Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Iran; reactie op besluit Vaste Ci e BuZa van 17 mei 2005

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag

|Directie Noord-Afrika/Midden Oosten
Afdeling Golfstaten
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
N="Y" "Nederland" "" | |

|Datum |18 mei 2005                         |Auteur|Mw. drs. Joke Buringa|
|Kenmer|DAM-228/05                          |Telefo|+ 31 70 348 6168     |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/2                                 |Fax   |+ 31 70 348 6639     |
|Bijlag|-                                   |joke.buringa@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Iran; reactie op besluit Vaste Cie  |www.minbuza.nl               |
|t     |BuZa van 17 mei 2005                |                             |
|C.c.  |                                    |      |                     |
Graag ga ik hierbij in op het verzoek van uw vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van heden om een brief over de feiten, de achtergronden, de door mij genomen stappen en de eventueel te nemen vervolgstappen met betrekking tot de behandeling van het lid van uw Kamer mevrouw F. Karimi (Groen-Links) bij haar recente vertrek uit Teheran.

Bij terugkomst in Nederland op dinsdag 10 mei jl. meldde mevrouw Karimi aan de Nederlandse pers welke problemen zij zijdens de Iraanse autoriteiten had ondervonden alvorens het vliegtuig terug te kunnen nemen. Zij nam terzake tevens rechtstreeks contact op met mij. Naar aanleiding hiervan werd de Ambassadeur van Iran in Den Haag op het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontboden voor een gesprek op hoog ambtelijk niveau. Tijdens dat gesprek, dat plaats heeft gevonden op woensdag 11 mei j.l., werd Ambassadeur Ziaran terzake om opheldering gevraagd. Tevens werd hij in kennis gesteld van de Nederlandse zorgen betreffende een dergelijke behandeling van een Nederlands staatsburger en lid van de Tweede Kamer op het vliegveld van Teheran. De Ambassadeur heeft ten departemente voor het gebeurde zijn verontschuldigingen aangeboden en benadrukt dat wat mevrouw Karimi heeft meegemaakt niet overeenkomt met het vigerende beleid van zijn regering. Ambassadeur Ziaran had zelf telefonisch overleg gevoerd met mevrouw Karimi om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de gebeurtenissen. Inmiddels vindt te Teheran onderzoek plaats naar de gebeurtenissen. De Ambassadeur heeft mij beloofd dat hij mij zo spoedig mogelijk over de resultaten van dit onderzoek zal berichten.

In afwachting van dit rapport heb ik in een brief aan mijn ambtgenoot Kharrazi mijn diepe teleurstelling uitgesproken over het gebeurde en het belang benadrukt dat de Iraanse autoriteiten mij volledig inzicht verschaffen in de gang van zaken.

Op dit moment wacht ik nog op de door de Iraanse autoriteiten toegezegde onderzoeksresultaten. Na ontvangst hiervan zal ik mij beraden op eventuele volgende stappen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot


---- --