Gemeente Utrecht

SCHRIFTELIJKE VRAGEN inzake overaanmelding voortgezet onderwijs 2005 43 Vragen van de heer J.H. Berends
(ingekomen 20 april 2005)

Donderdag 21 april 2005 wordt bekendgemaakt welke kinderen uitgeloot zijn voor hun eerste of tweede keuze voor het voortgezet onderwijs. Dat uitloten is een manier om de instroom van leerlingen passend te krijgen op de beperkte brugklascapacateit van sommige scholen. De Iederwijs- en andere unieke schoolvormen krijgen ruim baan in Utrecht en omstreken. En dat is ook goed.

Maar een categorale school als het christelijk gymnasium in Utrecht mag zijn brugklascapaciteit niet uitbreiden als ze zien aankomen dat er meer aanmeldingen komen. De schoolbesturen hebben besloten dat capaciteitsproblemen opgelost moeten worden door middel van een gokspel: er wordt geloot. Maar er wordt wel gedobbeld met de toekomst van vele Utrechtse kinderen.

Hoe vertelt een meester of juf het in Utrecht aan hun groep 8, wat geven ze hun kinderen mee aan het eind van die 8 jaar op de utrechtse basisschool? Hoe leg je het als ouder uit dat een kind na het advies van school en het bezoeken van de scholenmarkt maar lijdzaam moet afwachten wat de uitslag van de dobbelwedstrijd wordt voor zijn of haar toekomst? Hoe kan een schoolbestuur verantwoorden dat basisschool en ouders nog minder in te brengen hebben dan een stel dobbelstenen of een loterijbriefje?

Wij vinden dat de scholen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten zorgen dat er voldoende plaats is voor Utrechtse kinderen die in aanmerking komen voor hun onderwijsvorm. En dat ze bij aanmelding een goed geargumenteerd besluit moeten nemen wanneer een Utrechts kind geweigerd wordt. Loten is geen vervanging voor een geargumenteerd besluit: loten is het afschuiven van je verantwoordelijkheid naar een gokspel. Wat Leefbaar Utrecht betreft is dat absoluut niet de manier waarop we in Utrecht met elkaar om willen en moeten gaan!

Op basis van het bovenstaande komt Leefbaar Utrecht tot de volgende vragen:


1. Kunt u er op zeer korte termijn voor zorgdragen dat Utrechtse kinderen terechtkunnen op de (Utrechtse) school van hun keuze? Niet alleen de nieuwe schoolvormen maar ook bij de categorale schoolvormen?
2. Is het College het met Leefbaar Utrecht eens, dat wanneer een school over voldoende aanbod van klaslokalen beschikt, (incidenteel) extra brugklassen mogelijk moeten zijn?
3. Is het College het met ons eens, dat het dobbelen om toelating tot een school geen manier van werken is? En dat een beargumenteerde beslissing over plaatsing een vereiste is?

Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 10 mei 2005)

Vooraf:
In Utrecht wordt al jaren samengewerkt tussen schoolbesturen en gemeente om de doorstroming van primair naar voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit heeft geleid tot een stelsel van afspraken waarin de doorstroming zodanig geregeld is dat de kans op schoolsucces voor de leerlingen optimaal is en dat alle kinderen op een gelijke manier behandeld worden. Hiertoe is afgelopen jaar ook een procedure voor de overaanmelding ontwikkeld. Alle leerlingen die aan de toelatingscriteria voldoen maken een gelijke kans op toelating tot hun school van voorkeur. Jaarlijks maken ongeveer 2500 leerlingen de overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Op dit moment is er sprake van overaanmelding bij een drietal scholen, het gaat hierbij om plm 40 leerlingen Gymnasium en plm 90 leerlingen VMBO-theoretische leerweg. Dat betekent dat 95% van de leerlingen naar de school van eerste keuze kan gaan. Voor de overige leerlingen is er nog voldoende plaats op andere scholen, gymnasium op het Gerrit Rietveldcollege en het Amadeus Lyceum en Vmbo-tl op de Majellamavo, het Utrecht Zuid College, het Deltacollege, het Meerstroomcollege, het Vader Rijncollege en X11. Inmiddels hebben 20 van deze gymnasiumleerlingen en 30 van de Vmbo-TL leerlingen een plaats op een andere (Utrechtse) school gevonden. Na de voorjaarsvakantie wordt met een aantal ouders nog verder overlegd, met name over de plaatsing van gymnasiumleerlingen op het Amadeus Lyceum in een extra te formeren gymnasiumklas. In het Masterplan voortgezet onderwijs zijn afspraken gemaakt tussen gemeente en schoolbesturen over de maximale omvang van scholen die door de gemeenteraad zijn bekrachtigd. Deze afspraken zijn noodzakelijk om de kosten van onderwijshuisvesting beheersbaar te maken, de tekorten op het Masterplan zijn uw raad bekend. De sluiting van het Niels Stensen College en het Thorbecke College laat zien dat een groeiend leerlingaantal op sommige scholen en de sluiting van andere door een dalend leerlingaantal scholen de keuzemogelijkheden in het Utrechtse Voortgezet onderwijs niet ten goede komen. Een ultieme keuzevrijheid kan uiteindelijk resulteren in het ontbreken van elke keuzemogelijkheid. De Gemeente moet niet alleen voor de belangen van elke individuele burger opkomen, maar vooral voor het belang van alle burgers. Dus waar de maximale leerlingenaantallen nu vooral de indruk geven dat ouders een keuzemogelijkheid wordt ontnomen zal het op lange termijn juist leiden tot het in stand houden van keuzemogelijkheden.

De beantwoording van de vragen:


1. Nee. Toelating tot scholen is niet de bevoegdheid van ons college maar van de schoolbesturen. De gemeenteraad heeft ingestemd met het Masterplan onderwijshuisvesting en de 2e actualisatie hiervan. Hierin zijn maximale leerlingaantallen afgesproken met de schoolbesturen. Een maximaal leerlingaantal betekent dat er ook sprake is van een maximale instroom per school. Een gevolg hiervan is ook dat sprake kan zijn van overaanmelding. De schoolbesturen hebben toegezegd dat iedere leerling in ieder geval terecht kan op het passende schooltype in de stad Utrecht.
2. Nee, dat gaat in tegen de bovengenoemde gemeenteraadsbesluiten. Daarnaast is er geen sprake van leegstand in de scholen die op dit moment te maken hebben met overaanmelding.
3. Ja, het college is het hiermee eens en prijst zich gelukkig dat dit in Utrecht niet gebeurt. Toelating vindt plaats op basis van de bovengenoemde POVO-procedure, waarin opgenomen is dat van alle leerlingen wordt nagegaan of zij voldoen aan het vereiste niveau (CITO-score en advies van de basisschool). Mochten er meer toelaatbare leerlingen zijn dan plaatsen dan wordt er geloot. Hiermee heeft iedereen die aan de toelatingscriteria voldoet dan een gelijke kans om toegelaten te worden. Bovenstaande neemt niet weg dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de toelating bij de schoolbesturen ligt. Vanuit de kant van de gemeente is aangedrongen op prioriteit voor Utrechtse leerlingen. De huidige afspraken zijn op dit moment de maximaal haalbare. Het College zal zich ook in de toekomst blijven inzetten voor prioriteit voor Utrechtse leerlingen.

---- --