid voor regeringspartij ZANU-PF van president Zimbabwe - grote twijfel gerezen over de gang van zaken bij het tellen en doorgeleiden van de stemmen. Nederland ondersteunt daarom initiatieven om de Zimbabwaanse autoriteiten aan te sporen de gegevens per stembureau beschikbaar te stellen en een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken hieromtrent.

De Raad heeft in februari 2005 bij de verlenging van de sancties, gericht tegen het Zimbabwaanse regime, besloten deze te herzien na de verkiezingen. Bij de herziening van de sancties zal Nederland inzetten op een objectieve toetsing van de eisen die in de sanctieverordening aan Zimbabwe zijn gesteld, te weten verbetering in het beleid van de Zimbabwaanse overheid op het gebied van mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en rule of law. Op basis van een beoordeling van deze criteria ziet de regering vooralsnog geen aanleiding om de sancties te versoepelen.

Grote Meren
De Raad zal inzake de Grote Meren-regio in de eerste plaats aandacht besteden aan de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo (DRC). Deze zouden plaatsvinden op 30 juni 2005, maar begin januari jl. liet de voorzitter van de Congolese verkiezingscommissie weten dat deze datum zeer waarschijnlijk niet haalbaar is. De verkiezingscommissie moet nu een tijdspad voor de verkiezingen opstellen en aan het parlement ter goedkeuring voorleggen. Daarnaast zal de Raad spreken over de EU-missie die eind april naar de DRC zal vertrekken om aldaar binnen de verschillende organen op het gebied van demobilisatie en militaire integratie alsmede de centrale defensiestaf te adviseren. Nederland zal mogelijk deelnemen aan deze adviserende missie. Tot slot zal het verkiezingsproces in Burundi worden besproken. De verkiezingen zullen vermoedelijk in mei plaatsvinden. Het is van belang dat de verkiezingscommissie deze spoedig uitschrijft, gelet op het uitstel van de verkiezingen in het verleden. Daarnaast is het gewenst dat de internationale gemeenschap ook na de verkiezingen Burundi blijft steunen.

Soedan
De Raad zal de situatie in Darfur en de implementatie van het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Soedan bespreken. Daarbij zullen uiteraard ook de onlangs aangenomen resoluties over Soedan door de VN-Veiligheidsraad aan de orde komen.

Nederland verwelkomt de drie resoluties - met betrekking tot het mandaat van UNMIS (1590), doorverwijzing van de Darfur-zaak naar het Internationaal Strafhof in Den Haag (1593) en het instellen van sancties met betrekking tot Darfur (1591). Voor wat betreft UNMIS beziet Nederland de mogelijkheid waarnemers te sturen naar de missie. Bij de overwegingen speelt de bijdrage van andere EU-landen aan de waarnemersmissie van UNMIS, waarover nog geen duidelijkheid bestaat, een belangrijke rol. Voor wat betreft het Internationaal Strafhof zal naar aanleiding van de negatieve reacties van de Soedanese regering op deze resolutie steeds benadrukt moeten worden dat Soedan constructief dient samen te werken met het Hof. Ter implementatie van VNVR-resolutie 1591 inzake de instelling van sancties zal de Raad waarschijnlijk een gemeenschappelijk standpunt vaststellen met betrekking tot visumrestricties en bevriezing van tegoeden. Deze maatregelen komen in aanvulling op de al bestaande restrictieve maatregelen (het EU-wapenembargo).

De Raad zal vermoedelijk kort terugblikken op de donorconferentie in Oslo. Nederland verwelkomt de toezeggingen van donoren tijdens de Oslo donorconferentie. Het is van belang dat donoren de bedragen ook daadwerkelijk beschikbaar stellen. Dit is gekoppeld aan de voortgang gemeten aan de hand van een aantal internationaal overeengekomen benchmarks.

De Raad zal tenslotte spreken over de manier waarop druk op alle partijen in Soedan opgevoerd kan worden om met urgentie te werken aan een oplossing van het conflict in Darfur. Daarbij zullen zowel de noodzaak om de onderhandelingen in Abuja tussen regering en rebellen te hervatten als het functioneren van de AU-missie in Darfur aan de orde komen en de steun van de EU aan de AU-missie en eventuele uitbreiding daarvan.


---- --