Rijksuniversiteit Groningen

Opinie 17: 'Bij planetoïden is waakzaamheid geboden'.

Even leek de aarde af te stevenen op een catastrofe. Vierhonderd meter rotsblok met de naam 2004MN4 komt met een enorme snelheid op ons af, om zich uiteindelijk op vrijdag 13 april van het jaar 2029 in de aardkorst te boren. Uit nieuwe waarnemingen blijkt de planetoïde op ruim 36.000 kilometer langs de aarde te scheren. Maar dat betekent niet dat alle gevaar geweken is, zegt hoogleraar actieve sterrenstelsels Peter Barthel: `Bij planetoïden is waakzaamheid geboden.'

Volgens de eerste schattingen eind 2004 zou het een aardige knal worden: ruim 114.000 keer de kracht van de kernbom op Hiroshima in 1945. Leven op duizenden vierkante kilometers aarde in de directe omgeving van de inslagkrater zou verloren gaan. Bij de gevolgen van een inslag in de oceaan zou de tsunami van tweede kerstdag 2004 verbleken. En dat zijn dat alleen de directe gevolgen. Bij een inslag kan zoveel stof en gruis in de atmosfeer terechtkomen dat het zonlicht ons dagen of zelfs weken lang niet bereikt; een nucleaire winter werd voorzien.

Planetoïden

`Tussen de planeetbanen van Mars en Jupiter cirkelen ze bij de miljoenen', zegt Barthel relativerend. `Het zijn de overblijfselen van de vorming van ons zonnestelsel. Allemaal brokstukken die in grootte variëren van steentjes tot kleine steden.' De grotere objecten werden vroeger aangezien voor planeten, vandaar de naam planetoïden. De grootste als Ceres, Vesta en Eros hebben een naam én onze aandacht.

`Als die planetoïden daar allemaal zouden blijven, is er niet veel aan de hand. Maar het systeem is niet stabiel. Soms botsen ze op elkaar of worden door de zwaartekracht van Jupiter gekatapulteerd richting zon en dús richting aarde.' Dit is geen zeldzaam fenomeen. Elke paar jaar komt er wel een aardscheerder langs. Maar bijna nooit zo dichtbij als exemplaar 2004MN4. `Deze zou wel eens een satellietje kunnen kosten', aldus Barthel.

Dinosauriërs

Grappen maken is makkelijk als het gevaar geweken is. Minder rooskleurig wordt het als een planetoïde wél ons aardoppervlak bereikt. Vijftigduizend jaar geleden sloeg een rotsblok van anderhalve kilometer doorsnee in bij Flagstaff in Arizona. De Barringer-inslagkrater getuigt van de enorme krachten die daarbij vrijkomen. Soms zijn die zo groot, dat bijna al het leven op aarde verdwijnt. Ruim 65 miljoen jaar geleden kwamen de dinosauriërs vermoedelijk zo aan hun eind.

Wat te doen? Zijn wij mensen met onze intelligentie in staat een ramp van dit formaat af te wenden? Stap één is de hemel goed in de gaten houden, aldus Barthel: `Hoe meer kennis we hebben van het aantal objecten dat ons bedreigt, hoe beter. Dankzij waarnemingen weten we nu dat er tussen de duizend en twaalfhonderd planetoïden zijn van een kilometer of groter. Elke miljoen jaar slaat een rotsblok van dat formaat in op de aarde. Kleinere inslagen komen veel vaker voor.'

Armageddon

Met de kennis over het áántal objecten alleen kom je er niet. Om meer te leren over de planetoïden sturen ruimtevaartorganisaties sondes de ruimte in. Deep Impact bijvoorbeeld, die begin juli inslaat in komeet Temple en NEAR, die een ontmoeting aanging met een planetoïde. In dezelfde hoek moeten we onze redding zoeken, zegt Barthel. Een oplossing a la Bruce Willis' Armageddon, een bom in het hart van de planetoïde plaatsen en hem opblazen, gaat misschien wat ver. `Maar een organisatie onder leiding van astronaut Russel Schweickart ontwikkelt nu al een onbemand ruimteschip dat je naar een naderende planetoïde kunt sturen. Met zijn motor duwt dat scheepje dan een paar jaar lang rustig tegen het rotsblok aan, waardoor zijn baan verandert en de aarde niet langer doelwit is.'

Met een goed monitorprogramma moet het mogelijk zijn om naderende planetoïden ruim van tevoren te spotten, zoals 2004MN4 die vorig jaar werd gezien en pas over 25 jaar langskomt. Daar ligt dus de prioriteit, wat Barthel betreft. Ondertussen moeten we nadenken over nieuwe methoden om de baan van planetoïden te beïnvloeden. `Als er dan echt een keer gevaar dreigt, komt het geld voor de uitvoering vanzelf op tafel, let maar op...'

Curriculum Vitae

Peter Barthel studeerde natuurkunde aan de Vrije Universiteit en deed daarna sterrenkundig promotieonderzoek naar Quasars bij de Sterrenwacht Leiden. Van 1984 tot 1988 verbleef hij in Pasadena om als onderzoeker te werken bij Caltech. Sinds 1988 is Barthel verbonden aan het Kapteyn Instituut van de RUG. Eerst als onderzoeker en docent en sinds maart 2004 als hoogleraar in de astrofysica van actieve sterrenstelsels.

Barthel heeft grote affiniteit met het onderwijs en populariseren van sterrenkunde. Hij zetelt in verschillende commissies en schrijft methoden. Momenteel adviseert hij het ministerie van OCW over het natuurkundig curriculum voor het voortgezet onderwijs.

Informatie: Peter Barthel tel: (050) 363 40 64, e-mail: pdb@astro.rug.nl