Erasmus MC
10 mei 2005 - Eerste benchmark voor
ketenzorg
Rotterdam, 10 mei 2005 - Benchmarken gebeurde in de gezondheidszorg
tot voor kort alleen maar binnen sectoren (bijvoorbeeld binnen de
thuiszorg), maar sinds kort bestaat er een benchmarkinstrument voor
ketenzorg dwars door sectoren heen. Deze eerste ketenzorgbenchmark
betreft CVA-ketenzorg, de zorg voor patiënten met een beroerte, in
samenwerking tussen ziekenhuis, verpleeghuis, revalidatiecentrum,
thuiszorg en huisarts. De CVA-benchmark is in opdracht van ZonMw
ontwikkeld door instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van het
Erasmus MC (iBMG), in samenwerking met Prismant. Op 10 mei, de
Europese dag van de Stroke (beroerte of CVA, cerebro vasculair
accident), komt het onderzoeksrapport Stroke services gespiegeld uit,
waarin de totstandkoming en werking van het ketenbenchmarkinstrument
uitgebreid wordt toegelicht. Auteurs zijn A. Nieboer, R. Pepels, T.
Kool en R. Huijsman. U kunt dit rapport bestellen bij ZonMw (zie
onder).
Stroke services gespiegeld bestaat uit twee delen: een samenvatting
(publieksversie) en een hoofdrapport. In de samenvatting kunt u lezen
dat het mogelijk en uitvoerbaar is om met een beperkte set van
indicatoren de kwaliteit van een regionale zorgketen te meten en te
vergelijken met andere regios. De resultaten van de
haalbaarheidsstudie zijn er zodanig gepresenteerd, dat de lezer zich
een beeld kan vormen wat er allemaal komt kijken bij een benchmark, in
dit geval van van stroke services, en wat zon benchmark oplevert. In
het hoofdrapport kunt u vervolgens de details van het onderzoek en de
informatie over de stroke services uit de negen deelnemende regios
vinden. U vindt er de opzet, instrumenten en resultaten van de
haalbaarheidsstudie uitvoerig beschreven.
De belangrijkste resultaten en ervaringen uit de haalbaarheidsstudie
zijn:
1. Benchmarken van zorgketens is haalbaar. Ook het selecteren van best
practices is realiseerbaar. Regios kunnen hieraan hun eigen
werkpraktijk spiegelen en op grond daarvan systematisch verbeteren.
2. Iedere zorgketen is uniek qua samenstelling, ontstaansgeschiedenis
en regionale inbedding. Daardoor bestaan er niet alleen verschillen in
de structuur, de zorgprocessen en de aansturing van zorgketens, maar
ook in de uitkomsten voor de patiënten, mantelzorgers en medewerkers.
Benchmarken helpt om betere uitkomsten te bereiken en regionale
verschillen in die uitkomsten te verminderen.
3. De zorgketens kunnen altijd zichzelf verder verbeteren. Ook de
koplopers zoals de pilotregios in het onderzoek naar stroke services:
niet één keten is het beste op álle onderdelen. Verschillende ketens
zijn op bepaalde onderdelen het beste. Zij kunnen veel van elkaar
leren door onderlinge uitwisseling en inpassing van best practices.
4. Benchmarken van ketenzorg vraagt om grote inzet van álle
betrokkenen, zowel professionals als managers, in alle schakels van de
gehele keten: ziekenhuizen, revalidatiecentra, verpleeg- en
verzorgingshuizen, thuiszorg en huisartsen; draagvlak én investeringen
van alle partijen zijn daarbij van belang.
5. Het is een groot goed dat de ketens ook werkelijk bereid zijn te
investeren in de benchmark en onderling van elkaar te leren door
systematische uitwisseling. Zorgverzekeraars, overheden en
toezichthouders, zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg, moeten
dit koesteren en stimuleren; het valt te overwegen om deelname aan
benchmark te verplichten.
6. Benchmarken lijkt ook heel goed mogelijk en haalbaar voor andere
zorgketens. Wij pleiten voor enige standaardisatie van algemeen
onder medewerkers.
CVA-ketenzorg
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 30.000 personen getroffen door
een beroerte (of CVA: cerebro vasculair accident). Dat komt neer op
bijna 100 patiënten per dag. In de afgelopen tien jaren is de zorg
voor mensen met een CVA substantieel verbeterd dankzij inspanningen
van en gerichte samenwerking tussen onderzoekers, professionals,
patiënten en beleidsmakers. Hierdoor weten wij dat het niet alleen
belangrijk is dat een persoon behandeld wordt, maar vooral ook hoe en
wanneer deze behandeling moet plaatsvinden. Mensen die door een CVA
worden getroffen, moeten bijvoorbeeld binnen drie uur na het incident
behandeling krijgen. De vervolgbehandeling en zorg moeten regionaal
georganiseerd zijn. Deze regionale organisatie, waar inhoudelijke en
organisatorische afspraken gemaakt zijn tussen de professionals over
de behandeling van CVA patiënten, noemen we CVA-ketenzorg of, zoals in
het rapport, stroke services. Deze vorm van zorg leidt aantoonbaar tot
betere uitkomsten voor de gezondheid van patiënten en de kosten van de
zorg.
ZonMw
Het programma Transmurale Zorg van ZonMw heeft in de afgelopen acht
jaar op programmatische wijze een bijdrage geleverd aan de
totstandkoming van de kennis en aan de verbetering van de CVA-zorg in
Nederland. Door de ervaringen van drie CVA-experimenten en het
evaluatieonderzoek naar de effecten van deze experimenten (de Edisse
studie) is eerst (1998-2001) een best-practice en minimumset aan
criteria ontwikkeld waaraan een stroke service moet voldoen. In
samenwerking met het CBO leverde ZonMw vervolgens (2002-2004) een
bijdrage aan het verminderen van de regionale verschillen door het
actief overdragen van de ideale CVA-ketenzorg aan 23 van de inmiddels
69 stroke services die Nederland telt. Deze overdracht leidde tot
samenwerking en kennisuitwisseling, maar vooral tot verbetering van de
kwaliteit van de CVA-zorg in Nederland.
Bestellen:
A. Nieboer, R. Pepels, T. Kool en R. Huijsman, Stroke services
gespiegeld publieksversie is gratis te bestellen bij:
ZonMw / Willemien Jager
Postbus 93245
2509 AE Den Haag
t 070 349 5268
f 070 349 5389
e-mail: jager@zonmw.nl
Het hoofdrapport Stroke services gespiegeld wordt als pdf beschikbaar
gesteld op de website van ZonMw, iBMG en Prismant.
terug