INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS
Inspectie presenteert Onderwijsverslag 2003/2004
Onderwijs aan zwakste leerlingen schiet tekort
Utrecht, 20 april 2005. De resultaten van de Nederlandse leerlingen
mogen er beslist zijn. Scholen pakken nieuwe uitdagingen en
verbeteringen goed op. Desondanks ziet de Onderwijsinspectie dat het
onderwijs op een aantal punten tekort schiet. Eén op de tien
leerlingen profiteert volstrekt onvoldoende van het onderwijs.
Daarnaast slagen niet alle scholen erin een antwoord te vinden op
groeiende maatschappelijke problemen, zoals het gebrek aan veiligheid
en sociale cohesie. De inspectie signaleert deze thema's in het
Onderwijsverslag 2003/2004, dat vandaag verschijnt.
Uit diverse internationaal vergelijkende studies blijken goede
prestaties van Nederlandse leerlingen bij begrijpend lezen, Engels en
de exacte vakken. Bij begrijpend lezen en de exacte vakken behoort de
gemiddelde Nederlandse 15-jarige tot de besten van de wereld. Ook bij
het vak Engels staat Nederland internationaal gezien op een gunstige
plaats. Nederlandse onderwijsgevenden mogen hier trots op zijn.
Gemiddeld scoren de Nederlandse leerlingen dus goed, maar er is ook
een relatief grote groep zwakke leerlingen. Ongeveer 10% van de
leerlingen in het basisonderwijs kan aan het eind van groep 3 nog niet
goed genoeg lezen. Bij technisch lezen scoort 10% van de leerlingen
aan het eind van groep 8 niet hoger dan de gemiddelde leerling aan het
begin van groep 6. Op dit punt zijn geen verschillen tussen allochtone
en autochtone leerlingen. Van de schoolverlaters in de leeftijd van 16
tot 19 jaar kan 7% nog steeds niet goed genoeg lezen om zich in onze
samenleving zelfstandig te kunnen redden.
Speciaal basisonderwijs
De meeste scholen voor speciaal basisonderwijs zijn er in relatief
korte tijd in geslaagd de zorg voor hun eigen kwaliteit op een
systematische wijze inhoud te geven. Het beleid van de scholen is meer
resultaatgericht geworden. Ze werken hard aan versterking van de
leerlingenzorg. Toch heeft meer dan de helft van de scholen nog
onvoldoende inzicht in de effecten van hun inspanningen. Op ruim 70%
van de scholen ontbreekt het aan een beredeneerd individueel
ontwikkelingsperspectief voor elke leerling. De inspectie zal hier in
haar toezicht bijzondere aandacht aan geven.
Speciaal onderwijs
De kwaliteit op veel scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet
speciaal onderwijs is nog onvoldoende. Bij de helft van deze scholen
voldoet het leerstofaanbod niet. Dit komt vooral door een tekort aan
passende leermaterialen. Op 8 van de 10 scholen worden de leerlingen
onvoldoende systematisch begeleid. De inspectie zal het toezicht op
deze scholen intensiveren.
Vmbo
De inspectie signaleert in het vmbo veel goede activiteiten die
gericht zijn op didactische vernieuwing. Zo heeft driekwart van de
vmbo-scholen inmiddels kernteams gevormd, waarin kleine groepen
leraren samen het onderwijs en de begeleiding van een beperkt aantal
leerlingen verzorgen. Dat is ook nodig. Een aantal maatschappelijke
problemen komt in het vmbo in verdichte vorm voor. Hier zijn relatief
veel leerlingen met leer- en gedragsmoeilijkheden. Op dit moment
krijgt 19% van de vmbo-leerlingen extra ondersteuning. Veel van deze
leerlingen hebben behalve leerachterstanden ook psychosociale
moeilijkheden. Hoewel de aandacht voor zorg en begeleiding in het vmbo
sterk is toegenomen, heeft de zorgcapaciteit geen gelijke tred
gehouden met de groei en verdichting van deze problematiek.
Spijbelen
Het aantal leerlingen, dat het onderwijs voortijdig verlaat, is hoog.
Voortijdig schoolverlaten wordt vaak voorafgegaan door problematisch
spijbelen. Scholen houden in de onderbouw van het voortgezet onderwijs
strakker toezicht op spijbelende leerlingen. Dat werpt zijn vruchten
af. In de bovenbouw, waar het problematisch spijbelen zich
concentreert, ontbreekt vaak zo'n strak toezicht. Uit eigen onderzoek
blijkt dat spijbelen en voortijdig schoolverlaten bij leerplichtige
leerlingen het meest voorkomt in het voortgezet speciaal onderwijs,
het praktijkonderwijs en het vmbo. Uit ander onderzoek is bekend dat
in het middelbaar beroepsonderwijs zelfs bijna 40% van de deelnemers
spijbelt en dat bijna 8% dat meerdere lesuren per week doet.
Stages
Een groot knelpunt binnen het beroepsonderwijs is het vinden van een
stageplaats. Met de aanhoudende recessie blijkt het steeds moeilijker
voor onderwijsinstellingen om voldoende stageplaatsen te vinden. Dit
wordt nog versterkt door de vernieuwing die in het beroepsonderwijs is
ingezet naar competentiegericht onderwijs. Hierdoor zal de behoefte
aan praktijkscholing toenemen. De inspectie zal nader onderzoek
verrichten naar de aard en omvang van dit probleem, zowel in het
beroepsonderwijs als in het vmbo.
Bachelor-master
In hoog tempo wordt de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs
ingevoerd. Bij deze invoering moet voldoende aandacht worden besteed
aan afstemming en samenwerking tussen instellingen, zowel nationaal
als internationaal. Voor studenten is het essentieel dat er duidelijke
afspraken zijn voor de doorstroming van bachelor naar master.
Beweging
Veel scholen lijken het probleem van overgewicht bij leerlingen te
onderschatten. Ze komen vaak pas in actie, als kinderen aantoonbaar te
dik zijn. De onderwijstijd die voor beweging wordt ingepland is op
veel scholen al jarenlang gelijk, terwijl steeds meer leerlingen
kampen met overgewicht.
Veiligheid
Nederland kent op dit moment grotere maatschappelijke spanningen dan
wij gewend zijn. Dit heeft zijn weerslag op het onderwijs. Incidenten
doen zich op vrijwel alle scholen voor. De veiligheid van leerlingen
en onderwijspersoneel staat het meest onder druk in de sectoren waar
veel leerlingen met leerproblemen worden opgevangen, zoals het
speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs
en het vmbo. Incidenten doen zich met name voor tussen leerlingen
onderling, maar ook personeelsleden hebben te maken met incidenten die
door leerlingen of hun ouders veroorzaakt worden. Bij de helft van de
basisscholen in de grote steden komen incidenten tussen ouders en
personeel regelmatig voor. Bij 6% van de basisscholen in de grote
steden is sprake van fysiek geweld. Uiteraard moeten de problemen
binnen een school worden gezien en opgepakt in het licht van de
maatschappelijke omgeving. Vanuit dit perspectief zal de inspectie in
haar toezicht nog meer aandacht gaan besteden aan veiligheid en
sociale cohesie. Op verzoek van de Minister heeft de inspectie
inmiddels een meldpunt voor discriminatie en extremisme in het
onderwijs ingesteld.
Inspectie van het Onderwijs
De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs in
onderwijsinstellingen en rapporteert publiekelijk over de kwaliteit
van individuele instellingen en van het bestel, in het belang van
leerlingen en ouders, onderwijsinstellingen en samenleving. Zo
waarborgt en stimuleert de inspectie dat onderwijsinstellingen hun
kwaliteit op niveau houden en continu versterken, geeft zij
bestuurders en beleidsmakers handvatten voor beleid en verschaft ze
haar belanghebbenden betrouwbare informatie over onderwijs. Het
Onderwijsverslag 2003/2004 is de jaarlijkse rapportage van de
Inspectie van het Onderwijs over de stand van zaken van het
Nederlandse onderwijs. Het verslag wordt aangeboden aan Minister Van
der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Minister Veerman
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.