Gemeente Heeze-Leende


College wil privatisering sport- en welzijnsaccommodaties snel afronden

Het College van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende heeft op 26 april 2005 besloten om de inhaalslag die in het jaar 2000 was ingezet om te komen tot bouwkundig onderhoud en privatisering van de sport- en welzijnsaccommodaties op korte termijn af te ronden.

Aanleiding tot dit besluit is voornamelijk gelegen in het gegeven dat het tijdpad behorende bij de inhaalslag bij lange niet gehaald is, reden voor het bestuur om nu in te grijpen.

Korte historie
Na de samenvoeging in 1997 van de gemeenten Heeze en Leende ontstond de noodzaak om het accommodatieaanbod in de nieuwe gemeente op elkaar af te stemmen en te komen tot een verzelfstandiging van de buitensport- en welzijnsaccommodaties. Om sportaccommodaties in een goede staat van onderhoud te kunnen overdragen was een inhaalslag nodig voor bouwkundig onderhoud. Hiervoor werden de kosten in kaart gebracht. In totaal is inmiddels een bedrag van ca. 2,6 miljoen gemeentelijke middelen aan de verenigingen uitbetaald. Hiermee moesten zij zelf zorgdragen voor bouwkundig onderhoud.

Huidige situatie
Het college heeft middels een quick scan ondervonden dat er sprake is van enorme vertraging in de inhaalslag bouwkundig onderhoud en privatisering. In een groot aantal gevallen heeft het bouwkundig onderhoud plaatsgevonden, doch bij RKSV Heeze en bij LIDO/TCL Leende moet realisatie van verbouw en/of nieuwbouw nog geheel plaatsvinden. Terwijl deze verenigingen wel de financiële middelen hiertoe hebben ontvangen. De concrete overdracht van gebouwen etc. aan verenigingen is eveneens fors achterop geraakt en dient opnieuw opgepakt te worden.

Marsroute van het college
Het college wil vóór medio van dit jaar komen tot de volgende resultaten:


1. Samen met de verenigingen/besturen zal per vereniging in beeld gebracht worden welke zaken nog ontbreken om vervolgens tot privatisering van de sportaccommodaties over te gaan. Voor privatisering zullen afspraken vastgelegd moeten worden in een erfpachtconstructie. Een tweede (logische) stap zal daarna zijn om ook andere zaken, zoals sportvelden e.d. aan de verenigingen over te dragen. Het uitgangspunt van het college is daarbij dat verenigingen op termijn volledig selfsupporting zijn/worden en het volledige beheer en onderhoud voor eigen rekening nemen. Op een later tijdstip zullen de welzijnsaccommodaties deze lijn volgen.

2. Uitvloeisel van het voorgaande is dat het college een einde wil maken aan de vanzelfsprekendheid van de zogenaamde indirecte subsidiëring aan verenigingen. De gemeente draait nu nog onveranderd op voor alle kosten van onderhoud en vervangingsinvesteringen. Dit wil het college met dit traject veranderen. De inzet bij de start van het privatiseringstraject was ook gericht op het verdwijnen van deze kostensoorten uit de gemeentelijke begroting.

Tot slot
Uiteraard verdient het geen schoonheidsprijs dat het traject rond de privatisering niet eerder is afgerond. Het college is echter van plan om de zaak nu in alle samenhang en met voorrang af te ronden. De medewerking van besturen en leden van (sport)verenigingen is daarbij noodzakelijk. Het college gaat er van uit dat de afwegingen die nu gemaakt worden, in het belang zijn van het totale welzijn van onze gemeente.