Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Postbus 90801 2509 LV Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2515 AA 's-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 5 april 2005 W&B/B&K/05/25540 333

Onderwerp Datum Contactpersoon 2040511920 Kamervragen 25 april 2005

Met uw brief van 5 april 2005 heeft u mij verzocht de daarbij gevoegde vragen van de leden Noorman-Den Uyl en Heemskerk (PvdA), te beantwoorden. Als bijlage treft u de antwoorden aan.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


2

2040511920

Vragen van de leden Noorman-den Uyl en Heemskerk (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de publicatie van het CBS over de toename van het aantal schuldsaneringen onder ouderen. (Ingezonden 4 april 2005)


1
Bent u op de hoogte van de publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de toename van het aantal schuldsaneringen onder ouderen? 1)

Antwoord.
Ik ben op de hoogte van deze publicatie van het CBS.


2
Is het waar dat in 2004 33,3% meer schuldsaneringsregelingen zijn uitgesproken dan in 2003 en dat onder de groep ouderen (personen vanaf 55 jaar en ouder) zelfs sprake is van een stijging van 60%?

Antwoord.
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat het totaal aantal schuldsaneringen dat in 2004 is uitgesproken in het wettelijk traject, 13.948 bedraagt; in 2003 waren dat er 10.558. Dit betekent een toename van 32%. Van de uitgesproken schuldsaneringen waren er 1345 personen in een leeftijd van 55-plussers; in 2003 waren dat er 824. Dit betekent een stijging van 8% naar 9% van het aandeel 55-plussers uit het totale aantal schuldsaneringen. De toename in 2004 van uitgesproken schuldsaneringen onder de leeftijdsgroep 55-plussers, bedraagt 63%.


3
Deelt u de mening dat een stijging van het aantal schuldsaneringsregelingen ook betekent dat de vraag naar gemeentelijke schuldhulpverlening is toegenomen? Zo neen, kunt u dit toelichten?

Antwoord.
Zoals blijkt uit de cijfers van de NVVK bedroeg het aantal aanvragen voor een schuldregeling bij de leden van de NVVK in 2004, 39.000; in 2003 bedroeg het aantal 34.500. Dat is een stijging van 13%. Cijfers uit een quick scan van het Landelijk Platform Integrale schuldhulpverlening onder de Benchmark-gemeenten, laten ook een stijging van 13% zien in 2004 van het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening. Uit bovenstaande cijfers leid ik af dat er in 2004 weliswaar een toename is van 13% van de aanvragen naar een buitenwettelijke schuldregeling, dan wel een andere vorm van schuldhulpverlening, maar dat deze toename echter niet parallel loopt met een stijging van 32% van het aantal uitgesproken schuldsaneringen in de Wet schuldsaneringen natuurlijke personen.


4
Vindt u dat gemeenten over voldoende budget beschikken om de toename van de vraag om schuldhulpverlening te kunnen ondervangen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, bent u van plan extra middelen beschikbaar te stellen voor de minnelijke regeling en de gemeentelijke schuldhulpverlening?

Antwoord.
De rol van de gemeente bij de schuldhulpverlening vloeit voort uit de algemene zorgplicht van gemeenten voor hun burgers. Gemeenten kunnen dan ook de schuldhulpverlening financieren met middelen uit de algemene uitkering in het Gemeentefonds die mede bestemd zijn voor bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Het staat gemeenten vrij daarbinnen eigen beleidskeuzes te maken. Ook kunnen de gemeenten overschotten uit het I-deel en onder voorwaarden middelen uit het W-deel inzetten. Daarnaast kan sinds 2004 ook ESF-subsidie aangevraagd worden voor schuldhulpverlening zolang er een relatie is met uitstroom naar werk. Ik ben van mening dat gemeenten over voldoende middelen kunnen beschikken.


1) Centraal Bureau voor de Statistiek Meer schuldsaneringen in 2004, 29 maart 2005.


3