Gemeente Alblasserdam

Nieuwsberichten

27-04-2005
Teksten Aubade 30 april 2005

TEKSTEN VOOR DE AUBADE
OP 30 APRIL 2005.

ALBLASSERDAMLIED
Refrein: Couplet 5:
In Alblasserdam met zijn dijken, zijn singels, Nu met de Oude Torenbrug,
Zijn klok op de dam, Dorp aan de rivier keert d'oude tijd niet meer terug.
Jacoba van Beieren woonde ook hier We gaan een hele mooie toekomst De zeevaarders vonden de haven wel klein tegemoet, Maar brachten toch kruiden en rollen satijn En pakken met z'n allen aan,
De leeuw is ons wapen ons dorp dat moet blijven bestaan ik vind het best fijn om een Alblasserdammer te zijn. nog minstens zeven honderd jaren als het moet.
Refrein:
Couplet 1:
Al meer dan zeven eeuwen t'rug
over de Noord lag nog geen brug
woonden al mensen op dit mooie stukje grond.
Vandaag vieren we nu dit feit
en denken stil zo gaat de tijd.
Dit is het dorp, waar vroeger ook mijn wiegje stond. Refrein:

Couplet 2:
Daar staat de toren recht en fier
Voor vele mensen een plezier.
Hij luidt zijn bel voor iedere gelegenheid.
Met maar een wijzer aan de klok
is deze toren echt een brok
historie uit een ver vervlogen oude tijd.
Refrein:

Couplet 3:
En ook het sluisje op de Dam,
waar vroeger menig schip doorkwam
om met zijn handeltje de Graafstroom op te gaan. De wachter draaide keer op keer
de zware deuren heen en weer.
Zo'n brokje nostalgie, dat moet blijven bestaan. Refrein:

Couplet 4:
We maken staal, als bout en lijn.
We bouwen schepen groot en klein,
de schepen in de haven liggen zij aan zij.
Maar industrie, die eist zijn tol
de wegen zitten overvol,
zelfs op de Dam, daar sta je steeds weer in de rij. Refrein

IN NAAM VAN ORANJE WIJ LEVEN VRIJ.

In naam van Oranje doet open de poort, Wij leven vrij, wij leven blij De watergeus ligt aan de wal Op Neêrlands dierb'ren grond De vlotvoogd der geuzen, hij maakt geen akkoord Ontworteld aan de slavernij
Hij vordert den Briel of uw val. Zijn wij door eendracht groot en vrij Dat is het bevel van Lumey op mijn eer, Hier duldt de grond geen dwinglandij
Een burgers, hier baat nu geen tegenstand meer. Waar vrijheid eeuwen stond (2x)
De Watergeus komt om Den Briel (2x)

De vloot is met zesduizend koppen bemand, Hoe dierbaar is ons 't Vaderland
De mannen zijn kloek en vol vuur. Der helden bakermat Een ogenblik nog en zij stappen aan land; Der kunsten wieg, 't gezegend strand
Zij wachten berivht binnen 't uur. Waar 't heilig recht zijn zetel plant,
Gij moogt dus niet dralen, doet open de poort, Een deugt met een fluwelen band
Dan nemen de Geuzen terstond zonder moord Vorstin en volk omvat (2x) Bezit van de vesting Den Briel (2x).

Komt, geeft de verzek'ring, 'k moet spoedig terug Wij leven vrij, wij leven blij,
De klok heeft het uur reeds gemeld. Wij dienen enen God Ik zeg 't u, geeft mij de sleutels niet vlug, Wat ook 't verschil in dienen zij,
Dan is reeds uw vonnis geveld. De wet laat ied're godsdienst vrij De wakkere Geuzen staan tandknersend daar, Vereend als broeders juichen wij
Zij wetten hun zwaarden en maken zich klaar; Gezegend is ons lot (2x) Een zweren de dood of Den Briel (2x)

Hier dringt men naar buiten, daar schuilt men bijeen, Zo leven w'altijd vrij en blij,
Een spreekt over koppelstoks last. Op Neêrlands dierb'ren grond De stad in hun handen of anders de dood; Door trouw aan eigen wetten vrij,
't Besluit tot het eerste staat vast. Praalt Neêrland in der volken rij
Maar nauw'lijks is hiermee de veerman gevleid, En 't Vaderland blijft groot en vrij,
Of Simon de Rijk heeft de poort gerammeid, Tot 's werelds avond stond (2x)
En zo kwam de Geus in Den Briel (2x)

WILHELMUS.

Wilhelmus van Nassouwe
Ben ik van Duitsen bloed.
Den vaderland getrouwe
Blijf ik tot in den doet,
Een prince van
Oranje ben ik vrij onverveert
Den Koning van
Hispanje heb ik altijd geëerd.

Mijn schild en de betrouwen
Zij Gij o God mijn Heer
Op U zo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmer meer
Dat ik toch vroom
mag blijven u dienaar 't allerstond
De tyranny verdrijven
Die mij mijn hart door wont.