Bve Raad



Bve Raad wil actieve aanpak voortijdig schoolverlaters

Persbericht Bve Raad 21-04-2005

De Bve Raad wil een actieve aanpak om de moeilijke doelgroep van vmbo-ers die vroegtijdig en zonder diploma de school verlaten binnenboord te houden. Wanneer aan de faciliteiten om dit te realiseren wordt voldaan, kan invoering van een leer-werkplicht voor jongeren tot 23 jaar daarbij helpen. Dit zegt Margo Vliegenthart, voorzitter van de Bve Raad, de brancheorganisatie voor het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, in reactie op voorstellen van de Tweede Kamer voor verlenging van de leerplicht en afwijzing daarvan door minister Van der Hoeven van OCW.

Hoewel het bijzonder is te constateren dat discussies vaak bij het sluitstuk beginnen, wijs ik de suggestie om de leerplicht in uiterste gevallen te verlengen niet af, aldus Vliegenthart tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Bve Raad. Voorwaarde is wel dat de overheid bereid moet zijn de instrumenten en de middelen te verstrekken die de onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs in staat stellen daadwerkelijk invulling te geven aan de verlengde leerplicht: voldoende begeleiding en ondersteuning en meer leer-werkplaatsen, ook als stageplaatsen voor deze moeilijke doelgroep in de marktsector niet voorhanden zijn.

Het mbo kan de oplossing voor deze problematiek niet alleen realiseren, benadrukt voorzitter Vliegenthart. De bve-sector krijgt voor de betreffende deelnemers aanzienlijk minder vergoed dan de vmbo-sector. Terwijl van ons dezelfde inspanning wordt verlangd. Om de leerwerkplicht succesvol te kunnen laten zijn, is in het mbo een extra financiële impuls nodig van minimaal 70 miljoen euro. Daarmee kunnen de doelstellingen van het kabinet ten aanzien van voortijdig schoolverlaters worden gerealiseerd.

Terugdringing van vroegtijdig schoolverlaten is een van de speerpunten van het kabinetsbeleid op het gebied van onderwijs. Ook internationaal staat dit hoog op de agenda. Op basis van de zogenoemde Lissabon-doelstellingen streeft Nederland naar een terugdringing van het aantal vroegtijdig schoolverlaters in 2010 met 50 procent ten opzichte van 2000. Dit betekent dat in 2010 het percentage 18 tot 24-jarigen dat geen onderwijs volgt en geen startkwalificatie heeft niet meer dan 8 procent bedraagt.