Gemeenten sturen onvoldoende op kwaliteit arbeid sociale werkplaats
Veel gemeenten hebben te weinig aandacht voor de kwaliteit van het
werk in sociale werkplaatsen. Dat oordeelt de Inspectie Werk en
Inkomen (IWI) in haar rapport 'Kwaliteit van arbeid: een kwestie van
zorg' dat vandaag aan de Eerste en Tweede Kamer is aangeboden. IWI
heeft onderzocht of gemeenten hun verantwoordelijkheid voor de
uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) goed invullen.
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat medewerkers in sociale werkplaatsen
aangepast werk krijgen en dat ze zich in hun werk kunnen ontwikkelen,
zodat ze capaciteiten krijgen die ze nodig hebben voor een reguliere
baan. IWI wilde weten of gemeenten daar beleid voor hebben
geformuleerd en of ze voldoende sturen op de uitvoering daarvan.
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste gemeenten de zorg voor de
kwaliteit van het werk overlaten aan de directeuren van sociale
werkplaatsen. Het gemeentebestuur kan invloed uitoefenen op de sociale
werkplaatsen door beleid te formuleren en hierop te sturen. Dat
gebeurt echter onvoldoende: van de gemeenten die aan het onderzoek
hebben meegewerkt, heeft tweederde beleid vastgesteld op het terrein
van de kwaliteit van de arbeid. Ongeveer de helft hiervan heeft in het
beleid alle aspecten meegenomen die daarbij van belang zijn. Slechts
weinig gemeenten sturen de sociale werkplaatsen op dit onderwerp aan,
bijvoorbeeld door middel van prestatiecontracten. De meeste gemeenten
hebben meer aandacht voor sturing op financiën en exploitatie van de
sociale werkplaats. Als gevolg hiervan is onvoldoende gewaarborgd dat
medewerkers daadwerkelijk de gewenste capaciteiten ontwikkelen.
In Nederland werken ruim 90.000 arbeidsgehandicapten onder aangepaste
omstandigheden, in het kader van de Wet sociale werkvoorziening.
Jaarlijks is hiermee ruim twee miljard euro rijkssubsidie gemoeid.
persbericht IWI, 10 mei 2005
Inspectie Werk en Inkomen