Ingezonden persbericht


Toekomstig bedrijventerrein tussen Doetinchem en Wehl kan de helft kleiner

Doetinchem/Arnhem 17 mei 2005

Het door de gemeente Doetinchem geplande regionale bedrijventerrein van 124 hectare kan de helft kleiner. Door een opknapbeurt van bestaande bedrijventerreinen en door de ruimte op het nieuwe bedrijventerrein intensief te benutten kan, volstaan worden met 50 hectare. Hiermee worden natuur en landschap tussen Wehl en Doetinchem gespaard. Dat stellen de Gelderse Milieufederatie en Milieuwerkgroep De Oude IJsselstreek in een gezamenlijke visie op ruimtelijke ontwikkelingen in Doetinchem.

Op 5 april 2005 verklaarde het College van B&W van Doetinchem de Wet Voorkeursrecht van kracht op een deel van het nog te ontwikkelen stedelijk uitloopgebied tussen Doetinchem en Wehl. Het gaat om een gebied ter grootte van 124 hectare voor de mogelijke vestiging van een regionaal bedrijventerrein. Dit bedrijventerrein kan een grote negatieve impact op natuur en landschap tussen Doetinchem en Wehl hebben.

De Gelderse Milieufederatie en Stichting Milieuwerkgroep 'de Oude IJsselstreek' hebben onlangs een visie op de ruimtelijke ontwikkelingen in Doetinchem opgesteld. In deze visie wordt ook ruim aandacht besteed aan de ontwikkeling van dit stedelijk uitloopgebied. Het 124 hectare grote gebied, waarin het regionaal bedrijventerrein is voorzien, kan volgens de milieuorganisaties veel kleiner worden. Zij pleiten voor een flinke opknapbeurt (herstructurering en revitalisering) van bestaande bedrijventerreinen en voor het nog beter benutten van de ruimte van nog uit te geven bedrijventerreinen. Bij een hoog ambitieniveau is slechts een regionaal bedrijventerrein nodig van 50 hectare. Bij een iets minder hoog ambitieniveau is 85 hectare bruto bedrijventerrein nodig.

Een kleiner bedrijventerrein is belangrijk omdat een groot bedrijventerrein tussen Doetinchem en Wehl een grote negatieve uitstraling zal hebben op het nog te ontwikkelen stedelijke uitloopgebied. Dit gebied wordt begrensd in het westen door de kern van Wehl, in het zuiden door de A18, in het oosten door de bebouwde kom van Doetinchem en in het noorden door de Wehlse Dijk en de N317 (Keppelseweg). In dit stedelijk uitloopgebied willen de milieuorganisaties naast een compact regionaal bedrijventerrein de volgende functies realiseren:
- ontwikkeling van recreatiemogelijkheden voor inwoners van Doetinchem (recreatie dichtbij huis) en versterken extensieve recreatiemogelijkheden;
- versterken van de natuurwaarden in het stroomgebied van de Oude IJssel, inclusief waterberging en het versterken van de ecologische en landschappelijke waarde van de Wehlse Beek;
- ontwikkelen van een compact (regionaal) bedrijventerrein;
- ontwikkelen van zorg- en woonfuncties.

Ontwikkelen van recreatiemogelijkheden
Primair is het stedelijk uitloopgebied bedoeld om aantrekkelijke recreatiemogelijkheden voor bewoners uit Doetinchem te bieden. Er zullen dus goede rechtstreekse wandel- en fietsverbindingen nodig zijn tussen de woonwijken en het stedelijk uitloopgebied. Rond de Wehlse Beek zullen vooral de wandel- en speelfaciliteiten moeten worden ontwikkeld. Een verbreding van de Wehlse Beek met extra vijvers en brede oevers draagt hieraan bij. De ontwikkeling van een 'nat' stadspark gekoppeld aan de Wehlse Beek als tegenhanger van het 'droge' stadspark Koekendaal geeft ruime meerwaarde aan de recreatiemogelijkheden voor Doetinchem. Aanleg van fiets- en wandelverbindingen (bijvoorbeeld verleggen van Pieterpad traject Doetinchem-Montferland) door het stedelijk uitloopgebied gecombineerd met versterking van landschappelijke kwaliteiten, zoals herstel/versterken van karakteristieke beplanting en cultuurhistorische patronen, kunnen het gebied aantrekkelijk maken en openleggen voor extensieve recreatie. In de rivierweiden van de Oude IJssel kunnen ook mogelijkheden voor extensief kamperen worden ontwikkeld.

Versterken natuurwaarden en waterberging
De Oude IJssel is een belangrijke ecologische verbindingszone. Versterken van de natuurwaarden in de uiterwaarden draagt hieraan bij. De functie van waterberging kan hiermee prima worden gecombineerd. Ook ombouw van de Wehlse Beek tot een stadspark met vijvers en dergelijke biedt kansen om de ecologische functie te versterken. De ontwikkeling van de Wehlse Beek tot een natte ecologische verbinding is goed te combineren met stedelijke recreatie. Daarnaast biedt de Wehlse Beek met zijn vijvers mogelijkheden voor retentie van water ten gevolge van regenbuien. In het laag gelegen stedelijk uitloopgebied ligt de Wehlse Beek op het laagste punt. Door de functie van waterretentie kan wateroverlast in het bebouwde gedeelte van het stedelijk uitloopgebied of in de woonwijken worden beperkt of zelfs voorkomen.

Ontwikkelen van een (regionaal) bedrijventerrein
Wanneer nut en noodzaak (soort bedrijvigheid en grootte) van een regionaal bedrijventerrein voldoende wordt aangetoond, is het gewenst om dit terrein in de zuidwesthoek van het stedelijk uitloopgebied te realiseren. Immers hier is de beste ontsluiting op het hoofdwegennet te realiseren en hoeven ten behoeve van de waterhuishouding minder investeringen (kunstgrepen) plaats te vinden om het terrein droog te houden. Wij pleiten ervoor om het terrein zo compact mogelijk te bebouwen met een ideaal ambitieniveau ten aanzien van ruimtegebruik. In onze berekening rekenen wij op maximaal 85 hectare bruto, maar afhankelijk van nut en noodzaak kan een kleiner terrein worden ontwikkeld. Uiteindelijk zal de grootte van het terrein ook gekoppeld moeten worden aan de draagkracht (landschappelijk) van het stedelijk uitloopgebied. Dit kan worden versterkt door de gebouwen architectonisch aantrekkelijk te ontwerpen en af te stemmen op de overige stedelijk uitloopgebied-functies.

Ontwikkelen zorg- en woonfuncties
Wij zien, weliswaar op bescheiden niveau, mogelijkheden om in het stedelijk uitloopgebied zorg- en woonfuncties te ontwikkelen. Dit zou vooral gekoppeld moeten worden aan vrijkomende agrarische bebouwing. Juist in een gebied waar de landschappelijke waarden worden versterkt bieden zorgboerderijen e.d. kansen voor nevenactiviteiten op agrarische bedrijven. Bovendien kunnen andersom zorg- en woonfuncties bijdragen aan een versterking van de landschappelijke kwaliteiten.

De Gelderse Milieufederatie
Stichting Milieuwerkgroep 'de Oude IJsselstreek'

Noot voor de redactie (

Ingezonden persbericht