D66

Het zou mij niet verbazen als Gruijters bij de volgende verkiezingen op de Vrijzinnig Democratische Partij stemt. Alleen, die zal nog wel eerst door hem opgericht moeten worden. Zo schreef Joop van Tijn op 26 maart 1966 in Vrij Nederland. En zo gebeurde het, zij het dat Hans Gruijters het aan zijn non-conformisme verplicht was om niet terug te grijpen op een oude naam. De partij die hij later dat jaar, samen met anderen, oprichtte, heette Democraten 66.

Drs J.P.A. Gruijters overleed afgelopen 17 april in de leeftijd van 73 jaar. Namens D66 was hij Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Tweede-Kamerlid, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, burgemeester van Lelystad. Maar zijn betekenis voor D66 ligt ook hierin, dat hij de eerste bij de totstandkoming van de partij betrokkene was met praktische politieke ervaring. En dat hij, zoals auctor intellectualis van D66 Peter Baehr aan medebedenker Erik Visser schreef, de enige gunstige uitzondering is op de kleurloosheid en oubolligheid van de leiders van de VVD. Zonder de ideeën van Gruijters had D66 er heel anders uitgezien.

Begin 1966 is Gruijters nog fractievoorzitter van de VVD in de Amsterdamse gemeenteraad, en hij maakt na de volgende verkiezingen goede kans op een wethouderszetel. Maar als hij voor een conflict binnen de VVD zorgt door opzettelijk weg te blijven bij het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus Gruijters vindt het huwelijk niet bijdragen aan de samenbindende rol die het koningshuis behoort te spelen - komt het tot een breuk tussen hem en zijn partij. Maar de conservatief-liberale koers van de VVD is hem al langer een doorn in het oog. Zijn besluit om uit de VVD te stappen motiveert hij als volgt: Door vooraanstaande, leidende figuren in de VVD wordt een dusdanige mate van conformiteit verlangd, dat ik mij als liberaal in die partij niet langer thuis voel.

Samen met Baehr en Visser die hem na zijn vertrek uit de VVD hebben benaderd - en Hans van Mierlo vormt Gruijters in het voorjaar van 1966 de oorspronkelijke groep oprichters van D66. Zij zien in de maatschappelijke onrust van die tijd een teken dat er iets fundamenteel mis is met de bestaande gezagsverhoudingen in Nederland, en zij vinden dat het conflict een politieke vertaling moet krijgen. De onvrede met het politieke bedrijf in Nederland, het gebrek aan zeggenschap en individuele rechten van de burger, de noodzaak tot democratisering: op die themas vonden de oprichters elkaar. Op 20 mei wordt het inmiddels flink uitgebreide Initiatiefcomité D66 opgericht. Maar Gruijters vindt zichzelf meer een einzelganger dan een politiek leider. Wat voor de hand lag, gebeurde daarom niet: niet Gruijters, maar Hans van Mierlo nam het voorzitterschap op zich.

Een dwarse denker, een vernieuwer met een zeer goed oog voor wat er mis is in de samenleving, is Hans Gruijters in al zijn functies, in al zijn partijactiviteiten, altijd gebleven. Zijn denken, zijn opvattingen over de manier waarop politiek moet worden bedreven, zijn afkeer van ideologie, zijn voorliefde voor vrijzinnigheid en vernieuwing, hebben D66 gevormd en zijn in de partij nog altijd van grote invloed. De erfenis die Hans Gruijters D66 nalaat, is de geestdrift voor verandering.

Boris Dittrich

20-4-2005 16:33