Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
22 april 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG2005/1455/8508a
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Grensmaas

Geachte voorzitter,

Bij brief van 4 april 2005 (RWS/SDG 2005/1290/6664) heb ik u de 7e Voortgangs-rapportage Zandmaas en Grensmaas toegestuurd. Zoals ik u in die brief heb aangekondigd, wil ik u hierbij mede namens mijn collega van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit informeren over de resultaten van het bestuurlijk overleg op 7 april 2005 tussen Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de provincie Limburg.

In dit overleg is afgesproken te trachten nog voor de zomervakantie te komen tot definitieve besluitvorming over het Grensmaasproject. Provincie en Rijk hebben dit overleg succesvol afgerond. Nu is nog overeenstemming nodig met het Consortium Grensmaas (CG). De interpretatieverschillen en geschilpunten tussen CG en Overheid dienen in deze periode definitief te worden opgelost. Hierbij dient recht te worden gedaan aan het principe van zelfrealisatie en zal de overeenkomst TCI-proof moeten zijn. De Landsadvocaat heeft hiertoe tekstvoorstellen voor de overeenkomst aangedragen, die in het bestuurlijk overleg zijn overgenomen. De tekstvoorstellen zijn inmiddels voorgelegd aan het Consortium en zullen binnenkort worden besproken. Zodra de resultaten van dit overleg bekend zijn, zal ik u hierover nader berichten.

In het bestuurlijk overleg is tevens de stand van zaken in het bereiken van overeenstemming met Vlaanderen over de grensoverschrijdende aspecten van het Grensmaasplan aan de orde geweest. De wederzijdse overheidsdiensten hebben een gezamenlijk onderzoek uitgevoerd. De ambtelijke Vlaams- Nederlandse Bilaterale Maascommissie heeft op basis van dit onderzoek in de vergadering van 31 maart 2005 overeenstemming bereikt over de wijze waarop de eerder door Vlaanderen ingebrachte bezwaren tegen het Grensmaasplan kunnen worden weggenomen. Mijn Vlaamse collega, mijn collega van LNV en ik willen deze overeenstemming politiek bekrachtigen.

De provincie legt de passende beoordeling in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn vanaf medio april tot medio mei 2005 ter inzage, ter afronding van de planprocedure voor het Nederlandse POL Grensmaas. De passende beoordeling sluit aan op het bovengenoemde gezamenlijke Vlaams- Nederlandse onderzoek. Daarmee zijn er van Vlaamse zijde niet langer bezwaren tegen het Grensmaasplan.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen