Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij
Bestuurlijke Conferentie Regenboogroute A12
Dames en heren,
Ik dank u voor dit rapport `De koers voor het routeontwerp.
Ik beveel u naast de verdere inhoud met name het voorwoord van harte
aan.
Ik ben blij dat ik vandaag vele bekende gezichten in de zaal zie van
provinciale en lokale bestuurders.
Want laat een ding duidelijk zijn.
Om alle ambities die in dit rapport staan te laten slagen hebben we
elkaar nodig.
En daar zijn we op rijksniveau al mee begonnen.
De koers voor het routeontwerp is dé gezamenlijke visie van VROM, LNV,
OC&W, EZ en VenW.
Samenwerking is niet het enige kenmerkende van het routeontwerp.
Het gaat ook om een betere kwaliteit van de snelweg en de ruimte om de
snelweg.
Critici noemen het nog wel eens luxe of een extraatje.
Onzin.
Dat zou ook ongepast zijn in tijden dat we vertrouwen en soberheid van
de mensen in het land vragen.
Het routeontwerp is een wezenlijk onderdeel van het goed en goedkoper
onderhouden van de snelweg.
Het kabinet vindt het routeontwerp dus geen franje.
Daarom staat het ook als belangrijke opgave in de Nota Ruimte en Nota
Mobiliteit.
Ik ben zo-even met de auto over de A12 hier naar toegekomen.
Een van de vele voordelen van een auto met chauffeur is dat je de
gelegenheid hebt om rustig om je heen te kijken.
Meestal besteed ik mijn tijd in de auto aan het doornemen van
vergaderstukken.
Maar nu heb ik speciaal wat meer naar buiten gekeken, naar de weg en
naar de omgeving.
Tussen Den Haag en Utrecht is het één bonte aaneenschakeling van kris
kras viaducten over de weg, wegportalen, verschillende typen
geluidsschermen, quasi origineel vormgegeven bedrijfsgebouwen langs de
weg, oprukkende woningbouw en glastuinbouw.
Open landschap tussen steden en dorpen neemt zienderogen af.
Dat past niet bij de uitstraling van een internationale
hoofdverbinding en dient ook niet de verkeersveiligheid.
Kortom, tijd voor actie.
Het project Regenboogroute past naadloos in die actiebereidheid.
Ik noem u drie redenen waarom ik zo blij ben met dit rapport.
Op de eerste plaats vind ik het heel belangrijk is dat we van tevoren
hebben afgesproken dat van extra geld geen sprake kon zijn.
We moesten het doen met het geld dat beschikbaar was.
Mede dankzij die opgave zijn ogenschijnlijk simpele en creatieve
oplossingen gevonden.
Bijvoorbeeld door creatieve ontwerpers eerder in het proces van
plannen maken te betrekken.
En vooral door beter samen te werken. Een betere samenwerking tussen
alle partijen - privaat en publiek - levert veel winst op. In de
kwaliteit van de snelweg en zijn omgeving en in euro's.
Op de tweede plaats ben ik ook blij met dit eindproduct omdat het op
tijd af is.
Nu lijkt het wel of ik blij ben om iets wat gewoon zou moeten zijn.
Maar dat is het niet.
Ik lees in het rapport dat er wel 109 partijen bij betrokken zijn
geweest, bijna fifty fifty verdeeld over overheden en marktpartijen.
Alle ingrediënten waren aanwezig om eens fors over deadlines heen te
gaan.
Daarom hulde aan het projectteam en de overige betrokkenen voor het op
tijd opleveren.
Een mooie demonstratie van publiekprivate samenwerking!
Op de derde plaats ben ik blij met de kentering in het denken over
weginfrastructuur in dit rapport.
De verkeerskwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van Nederland staat
onder druk.
Die druk kunnen we verlichten door routeontwerpen van wegen integraal
te benaderen.
Niet meer gefragmenteerd, maar in samenhang met de hele omgeving.
Daarmee creëer je de mogelijkheid infrastructuur niet altijd meer als
bedreigend of als een noodzakelijk kwaad te laten ervaren.
Maar als nieuwe kans voor het realiseren van kwaliteit
En dat is dus een enorme winst in het denken over infrastructuur.
Want in mijn Nota Mobiliteit heb ik immers al aangegeven dat
mobiliteit onlosmakelijk bij onze moderne samenleving hoort.
Mobiliteit kan en wil ik niet afremmen vanuit economisch oogpunt en de
maatschappelijke vrijheid van het individu.
Uiteraard hanteren we wel randvoorwaarden voor het behoud van onze
leefbaarheid en ons milieu bij elke keuze die we maken.
Wat is nu straks de concrete winst van integraal routeontwerp?
Ten eerste leidt routeontwerp tot meer verkeersveiligheid door een
rustiger wegbeeld en duidelijke identiteit van het landschap. Een stad
is een stad, een dorp een dorp enzovoorts.
De automobilist ondervindt daardoor minder stress en behoudt meer
concentratievermogen.
De weg moet boeien, niet vermoeien.
Ten tweede is routeontwerp ook goedkoper.
Door standaardisering en uniformering wordt bespaard op de uitvoering,
het beheer en onderhoud van de `technische uitrusting' van de snelweg.
Ik denk daarbij aan lantaarnpalen, belijning, bebording, geleiderails
enzovoorts.
Uniformering leidt in mijn ogen niet tot saaie wegen maar tot mooie
wegen.Denk aan mooi vormgegeven geluidsschermen, fraaie bermen,
viaducten en onderdoorgangen. En deze benadering leidt trouwens ook
tot schonere en sociaal veilige verzorgingsplaatsen langs de snelweg.
Ten derde ontstaan met het routeontwerp nieuwe kansen voor een betere
benutting van de ruimte.
Zowel in de stad als in de gebieden daarbuiten.
Ook hiervoor zijn in het eindrapport enkele verstandige voorstellen
gedaan.
Denk aan de diffuse en rommelige ruimtelijke overgangsgebieden tussen
stad en platteland en tussen stad en weg.
Dat moet scherper, duidelijker met een sterkere identiteit.
Dat geldt in het bijzonder in de nationale landschappen.
Die gebieden moeten gaaf blijven.
Daar staat tegenover dat op andere plekken in en nabij de stad meer
gebouwd moet en kan worden.
Zeg maar woningen en bedrijven als een soort van visitekaartje voor
steden.
Die gebieden moeten gaaf worden.
Wie gaan de uitvoering van het routeontwerp A12 nu ter hand gaat
nemen?
Laat ik voor op stellen dat het routeontwerp wordt uitgevoerd op basis
van een intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen.
Rijkswaterstaat zal als wegbeheerder eerst verantwoordelijke zijn voor
het routeontwerp van de weg.
Bij hen ligt de uitdaging in samenhang en samenspel met andere
partijen invulling te geven aan het routeontwerp.
Rijkswaterstaat kan hiermee zijn nieuwe rol als publieksgerichte
dienstverlener met het motto `De gebruiker centraal' waarmaken.
Voor het routeontwerp van de omgeving van de weg zijn provincies,
waterschappen en gemeenten primair verantwoordelijk.
Zij hebben de taak verrommeling en dichtslibbing van open ruimten
tegen te gaan.
En tevens de kwaliteiten van waardevolle landschappen,
cultuurhistorie en natuur te behouden en te ontwikkelen.
Die bal ligt dus vooral op het speelveld van de decentrale overheden.
Alle partijen zullen veel kennis en ervaring opdoen met dit
routeontwerp.
Belangrijk is dat we die kennis en ervaring niet alleen opslaan, maar
ook gezamenlijk delen en toepassen.
Daarom heb ik binnen Rijkswaterstaat een Steunpunt Routeontwerp
ingesteld.
Enerzijds om de ervaringen met de A12 als Regenboogroute- verder te
brengen, en anderzijds om het routeontwerp een vervolg te geven bij
drie andere snelwegen; de A2, A4 en A27.
In de geest van het routeontwerp is het uiteraard een
interdepartementaal steunpunt.
Dames en heren,
Het routeontwerp is gereed.
We moeten nu gezamenlijk de stap maken van denken naar doen.
Ik doe een beroep op u om mee te doen.
De werkzaamheden van het Projectbureau Regenboogroute A12 zijn met de
publicatie van dit rapport afgerond.
Ik dank de projectleden voor hun grote inzet en het enthousiasme.
Helaas voor u staat er geen pot met goud aan het eind van de
regenboog.
Want we staan vanzelfsprekend nog maar aan het begin van de regenboog.
Ik hoop dat alle partijen zich laten verleiden tot de uitgezette koers
van het routeontwerp.
Want het project Regenboogroute heeft een aantal belangrijke zaken
duidelijk gemaakt:
* Meer kwaliteit kost niet per sé meer geld;
* Kwaliteit is vooral een kwestie van organiseren en samen werken;
* Routeontwerp is geen luxe, maar nodig voor het realiseren van een
goede kwaliteit, van weg en omgeving.
En met die rooskleurige gedachten zal ik straks de terugreis
aanvaarden richting Den Haag.
En onderweg kijk ik naar buiten, en denk, straks wordt het mooier en
veiliger.
Maar voordat ik die terugreis aanvaard wil ik nu een aantal
vertegenwoordigers van decentrale overheden uitnodigen om hier op het
podium eveneens een exemplaar van de Koers voor het Routeontwerp in
ontvangst te nemen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat