Ministerie van Buitenlandse Zaken

HGIS JAARVERSLAG 2004

INHOUDSOPGAVE

|                                                                |      |
|Voorwoord                                                       |      |
|HGIS op hoofdlijnen: belangrijkste resultaten en uitgaven       |      |
|Toelichting op resultaten en realisaties per beleidsthema       |      |
|                                                                |      |
|Bijlagen:                                                       |      |
|HGIS per begroting                                              |      |
|Uitgaven ontwikkelingssamenwerking                              |      |
|ODA-prestatie 2004                                              |      |
|ODA: uitgaven in partner- en exitlanden                         |      |
|Uitgaven Natuur, milieu en water                                |      |
|ODA-uitgaven HIV/Aids, Malaria en Tuberculose                   |      |
|ODA-uitgaven Basic Education                                    |      |
|Non-ODA uitgaven                                                |      |
|                                                                |      |
VOORWOORD

Voor u ligt het HGIS-jaarverslag 2004. Dit verslag geeft, in aanvulling op de departementale jaarverslagen, een integraal overzicht van de besteding van de middelen voor Internationale Samenwerking in 2004.

De Nederlandse uitgaven voor Internationale Samenwerking, die op verschillende departementale begrotingen staan, zijn gebundeld in de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). De HGIS schept daarmee kansen voor interdepartementale samenwerking en ontschot beleid. Verschillende HGIS-programma's worden gezamenlijk door meerdere ministeries ingevuld. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

Het HGIS-jaarverslag geeft een bondig overzicht van de belangrijkste resultaten, uitgaven en ontvangsten op het terrein van Internationale Samenwerking in 2004. In het algemene deel worden de realisaties per thema op hoofdlijnen toegelicht. In de daarop volgende hoofdstukken worden de belangrijkste resultaten over 2004 gepresenteerd. Aan het begin van de beleidsthema's treft u een overzicht van realisaties en de algemene beleidsdoelstelling aan. De teksten zijn zoveel mogelijk geordend naar geoperationaliseerde doelstellingen en blikken terug op de plannen die zijn gepresenteerd in de HGIS-nota 2004. Meer gedetailleerde toelichtingen op behaalde resultaten en financiële realisaties kunt u vinden in de departementale verantwoordingen.

Tot slot bevat het jaarverslag een aantal bijlagen, waarin alle HGIS-uitgaven en -ontvangsten en dwarsdoorsneden daarvan worden gepresenteerd. Het HGIS-jaarverslag geeft daarmee als enige document een integraal overzicht van alle uitgaven voor Internationale Samenwerking. HGIS OP HOOFDLIJNEN: BELANGRIJKSTE RESULTATEN EN UITGAVEN

De HGIS is een bundeling van de buitenland-uitgaven van de verschillende departementen. Binnen de HGIS is een globale tweedeling te maken tussen de uitgaven aan Official Development Assistance (ODA) met een jaarlijkse omvang van 0,8% van het BNP en de overige uitgaven aan internationale samenwerking, vaak kortweg aangeduid met 'non-ODA'. De totale realisatie voor de HGIS bedroeg in 2004 EUR 5,38 miljard. Voor de twee hoofdonderdelen van de HGIS, het ODA- en het non-ODA-gedeelte, volgen hieronder de belangrijkste resultaten en uitgavenrealisaties.

HGIS/ODA

De ODA-uitgaven aan de beleidsthema's in de HGIS bedroegen EUR 3,94 miljard in 2004 en waren hiermee EUR 130 miljoen hoger dan in 2003. De ODA-prestatie komt in 2004 uit op 0,73% vanwege de terugbetaling van schulden door India. Deze kwalificeren als negatieve ODA. Dit lagere percentage wordt in de komende jaren gecompenseerd zodat de gemiddelde ODA-prestatie over periode 2004-2007 0,8% BNP zal zijn. Het jaar 2004 was het eerste volledige jaar waarin de voornemens uit 'Aan Elkaar Verplicht' werden uitgevoerd. Belangrijk was de verdere concentratie op landen en sectoren in de bilaterale ontwikkelingssamenwerking. De nadruk op de vijf prioritaire thema's onderwijs, HIV/Aids, reproductieve gezondheid, milieu en water werd verder versterkt. Zoals gebruikelijk bevat het HGIS-jaarverslag een apart realisatie-overzicht voor de prioriteiten basic education, HIV/Aids, tuberculose en malaria, en Natuur, Milieu en Water (zie bijlage 5, 6 en 7). Mede op basis van het nieuwe informatiesysteem Piramide is de gehanteerde berekeningsystematiek voor deze overzichten meer consistent en volledig toegepast dan in het verleden. In 2004 werden aanzienlijk meer middelen (ruim EUR 339 miljoen) besteed aan basic education dan in 2003 (EUR 199 miljoen). Daarmee wordt gestalte gegeven aan de noodzakelijke intensivering om de motie Hessing (15% van het ontwikkelingsbudget besteden aan basic education) te realiseren in 2007. Ook voor milieu en water vond een intensivering plaats. In 2004 werd EUR 486 miljoen uitgegeven, EUR 52 miljoen meer dan in 2003. Voor de beleidsprioriteit HIV/AIDS, malaria en tuberculose is EUR 313 miljoen uitgegeven om uitvoering te geven aan de motie Terpstra/Koenders. In 2004 werden ook de eerste, positieve, ervaringen opgedaan met het Stabiliteitsfonds. De EKI-toerekening over 2004 is met EUR 171,5 miljoen fors lager uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd, omdat minder schulden zijn kwijtgescholden dan verwacht.

De uitgaven voor het beleidsthema 'humanitaire hulp' zijn gestegen ten opzichte van 2003. Deze uitgaven waren ook hoger dan geraamd. Het structurele budget voor noodhulp is verhoogd tot EUR 100 miljoen per jaar. Verder vonden incidentele verhogingen plaats, onder meer voor de Nederlandse bijdragen aan de zogenaamde Consolidated Appeals van de VN. Onder meer door financiering van activiteiten in de Democratische Republiek Congo, Burundi en Irak waren de uitgaven voor het beleidsthema 'goed bestuur' in 2004 aanzienlijk hoger dan begroot.

De bijdragen aan de VN-instellingen kwamen uiteindelijk ongeveer overeen met de uitgaven in 2003, maar waren aanzienlijk meer dan begroot in 2004. Dit heeft te maken met de verhoging van de Nederlandse bijdrage aan onder andere UNDP, UNICEF, UNFPA en UNAIDS. Uitgaven aan de Internationale Financiële Instellingen waren substantieel hoger dan in 2003. Dit komt vooral doordat uitgaven aan IDA eerder plaatsvonden dan verwacht. Ook werd een aanzienlijke bedrag uitgegeven aan mondiale fondsen die het beleid ten aanzien van de prioriteiten van 'Aan Elkaar Verplicht' ondersteunen, zoals Education For All en het Global Fund to Fight AIDS, TB and Malaria .

Door tegenvallende uitgaven bij het ORET-programma en het FMO-fonds voor minst-ontwikkelde landen (het 'MOL-fonds') zijn de realisaties voor het beleidsthema 'samenwerking met het bedrijfsleven' achtergebleven bij de begrote uitgaven. De uitgaven aan samenwerking met maatschappelijke organisaties en internationaal onderwijs bleven ongeveer gelijk ten opzichte van 2003. De verlaging voor de uitgaven ten behoeve van de eerstejaarsopvang van asielzoekers wordt veroorzaakt door een sterk afnemende instroom van asielzoekers in 2004 in vergelijking met 2003.

|                                                 |Realis|Begrot|Realis|
|                                                 |aties |ing   |aties |
|                                                 |      |      |      |
|Ontwikkelingssamenwerking: de ODA-uitgaven naar  |      |      |      |
|beleidsthema (bedragen x EUR 1000)               |      |      |      |
|                                                 |2003  |2004  |2004  |
|                                                 |      |      |      |
|Internationale ordening                          |16.401|17.951|15.550|
|Vrede, veiligheid en conflictbeheersing          |4.000 |63.400|66.723|
|Humanitaire hulp                                 |228.12|164.10|245.27|
|                                                 |5     |1     |4     |
|Goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw      |27.022|11.654|28.175|
|Bilaterale ontwikkelingssamenwerking             |1.118.|1.197.|1.097.|
|                                                 |826   |462   |818   |
|EU-fondsen                                       |320.03|299.36|308.14|
|                                                 |4     |8     |5     |
|VN-instellingen                                  |380.79|298.53|369.10|
|                                                 |9     |3     |1     |
|Internationale Financiële Instellingen           |301.68|277.01|495.97|
|                                                 |7     |2     |8     |
|Samenwerking met maatschappelijke organisaties   |749.34|745.14|739.18|
|                                                 |9     |6     |5     |
|Samenwerking op het terrein van internationaal   |134.12|131.31|137.24|
|onderwijs                                        |9     |7     |6     |
|Samenwerking met het bedrijfsleven               |158.95|208.00|132.10|
|                                                 |3     |0     |5     |
|Bilaterale betrekkingen op het gebied van        |13.679|6.425 |16.032|
|economie en milieu                               |      |      |      |
|Eerstejaarsopvang asielzoekers                   |162.60|194.42|98.003|
|                                                 |3     |0     |      |
|Overige                                          |195.82|196.03|193.70|
|                                                 |8     |2     |9     |
|Totaal                                           |3.811.|3.810.|3.943.|
|                                                 |435   |821   |044   |
|                                                 |      |      |      |
|                                                 |      |      |      |
|Ontwikkelingssamenwerking: de non ODA-uitgaven   |Realis|Begrot|Realis|
|naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)          |aties |ing   |aties |
|                                                 |2003  |2004  |2004  |
|Bilaterale ontwikkelingssamenwerking             |41.607|71.422|25.456|
|(rentesubsidies NIO en garanties OS)             |      |      |      |
|VN-instellingen (deel van UNEP, GEF en           |6.274 |7.273 |6.831 |
|Grondstoffen)                                    |      |      |      |
|Samenwerking met maatschappelijke organisaties   |454   |454   |0     |
|(deel van KPA)                                   |      |      |      |
|Samenwerking op het terrein van internationaal   |2.596 |2.596 |2.596 |
|onderwijs (huisvesting KIT)                      |      |      |      |
|Samenwerking met het bedrijfsleven (FMO en POPM) |55.695|52.338|89.603|
|Totaal                                           |106.62|134.08|124.48|
|                                                 |6     |3     |6     |
HGIS/non-ODA

De uitgaven voor non-ODA begrotingsposten in de HGIS bedroegen in 2004 EUR 1,43 miljard, een kleine stijging ten opzichte van het uitgavenniveau in 2003 (EUR 1,38 miljard).

Aan het beleidsthema 'internationale ordening' werd in 2004 meer uitgegeven dan het jaar ervoor. De oorspronkelijke raming was nog hoger, maar kon niet worden gerealiseerd doordat activiteiten in het kader van de klimaatinstrumenten Clean Development Mechanism en Joint Implementation vertraging ondervonden. Doordat middelen voor verbouwing en beveiliging van de tijdelijke huisvesting van het Internationaal Strafhof werden doorgeschoven van 2003 naar 2004 werd voor dit onderdeel meer uitgegeven dan voorzien.

Ook de uitgaven binnen het beleidsthema 'vrede, veiligheid en conflictbeheersing' waren hoger dan in 2003. Dit had vooral te maken met hogere uitgaven voor de Nederlandse deelname aan crisisbeheersingsoperaties. Ophoging van het Matra-programma had tot gevolg dat de non-ODA uitgaven voor goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw hoger waren dan in 2003.

De uitgaven voor het beleidsthema 'internationaal cultuurbeleid' waren in 2004 hoger dan het jaar ervoor. Dit had onder meer te maken met extra uitgaven voor het culturele programma van het Nederlandse EU-voorzitterschap, het Vlaams-Nederlands centrum voor Europa in Brussel en de ophoging van middelen die Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland kunnen inzetten voor de uitvoering kleine activiteiten in het kader van internationaal cultuurbeleid.

De non-ODA uitgaven voor humanitaire hulp, internationale financiële instellingen, samenwerking op het terrein van internationaal onderwijs en asiel, migratie en consulaire dienstverlening bleven ongeveer gelijk ten opzichte van 2003.

De daling in uitgaven ten opzichte van 2003 aan het beleidsthema 'bilaterale betrekkingen op het gebied van economie en milieu' hangen samen met de meerjarige uitwerking van de in 2003 doorgevoerde bezuinigingen op het terrein van buitenlandse economische betrekkingen. De realisatie op dit beleidsthema is aanzienlijk lager dan geraamd. Dit heeft te maken met het vroeger dan verwacht afronden van de Intergouvernementele Conferentie (IGC). Daardoor ging een grote conferentie die onder het Nederlandse EU-voorzitterschap zou plaatsvinden niet door.

|De non-ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x |Realisa|Begroti|Realisa|
|EUR 1000)                                         |ties   |ng     |ties   |
|                                                  |2003   |2004   |2004   |
|                                                  |       |       |       |
|Internationale ordening                           |87.794 |124.436|94.837 |
|Vrede, veiligheid en conflictbeheersing           |237.129|203.180|274.557|
|Humanitaire hulp                                  |3.938  |4.485  |4.641  |
|Goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw       |29.646 |30.373 |39.000 |
|Europese integratie                               |34.952 |36.440 |35.421 |
|Bilaterale ontwikkelingssamenwerking              |4.700  |8.117  |1.800  |
|EU-fondsen                                        |122.872|124.072|111.272|
|Internationale Financiële Instellingen            |8.011  |6.976  |7.965  |
|Samenwerking op het terrein van internationaal    |3.223  |3.279  |3.353  |
|onderwijs                                         |       |       |       |
|Bilaterale betrekkingen op het gebied van economie|240.152|275.149|232.772|
|en milieu                                         |       |       |       |
|Asiel, migratie en consulaire dienstverlening     |8.358  |8.027  |8.068  |
|Internationaal cultuurbeleid                      |15.630 |15.210 |19.046 |
|Overige                                           |480.631|486.236|479.589|
|Totaal                                            |1.277.0|1.325.9|1.312.3|
|                                                  |36     |80     |21     |
BELEIDSTHEMA 1

HET BEVORDEREN VAN INTERNATIONALE ORDENING

Doelstelling

Een vreedzame, veilige, welvarende en rechtvaardige wereld met een duurzaam milieu. De kern van de

internationale ordening vormt de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Bevordering internationale rechtsorde
De Nederlandse inspanningen om de internationale rechtsorde te bevorderen hebben resultaat gehad op uiteenlopende gebieden, onder meer ten aanzien van schade op het gebied van transport van gevaarlijke stoffen, op het gebied van schade als gevolg van grensoverschrijdende overbrenging van genetisch gemodificeerde organismen en de versterking van de beveiliging van schepen en havens. De onderhandelingen over een nalevingprocedure in het kader van het Cartagena Protocol inzake bioveiligheid zijn succesvol afgerond. Op een aantal terreinen werden minder goede resultaten geboekt. Zo konden de onderhandelingen over een alomvattend terrorismeverdrag in VN-kader niet worden afgerond, onder andere vanwege onenigheid over de definitie van terrorisme.

De inspanningen om tot verdere opbouw van het Internationaal Strafhof te komen hebben gedeeltelijk tot resultaten geleid. Het aantal landen dat het Statuut heeft geratificeerd is toegenomen tot 97.

Nederland als gastland voor internationale organisaties In 2004 werd overeenstemming bereikt over de omgang met internationale organisaties in Nederland. Echter, de afronding van het kabinetsstandpunt over het Intertepartementaal Beleid Onderzoek wacht op besluitvorming in de Ministerraad over een aantal fiscale vraagstukken. De te sluiten overeenkomst met Eurojust kon in 2004 vrijwel worden afgerond.

Bevordering en bescherming van de rechten van de mens Onder Nederlands voorzitterschap was er een zeer actieve EU-inzet in de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN. Mede daardoor zijn de landenresoluties inzake Birma, DRC, Turkmenistan en Iran aangenomen. Ook is mede dankzij Nederlands aandringen tijdens de VN-budgetonderhandelingen 2004 een resolutie aangenomen waarin de Secretaris-Generaal van de VN wordt verzocht opties uit te werken ter verhoging van het budget voor het Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR). Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is een actieplan Kinderen en Gewapend Conflict opgesteld. Op Nederlands initiatief is een persoonlijk vertegenwoordiger van Hoge Vertegenwoordiger Solana voor de mensenrechten benoemd (EU-mensenrechtenambassadeur).

Bevordering ecologische ordening
Mede dankzij een actieve lobby van de EU ratificeerde Rusland het Kyoto-protocol, waardoor dit in februari 2005 in werking kon treden. Een deel van de Nederlandse Kyoto-doelstelling voor CO2-reductie wordt in het buitenland gerealiseerd via de instrumenten Joint Implementation (JI) en het Clean Development Mechanism (CDM). Vanwege de lagere marktprijs zijn de geraamde bedragen voor de aankoop van CO2-reductie-eenheden via JI naar beneden bijgesteld. Bij zowel JI als CDM wordt nu uitgegaan van een gemiddelde prijs van 6 euro per ton CO2. Het bereiken van de buitenlandse reductie-doelstelling is ondanks aanloopproblemen reëel. Tijdens de 10e Conferentie van Partijen bij het Klimaatverdrag bleek dat mondiaal nog onvoldoende draagvlak is voor de door de EU gewenste afspraken over de post-Kyotoperiode.

In het kader van de Conventie inzake Biologische Diversiteit is overeenstemming bereikt over een Werkprogramma voor Beschermde Gebieden. De nieuwe operationele programma's van de Global Environment Facility (GEF) met betrekking tot landdegradatie en POPs worden ondersteund. Verder zijn resultaten geboekt op het gebied van maritieme veiligheid, nucleaire veiligheid, en het beheer van het Arctisch en Antarctisch gebied. De voorgenomen uitvoering van de WSSD-conclusies (World Summit on Sustainable Development) is voor het overgrote deel gerealiseerd. De door Nederland georganiseerde conferentie Energy for Development verliep succesvol.

Bevordering van financieel-economische ordening
In 2004 werden afspraken gemaakt over verbetering van markttoegang in sectoren die voor ontwikkelingslanden van belang zijn en de reductie van handelsbelemmerende tarieven voor dezelfde sectoren. Verder heeft Nederland aandacht besteed aan de non-trade concerns (zoals voedselkwaliteit en plattelandsontwikkeling). De ministeries van Economische en Buitenlandse Zaken organiseerden een groot internationaal seminar op hoog niveau, waarin Afrikaanse beleidsmakers en onderhandelaars en vertegenwoordigers van het Afrikaanse bedrijfsleven in dialoog met Europese onderhandelaars spraken over de vraag: Doha: What's in it for Africa?

Nederland heeft in het streven naar meer OS-coherentie als eerste OESO-land een nationaal MDG-rapport gepubliceerd. Op Nederlands voorstel besloot de Europese Raad om nieuw EU-beleid systematischer te screenen op gevolgen voor ontwikkelingslanden. Het horizontale coherentieproject van de OESO werd met Nederlandse steun voortvarend doorgezet. In 2004 werd mede door inzet van Nederland overeenstemming bereikt over de OESO 'Strategie voor uitbreiding en versterking van de relatie met niet-leden'. In dit verband zijn onder meer vier toetredingscriteria geformuleerd en is besloten tot het starten van een global dialogue met een aantal niet-leden (zoals China en Rusland).

BELEIDSTHEMA 2
VREDE, VEILIGHEID EN CONFLICTBEHEERSING

Doelstelling

Het Nederlandse veiligheidsbeleid richt zich op de veiligheid van het Nederlandse en bondgenootschappelijke grondgebied en op de bevordering van de internationale vrede, veiligheid en stabiliteit en de internationale rechtsorde middels instrumenten van conflictpreventie en crisisbeheersing.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Wereldwijde en regionale conflictbeheersing

- Nederland was in 2004 op een groot aantal plaatsen actief in het kader van internationale crisisbeheersingsoperaties. Naast militaire bijdragen aan missies in Irak, Afghanistan en Bosnië-Herzegovina, werd deelgenomen aan diverse civiele operaties, zoals Proxima (Macedonië), EUPM (EU Police Mission in Bosnië Herzegovina, EUMM (EU Monitoring Mission op de Balkan), UNFICYP (Cyprus). De Nederlandse bijdrage aan 'Operatie Althea', de EU-opvolger van de NAVO-operatie SFOR in Bosnië-Herzegovina, is op hetzelfde niveau gebleven als die aan de SFOR. In de Iraakse provincie Al-Muthanna was, mede dankzij de Nederlandse militaire inzet sprake van een relatief rustige en stabiele situatie. De veligheidssituatie in andere delen van Irak, met name de Soennitische driehoek, bleef overigens zorgelijk. In Afghanistan was Nederland actief met een Apache-detachement in Kaboel, een Provincial Reconstruction Team (PRT) in Baghlan en F-16's en tankercapaciteit ten behoeve van de presidentsverkiezingen.
- In het streven naar het terugdringen van het internationaal terrorisme zijn in Europees verband onder meer afspraken gemaakt voor nauwere samenwerking van inlichtingendiensten en voor versterking van het EU Situation Center bij het opstellen van dreigingsanalyses. De financiering van terrorisme is aangepakt en samenwerking met een groep prioritaire landen is versterkt. In het onder het Nederlandse voorzitterschap tot stand gekomen Haags Programma zijn afspraken gemaakt over onder andere gegevensuitwisseling, versterking van de justitiesamenwerking en samenwerking op het gebied van civiel recht. In de samenwerking tussen NAVO en de EU op het gebied van terrorisme is weinig voortgang geboekt.
- Per 1 januari 2004 is het Stabiliteitsfonds ingesteld met zowel ODA als non-ODA middelen om geïntegreerd ondersteuning te kunnen bieden bij het beëindigen dan wel voorkomen van conflicten. Om de situatie in Darfur te verbeteren heeft Nederland uit het Stabiliteitsfonds een substantiële financiële bijdrage geleverd aan de AU-vredesmissie in Darfur (AMIS). Voorts heeft Nederland in samenwerking met onder andere de Afrikaanse Unie bijgedragen aan de capaciteitsversterking op het gebied van crisisbeheersing en droeg het bij aan de hervormingen van de veiligheidssector in de Grote-Meren-regio in Afrika, mede ter ondersteuning van de VN-missies ONUB en MONUC.

Samenwerking in internationaal kader op veiligheidsvlak
- Nederland heeft het merendeel van zijn doelstellingen ten aanzien van samenwerking in NAVO-kader kunnen behalen. Zo werd de NAVO-uitbreiding met zeven nieuwe lidstaten geratificeerd en de NATO Response Force operationeel. Tijdens de NAVO-top in Istanboel werd overeenstemming bereikt over het ondersteunen van de nieuwe Iraakse regering bij de training van leger en veiligheidsorganisaties. Ook was brede overeenstemming over de noodzaak van het vergroten van de inzetbaarheid van de militaire capaciteiten van de NAVO-bondgenoten.
- Het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) kreeg een belangrijke impuls met de lanceringen van de Headline goal 2010, het initiatief van de EU-Battlegroups en de komst van het Europees Defensie Agentschap (EDA). Non-proliferatie en wapenbeheersing

- Onder het Nederlandse EU-voorzitterschap is non-proliferatie een standaard onderwerp geworden in de relaties van de Unie met derde landen. In lijn met en ter bevordering van implementatie van de EU-non-proliferatiestrategie werden onder Nederlands voorzitterschap wereldwijde inspanningen ondernomen ten behoeve van de universaliteit van de voornaamste ontwapenings- en non-proliferatieinstrumenten.
- Nederland heeft zich op verschillende manieren ingezet voor conventionele wapenbeheersing en bevordering van de naleving van bestaande overeenkomsten. Zo heeft het Nederlandse voorzitterschap een belangrijke rol gespeeld bij de onderhandelingen over een VN-verdrag inzake de opsporing en tracering van kleine wapens. Er kon geen voortgang worden geboekt ten aanzien van de inwerkingtreding van het aangepaste CSE-verdrag (Conventionele Strijdkrachten Europa).
- Nederland continueerde ook dit jaar zijn restrictieve beleid ten aanzien van export van conventionele wapens. Onder Nederlands voorzitterschap kon de herziening en versterking van de EU-gedragscode inzake wapenexport vrijwel worden afgerond en werden de contacten op het gebied van wapenexport met het Europees Parlement aangehaald.

BELEIDSTHEMA 3
HUMANITAIRE HULP

Doelstelling

De leniging van menselijke noden die voortvloeien uit (chronische) crisissituaties en/of natuurrampen, in principe wereldwijd, maar in het bijzonder in een tiental crisisgebieden in ontwikkelingslanden. Humanitair ontmijnen is onderdeel van de hulpverlening.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Verbeterde levensomstandigheden van slachtoffers van conflictsituaties en/of natuurrampen, door levering van financiële bijdragen aan internationale organisaties en NGO's. Nederland heeft in 2004 onder andere noodhulp verstrekt in Soedan naar aanleiding van het oplaaiend geweld in Darfur en in Azië naar aanleiding van de tsunami. In een aantal andere landen werd de structurele humanitaire hulp voortgezet. Nederland verleent humanitaire hulp via derden. De Verenigde Naties (UNHCR) en het Internationale Rode Kruis (ICRC) zijn de grootste ontvangers. Door de in 2003 met de hulpverleners afgesloten Kanaalfinancieringsovereenkomsten kunnen zij effectiever en flexibeler optreden omdat zij eerder in het jaar over de Nederlandse bijdrage kunnen beschikken en een grotere beleidsvrijheid hebben. Dit betekent dat Nederland steeds meer landenprogramma's financiert in plaats van projecten. ICRC kan de jaarlijkse bijdrage zelfs geheel vrij besteden.

Verbeterde kwaliteit en effectiviteit van noodhulpverlening, in nauwe samenwerking met internationale organisaties en NGO's. Nederland zet op dit terrein met name in op verbetering van coördinatie. Nederland heeft in 2004 internationale pogingen om de coördinatie van humanitaire hulp te verbeteren ondersteund. Zo heeft Nederland zich sterk gemaakt voor de voortzetting van het Good Humanitarian Donorship proces - waarbij een deel van de donoren zich overigens terughoudend opstelde - en een succesvolle rol gespeeld bij de totstandkoming van werkafspraken tussen de Office for the Coordination of Humanitairian Affairs (OCHA) en de Europese Commissie. Daarnaast is Nederland begonnen met het ontwikkelen van een beleidslijn die moet leiden tot aansluiting tussen humanitaire hulp en wederopbouw. Mede op aandringen van Nederland zal OCHA de NGO's nauwer betrekken bij de totstandkoming van de Consolidated Appeals.

BELEIDSTHEMA 4

GOED BESTUUR, MENSENRECHTEN EN VREDESOPBOUW

Doelstelling

Nederland streeft naar de bevordering van mensenrechten, goed bestuur en vredesopbouw in geselecteerde landen.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Goed bestuur met name op de terreinen van corruptiebestrijding, democratisering, versterking van lokaal bestuur en hervormingen van de juridische sector in voor Nederland prioritaire landen. Nederland heeft in 2004 stappen gezet om de ondersteuning van de invoering van goed bestuur verder vorm te geven. Zo is op basis van de notitie 'Aan Elkaar Verplicht' een beleidskader goed bestuur ontwikkeld dat aandacht besteedt aan de rechtsstaat en corruptiebestrijding. Dit is in de vorm van een handboek verzonden aan ambassades en consulaten en betrokken directies van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast is de aanbesteding voor een kenniscentrum rechtsprekende macht afgerond, waarmee capaciteitsopbouw terzake op het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt beoogd. De ondersteuning van partnerlanden bij de implementatie van de VN-conventie inzake corruptiebestrijding heeft niet plaatsgevonden omdat het verdrag nog niet in werking is getreden.

Voltooiing van de integratie van mensenrechten in het onwikkelingssamenwerkingsbeleid en versterking van regionale activiteiten gericht op verbetering van de implementatie van mensenrechten. Nederland heeft aan deze doelstelling vorm gegeven door financiële en beleidsmatige ondersteuning van het Bureau van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) en door zich in te spannen voor een positieve reactie van de EU op de aanbevelingen van het VN-High Level Panel inzake de rol van de OHCHR. Nederland heeft verder een actieve rol gespeeld bij de benoeming van Persoonlijk Vertegenwoordigers van de OVSE voor de bestrijding van onverdraagzaamheid en discriminatie. Met de inzet van de Strategische Faciliteit Mensenrechten en Goed Bestuur (FSA) werd ondermeer de ondersteuning van activiteiten van mensenrechtenorganisaties in de Arabische wereld geïntensiveerd.

Vredesopbouw met name door het ondersteunen van vredesdialogen, van hervormingen binnen de veiligheidssector en van wederopbouwprocessen in voor Nederland in dit kader prioritaire landen/regio's. In 2004 heeft Nederland de vredesdialogen in Afrikaanse regio's Grote Meren en Hoorn van Afrika ondersteund. Dat gebeurde in de Grote Merenregio door deelname aan het Multi-country Demobilisation and Reintegration Program van de Wereldbank. Nederland heeft in multi-donor verband bijgedragen aan de voorbereiding van de wederopbouw van Soedan en Afghanistan. Verder zijn analysekaders opgesteld om ondermeer de stabiliteitssituatie in een land te kunnen beoordelen. Op het gebied van civiele crisisbeheersing heeft Nederland experts ter beschikking gesteld in Georgië en in Irak.

Ondersteuning van het maatschappelijke transformatieproces, gericht op de door Nederland gewenste vestiging van democratische geregeerde rechtsstaten in vijftien Midden- en Oost-Europese landen. In 2004 heeft Nederland de bilaterale samenwerking met een aantal Midden- en Oost-Europese landen op het terrein van democratie, goed bestuur en mensenrechten verder vorm gegeven met behulp van het MATRA-programma. BELEIDSTHEMA 5
EUROPESE SAMENWERKING

Doelstelling

De Europese Unie stelt zich tot doel de economische en sociale vooruitgang te bevorderen, haar identiteit op internationaal vlak te bevestigen, de rechten en belangen van de onderdanen te beschermen, een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en verder te ontwikkelen en de Europese regelgeving te handhaven en verder te ontwikkelen teneinde de doeltreffendheid van de mechanismen en instellingen van de Gemeenschap te verzekeren. De Raad van Europa wil de mensenrechten, de pluriforme democratie en gerechtigheid bevorderen alsmede de culturele identiteit en diversiteit van Europa. Bovendien wil de Raad van Europa bijdragen aan de democratische stabiliteit in Europa. De regering streeft ernaar binnen deze kaders de belangen van Nederland en Nederlanders te bevorderen.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

De Europese Unie slagvaardiger maken

Tijdens de Europese Raad van juni is overeenstemming bereikt over het Grondwettelijk Verdrag waarin het primaat van de communautaire methode, evenwicht tussen de instellingen en de gelijkwaardigheid tussen de lidstaten zijn verankerd. Door Nederlandse inbreng bevat het verdrag herkenbare financieel- budgettaire waarborgen en de mogelijkheid op een later tijdstip de relatie tussen de Unie en Nederlandse Antillen en Aruba te herzien.

Het beleid dat Nederland wilde voeren als EU-voorzitter werd voorbereid en uitgedragen mede op basis van een zogenaamde beleidsverkennende notitie over het effectief opereren in de EU-25. Daaronder viel een aantal complexe onderwerpen zoals het Turkije besluit, de kwestie Cyprus en de afronding van de onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië. Er zijn diverse coalities gesloten, vooral op financieel gebied en op Schengen-terrein. In het kader van het goed nabuurschap werd de grensoverschrijdende samenwerking met België en Duitsland versterkt. Door de verantwoordelijke Benelux ministers zijn in 2004 de contouren geschetst van mogelijke samenwerking vanaf 2008.

Integratie vervolmaken
Naar aanleiding van de aanslagen in Madrid op 11 maart 2004 werd de samenwerking op het gebied van terreurbestrijding geïntensiveerd. Gijs de Vries werd benoemd tot anti-terrorisme coördinator om een EU-Actieplan uit te werken en te coördineren. Op het gebied van de bestrijding van terrorisme is de samenwerking met een groep prioritaire landen versterkt. Als vervolg op het Tampere-programma zijn politieke richtsnoeren vastgesteld voor de komende vijf jaar op het terrein van vrijheid, veiligheid en recht in het zogeheten Haags Programma. Ook werd een nieuwe EU-drugsstrategie aangenomen.

Tijdens de Europese Voorjaarsraad van 2004 werden afspraken gemaakt over de Lissabonagenda ten aanzien van de kenniseconomie. De nadruk lag op groei door hervormingen, betere implementatie door de lidstaten, minder en betere regelgeving en meer investeringen in menselijk kapitaal, kennis en innovatie.

Om een goede uitgangspositie te verwerven voor de onderhandelingen over de nieuwe Financiële Perspectieven (2007 - 2013) werden de opstellingen van de lidstaten ten aanzien van de eerste plannen in kaart gebracht.

Bewerkstelligen van een zorgvuldige uitbreiding

Op 1 mei 2004 zijn tien landen toegetreden tot de Europese Unie. Het is merkbaar dat de nieuwe lidstaten door de EU-programma's (Phare Pre-accessie en Phare Twinning), maar ook dankzij bilaterale samenwerking, een beter begrip hebben van (de werking van) de Brusselse regelgeving en van de onderhandelingsprocessen. Dit proces van samenwerking wordt voortgezet via het Matra-flex instrument. De toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië zijn in 2004 afgerond, waarbij in het toetredingsverdrag, naast de vrijwaringsclausules die ook voor de Laken-10 gelden, ook een zogenaamde uitstelclausule is opgenomen. Aan Kroatië werd de status van kandidaat-lidstaat verleend. Ook werd, onder voorwaarden, besloten tot opening van de toetredingsonderhandelingen met Turkije.

Nederland heeft een bijdrage kunnen leveren aan het opstellen van het plan van de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties voor de oplossing voor de kwestie Cyprus. Het is niet gelukt om nog in 2004 een besluit te nemen om het isolement van de Turks-Cypriotische gemeenschap te beëindigen na het verwerpen van het Annan-plan door de Grieks-Cyprioten.

Het externe beleid van de Europese Unie versterken

De succesvol verlopen democratische verkiezingen in Afghanistan en de vreedzame oplossing van de politieke crisis in Oekraïne zijn zeer positieve ontwikkelingen die aantonen dat buitenlands beleid en diplomatie een effectieve bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld. Nederland heeft zich tijdens zijn EU-Voorzitterschap met succes ingespannen voor een eensgezind en positief EU-beleid ten aanzien van Irak.

De relatie met de VS verbeterde. Tijdens de EU/VS-top in juni 2004 werden verklaringen aangenomen over terrorisme non-proliferatie, het Midden-Oosten en Mediterrane gebied, economische betrekkingen, bestrijding van HIV/Aids, malaria en tuberculose en ten aanzien van Irak en Soedan. Onder het Nederlandse voorzitterschap zijn tijdens de top gemaakte afspraken geconcretiseerd.

Met de vijf landen in de westelijke Balkan werden partnerschapsdocumenten afgesloten, waarin de korte en middellange termijn prioriteiten ten aanzien van EU-toetreding zijn weergegeven.

De noodzaak van sociale en economische hervormingen en democratisering in de Arabische wereld is in 2004 nadrukkelijk op de internationale agenda gezet, onder meer met de aanname van het EU Strategisch Partnerschap met het Middelandse Zeegebieden het Midden-Oosten. Belangrijk was ook de bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse zaken van het Barcelona-proces, die eind november onder Nederlands voorzitterschap in Den Haag plaatsvond en waar voor het eerst sinds lange tijd de Israëlische en Palestijnse ministers van Buitenlandse Zaken met elkaar aan tafel zaten.

De betrekkingen met Azië werden aangehaald. Er hadden succesvolle toppen plaats met Zuid-Korea, India en China. Nadat een compromis werd bereikt in de impasse rond de toetreding van Birma tot ASEM, kon de EU-ASEM-top in Hanoi doorgang vinden en bleek verdieping van de economische pijler mogelijk. Tijdens de EU-Indonesië trojka van eind oktober zijn afspraken gemaakt over uitbreiding van de samenwerking met Indonesië op het gebied van de strijd tegen het terrorisme, het opzetten van een interreligieuze dialoog en verdere duurzame ontwikkeling.

Bij de uitwerking van de vier gemeenschappelijke ruimten (economie, externe veiligheid, interne veiligheid, cultuur) zoals vastgelegd in het EU-Rusland Actieprogramma werd vooruitgang geboekt, maar met name op het gebied van visa, terug- en overnameovereenkomst en samenwerking in de common neighbourhood werd nog geen overeenstemming bereikt. De drie landen van de Zuidelijke Kaukasus (Georgië, Armenië en Azerbeidzjan) werden in het Europees Nabuurschapbeleid opgenomen, met het oog op vergroting van stabiliteit en veiligheid in de regio.

Op het terrein van het EU-ontwikkelingsbeleid werd gewerkt aan de verdere verbetering van de kwaliteit en de kwantiteit van inhoud en totstandkoming van de Europese ontwikkelingshulp. De samenhang tussen de Europese beleidsinspanningen is vergroot op de gebieden migratie en werkgelegenheid, vrede en veiligheid, landbouw, handel en ontwikkelingssamenwerking. Op het gebied van coherentie werd in november door de EU-lidstaten afgesproken systematischer gebruik te maken van mechanismen om relevante beleidsvoornemens te toetsen op hun effect op ontwikkelingslanden

Versterken van publieke kennis en betrokkenheid

In 2004 heeft de regering acties ondernomen ter versterking van het draagvlak voor de samenwerking van Nederland met andere Europese landen in EU-kader. 75% van de Nederlanders vindt het EU lidmaatschap 'een goede zaak'.

Stelsel normen en waarden van de Raad van Europa gehandhaafd en uitgebreid

Op basis van de besluiten die werden genomen tijdens de ministeriële bijeenkomst van mei 2004 werden maatregelen geformuleerd. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Europa vond een doorbraak plaats in de zogenaamde Lozidou-zaak waarna tenuitvoerlegging van de Hofuitspraak plaats kon vinden. De aandacht voor mensenrechten via effectieve monitoring door het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft onder andere geleid tot de vrijlating van politieke gevangenen in Azerbeidzjan.

BELEIDSTHEMA 6
BILATERALE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Doelstelling

Het bilaterale hulpprogramma beoogt bij te dragen aan duurzame armoedebestrijding.

In de bilaterale ontwikkelingssamenwerking streeft Nederland naar een zo effectief mogelijke armoedebestrijding. De Millennium Development Goals (MDG's) vormen hierbij de leidraad. De nadruk ligt op de thema's onderwijs, milieu en water en HIV/AIDS bestrijding en reproductieve gezondheid. Bij de armoedebestrijding wordt ingezet op vijf beleidsaccenten: geïntegreerd beleid, coherentie, duurzame ontwikkeling, de rol van het bedrijfsleven en regionale benadering. Resultaten worden nagestreefd vanuit een houding van 'partnerschap': burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en instituties spelen een belangrijke rol in onwikkelingssamenwerking. Deze spelers, waar ook ter wereld, zullen worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheden, kracht en motivatie. Een noodzakelijke voorwaarde voor ontwikkeling blijven kwaliteit van bestuur en instituties.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Ondersteuning van de ontwikkeling en implementatie van meer effectieve nationale armoedestrategieën door middel van bilaterale hulpprogramma's in een beperkt aantal partnerlanden. In de bilaterale programma's werd ook in 2004 gestreefd naar een zodanige opzet dat de partnerlanden uiteindelijk zelf verantwoordelijkheid kunnen en zullen nemen voor effectieve armoedebestrijding. Dat gebeurde door de hulp te plaatsen binnen het door landen zelf geformuleerde kader van de nationale armoedestrategieën (Poverty Reduction Strategy Papers: PRSP's) en de daaraan gerelateerde sectorale benadering. De MDG's zijn bij het opstellen van deze kaders een belangrijk referentiepunt. Belangrijke onderdelen van dit beleid zijn de integratie van dwarsdoorsnijdende thema's in de programma's, de integratie van specifieke sectorale thema's en de verhoging van effectiviteit aan donorzijde.


- Integratie van dwarsdoorsnijdende thema's in de bilaterale programma's De integratie van ecologische duurzaamheid in PRSP's en het mainstreamen van milieu in bilaterale programma's en macrosteun wordt onder meer vormgegeven door verdere operationalisering in publiek-private partnerschappen van het WSSD plan of implementation en het actieprogramma Duurzame Daadkracht. Ambassades zijn ondersteund met het integreren van water als dwarsdoorsnijdend thema. Ook zijn afspraken gemaakt over regionale wateractiviteiten in de Hoorn van Afrika en het Grote Meren gebied, over partnerschappen met de IFI's op het gebied van water en over de ondersteuning van zes Afrikaanse landen via het Global Water Partnership. In de meeste PRSP's van de partnerlanden wordt gendergelijkheid expliciet als doelstelling genoemd. Bij macrosteun en in de appreciatiekaders van de PRSP's wordt gendergelijkheid beoordeeld. Tevens wordt in de sectorprogramma's aandacht besteed aan het opheffen van uitsluitingsmechanismen ten aanzien van vrouwen. Nederland heeft een bijdrage geleverd aan de institutionele ontwikkeling en de capaciteitsopbouw van de partnerlanden, en aan de versterking van de culturele identiteit van ontwikkelingslanden.


- Integratie van specifieke sectorale thema's Binnen het bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsbeleid is meer aandacht gegeven aan het verbeteren van het lokale ondernemingsklimaat in de partnerlanden. De structurele aandacht voor dit thema in de PRSP's kan nog verder versterkt worden. De meeste ambassades in partnerlanden hebben een Annual Business Climate Scan opgesteld waarin het lokale ondernemingsklimaat wordt geanalyseerd. In het verlengde daarvan zijn 21 voorstellen goedgekeurd die knelpunten aanpakken in het ondernemingsklimaat. In 2004 is belangrijke voortgang geboekt op het gebied van de Education for All doelstellingen en de MDG's over onderwijs. In de vijftien partnerlanden die onderwijs als sector hebben zijn mogelijkheden geïnventariseerd voor het intensiveren van de steun aan basic education, bijvoorbeeld via volwassenenonderwijs en alfabetisering, beroepsonderwijs en training. Eerder dan voorzien kon worden gestart met drie silent partnerships in landen waar Nederland niet actief is in de onderwijssector. HIV/Aids vraagt betrokkenheid op nieuwe terreinen, buiten de traditionele gezondheidssector. Dit lukt ten dele. De integratie van HIV/Aids in andere sectoren kan nog verbeteren en de capaciteit in ontwikkelingslanden om HIV/Aids te integreren in het totale beleid is beperkt. Aandacht voor deze aspecten behoort tot de kern van het huidige beleid dat in de Aidsnotitie uiteen is gezet. Sleutelbegrippen zijn commitment, coordinatie en capaciteit. Mede door Nederlandse inzet is de politieke betrokkenheid bij dit thema toegenomen. In Zambia en Ghana werd samenwerking met het internationale bedrijfsleven op het gebied van HIV/Aids gerealiseerd. De rol van het bedrijfsleven bij de bestrijding van HIV/Aids is ook versterkt via een consortium met Shell, Unilever en Heineken (onder andere in Ghana, Rwanda en Namibie).


- Verhoging van de effectiviteit aan donorzijde Eind 2004 is gestart met de uitvoering van een meerjarenplan (2005-2008) voor de Nederlandse bijdrage aan harmonisatie in de partnerlanden. In veel landen is al goede voortgang geboekt om tot intensievere vormen van harmonisatie te komen. Eind 2004 werd in meer dan de helft van de sectoren waarin Nederland actief is gewerkt via geharmoniseerde financieringsmodaliteiten. Alle belangrijke donoren hebben in 2004 het harmonisatie-actieplan van Zambia ondertekend. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is overeenstemming bereikt over vergaande stappen met betrekking tot harmonisatie binnen de EU. In 2004 werd aan dertien partnerlanden structurele en incidentele macrosteun verstrekt. Er is een nieuw analysekader gemaakt voor de besluitvorming over de in te zetten modaliteiten in de bilaterale programma's. In 2004 vond verdere verankering plaats van het intern gehanteerde waarderingssysteem voor sectoren en programma's. Ambassades van partnerlanden hebben Meerjarige Strategische Plannen ontwikkeld waarin ze hun plannen tot 2008 uiteenzetten op basis van een uitgebreide contextanalyse. Ook is in 2004 de rol van de Poverty Reduction Strategy Papers van ontwikkelingslanden ten aanzien van de meeste prioritaire thema's versterkt. Hierbij wordt de hulp in het kader geplaatst van de nationale armoedestrategieën. Daarnaast is voor de prioritaire AEV-sectoren en thema's een systeem ontwikkeld waarmee begin 2005 een resultatenrapportage over 2004 naar de Tweede Kamer kan worden gestuurd.

Bevordering van coherentie door inzetten van het hele palet van instrumenten van buitenlandbeleid voor een kwalitatief betere en dus meer effectieve bijdrage aan duurzame armoedebestrijding. Ook in 2004 is er naar gestreefd om de instrumenten van het buitenland beleid op coherente wijze in te zetten. Zo is in alle partnerlanden bevordering van goed bestuur en respect voor mensenrechten als leidraad gebruikt. Ook de strijd tegen corruptie en verbetering van het ondernemersklimaat is een integraal onderdeel geworden van de bilaterale programma's.

Ondersteuning van conflictbeheersing en stabiliteit in drie regio's. Er is een beperkte afname van binnenlandse en grensoverschrijdende spanningen en gevechten in de Hoorn van Afrika. Het overleg met zowel Eritrea als Ethiopië over de oplossing van het grensconflict bracht, mede door de inzet van de EU, de landen iets nader tot elkaar. De spanningen tussen de beide landen zijn echter nog altijd groot. De binnenlandse situatie in Eritrea is verslechterd. Het bilaterale programma met dit land heeft daarom een lager profiel gekregen. Het bilaterale programma in Ethiopie loopt goed. Daarin wordt invulling gegeven aan een geïntegreerde benadering. Capaciteitsversterking krijgt daar bijzondere aandacht. Door het oplaaiende geweld in Darfur werden voorziene resultaten op het gebied van wederopbouw en ontwikkeling in Soedan niet bereikt. Daarbij kwam dat het vredesakkoord tussen Noord en Zuid Soedan pas op 31 december werd getekend.

In de Grote Meren regio leverde Nederland een aanzienlijke bijdrage aan de coordinatie en harmonisatie van de steun. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is overeenstemming bereikt over een regionale benadering Grote Meren in EU-verband. Nederland heeft het transitieproces in Burundi en de Democratische Republiek Congo (DRC) ondersteund, met nadruk op demobilisatie, ontwapening en reintegratie van ex-strijders en hervorming van de veiligheidssector. De situatie in het oosten van de DRC blijft gespannen. Na de dreiging van Rwanda om Oost-Congo binnen te vallen is door de internationale gemeenschap begonnen met de ontwapening en reintegratie van de ex-FAR/Interahamwe. Ook Rwanda en de DRC hebben zich hieraan gecommitteerd.

In 2004 werd het regionale programma voor de Balkan gestart. Er zijn vijftien nieuwe projecten gefinancierd rond de volgende thema's:
- bevordering van vluchtelingenterugkeer en integratie van minderheden
- economische ontwikkeling en private sector ontwikkeling
- milieu

- rule of law
De projecten zijn onder meer gericht op samenwerking tussen de Balkanlanden. BELEIDSTHEMA 7
FONDSEN EN PROGRAMMA'S VAN DE EUROPESE UNIE

Doelstelling

Nederland draagt via de EU bij aan duurzame armoedebestrijding en aan duurzame integratie van hulpontvangende landen in de wereldeconomie, alsmede aan het bevorderen van rechtsstaat en democratie.

Geoperationaliseerde doelstelling en resultaten

Een kwalitatief hoogwaardig EU-beleid, gericht op duurzame armoedebestrijding, integratie van hulpontvangende landen in de wereldeconomie en het bevorderen van rechtsstaat en democratie. In 2004 heeft Nederland zich succesvol ingezet voor de verandering van de werkwijze van de beheerscomités van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Het is de bedoeling dat de comités zich meer richten op beleidsontwikkeling en -evaluatie en macrosteun en minder op het goedkeuren van individuele projecten. Ook heeft Nederland succesvol gestreefd naar een betere aansluiting tussen de Country Strategy Papers (CSP) en de Poverty Reduction Strategy Papers (PRSP) en meer samenwerking met andere donoren. BELEIDSTHEMA 8
DE ROL VAN DE VERENIGDE NATIES BIJ ARMOEDEBESTRIJDING

Doelstelling

Via de Programma's en Fondsen van de Verenigde Naties en de Gespecialiseerde VN-organisaties draagt Nederland bij aan de hoofddoelstelling van ontwikkelingssamenwerking, de duurzame bestrijding van armoede. De activiteiten die gefinancierd worden (liefst samen met andere donoren) dienen binnen het mandaat van de desbetreffende VN-organisaties te vallen en aan te sluiten bij de Nederlandse beleidsprioriteiten.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

VN-organisaties een adequate en effectieve bijdrage laten leveren aan de realisatie van de MDG's, vooral gericht op armoedebestrijding volgens de vijf armoededimensies (die geaccordeerd zijn in OESO-verband) en aansluitend op nationale armoede-strategieën en zoveel mogelijk in samenwerking met andere instellingen. In 2004 is de financiering van VN-organisaties verder gestroomlijnd op basis van criteria van effectiviteit en de relevantie voor de beleidsprioriteiten voor ontwikkelingssamenwerking. Een aantal bijdragen aan kleinere VN-organisaties is stopgezet. Ook is het Beoordelingskader Multilaterale Instellingen verfijnd en gebruiksvriendelijker gemaakt. Daarnaast werden de prestaties van UNDP, FAO en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank op landenniveau beoordeeld in een onderzoek in het kader van het Multilateral Organisations Performance Assessment Network (MOPAN).

Vooruitlopend op de review van de MDG's tijdens de VN-top in 2005 is medio 2004 door een groep gelijkgezinden waaronder Nederland een paper aangeboden aan de hoofden van de VN-organisaties over versterking van de effectiviteit van de VN op landenniveau. De aanbevelingen in dit paper zijn grotendeels overgenomen in een resolutie van de AVVN over de operationele VN-activiteiten (de zogenaamde Triennial Comprehensive Policy Review). Deze resolutie is een belangrijke stimulans voor verdere hervorming van de VN op het gebied van harmonisatie en versterking van de coördinatie van de VN op landenniveau, samenwerking op humanitair terrein en transitie, gender mainstreaming en verbetering van de evaluatie-functie binnen de VN. Als EU-voorzitter is Nederland erin geslaagd om alle EU-landen achter de belangrijkste uitgangspunten hiervan te scharen.

BELEIDSTHEMA 9
DE ROL VAN INTERNATIONALE FINANCIELE INSTELLINGEN BIJ ARMOEDEBESTRIJDING EN HET BEVORDEREN VAN MACRO-ECONOMISCHE STABILITEIT EN FINANCIEEL-ECONOMISCHE ONTWIKKELING

Doelstelling

Nederland draagt (ook) via de Internationale Financiële Instellingen (IFI's) bij aan macro-economische stabiliteit in minder ontwikkelde landen en aan de hoofddoelstelling van ontwikkelingssamenwerking: de duurzame bestrijding van armoede. De prioriteiten van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en de armoedebestrijdingsdoelstelling van de IFI's komen in grote mate overeen. Nederland richt zich daarom de komende jaren (liefst samen met andere donoren) op een verdere verhoging van de effectiviteit en efficiëntie van de IFI's.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Het bevorderen van financieel-economische ontwikkeling en versterking van de financiële en economische structuren in minder ontwikkelde landen en transitielanden (m.n. midden-inkomenslanden), via de IFI's. Nederland draagt via de IFI's er mede zorg voor dat de banken voldoende middelen hebben om het vastgestelde beleid te kunnen verwezenlijken. In onder andere de midden-inkomenslanden dragen de multi-laterale ontwikkelingsbanken door de Nederlandse bijdrage aan IFI's door structuurversterking een bij aan het voorkomen van financiële crises.

IFI's een adequate en effectieve bijdrage laten leveren aan de realisatie van de MDG's; vooral gericht op armoedebestrijding volgens de vijf armoededimensies (die geaccordeerd zijn in OESO-verband), aansluitend op nationale armoedestrategieën en zoveel mogelijk in samenwerking met andere instellingen. Mede op aangeven van Nederland zijn de landenprogramma's en -strategieën van de IFI's voor de Minst Ontwikkelde Landen (MOL's) in 2004 verbeterd. Deze zijn nu gericht op armoedevermindering en het scheppen van voorwaarden in ontwikkelingslanden voor het bereiken van de MDG's. Ze zijn gebaseerd op en passen in nationale armoedebestrijdingsstrategieën. Ook werd beter gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden met andere IFI's, VN-organisaties of bilaterale donoren. Het is niet gelukt om gezamenlijk met andere analyses als de Poverty and Social Impact Analysis (PSIA) en de Public Expenditive Review (PER) te faciliteren. Wel werd deelgenomen aan het Multilateral Performance Assessment Network (MOPAN).

BELEIDSTHEMA 10

SAMENWERKING MET MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES

Doelstelling

De versterking van het 'maatschappelijk middenveld' oftewel de civil society in ontwikkelingslanden, via autonome Nederlandse of internationale maatschappelijke organisaties als schakel in het proces van duurzame armoedevermindering.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Nederlandse en internationale maatschappelijke organisaties een adequate bijdrage laten leveren aan duurzame armoedebestrijding

Binnen het Thematisch Medefinancierings Programma (TMF) is aan 67 aanvragen subsidie toegekend. Daarnaast werd, op basis van een beleidsdialoog met het Nederlandse maatschappelijk middenveld, een concept-beleidskader medefinancieringsprogramma-breed en TMF ontwikkeld. Er kwam ook een nieuw beleidskader voor het Vakbondsmedefinancieringsprogramma (VMP) tot stand. In de beleidskaders ligt de nadruk op het belang van samenwerking en complementariteit, transparantie, resultaatmeting en kwaliteit.

Op basis van een evaluatie-onderzoek bleek dat bij PUM, PSO en SNV een meer nadrukkelijke focus op capaciteitsopbouw in het Zuiden is ontwikkeld. Vraagsturing en ownership staan centraal.

In 2004 is ook het assistent-deskundigenprogramma - dat indirect bijdraagt aan capaciteitsopbouw - aangescherpt. Het programma heeft zich in 2004 geconcentreerd op organisaties die zich bezighouden met thema's die het meest aansluiten bij het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Bij het toekennen van nieuwe posities (40 in 2004) is meer gelet op leerinhoud. Er is prioriteit gegeven aan veldposities en plaatsingen in Afrika.

Verhoogde kwaliteit van maatschappelijke organisaties

In 2004 werd een beleidsdialoog gehouden met het Nederlands maatschappelijk middenveld. Het resultaat was een langetermijnvisie op complementariteit en rolverdeling tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld in het kader van duurzame armoedebestrijding. Kernpunten zijn:

- kwaliteit van de output van ontwikkelingssamenwerking blijven verbeteren en de resultaten zichtbaar maken, uitwisseling van informatie en waar mogelijk afstemming en samenwerking;
- meer aandacht besteden aan de relatie tussen armoedebestrijding en vrede en veiligheid en aan beleidscoherentie in het algemeen;
- de kloof dichten tussen ontwikkelingssamenwerking en de onderzoekswereld.

Met de medefinancieringsorganisaties (MFO's) zijn afspraken gemaakt zodat via de jaarplannen en jaarverslagen meer inzicht kan worden gekregen in (beoogde) resultaten. Ook zijn de MFO's uitgenodigd om te rapporteren over hun bijdrage aan het bereiken van de MDG's. Ook de jaarplannen en jaarverslagen van SNV, PSO, de NCDO en de vakcentrales zijn overzichtelijker en resultaatgerichter geworden. Daarnaast is een nieuw beleidskader voor het onderzoeksprogramma opgezet. Voor het communicatieprogramma bleek dit niet noodzakelijk.

Ondersteuning en versterking van het maatschappelijk draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking

In 2004 werd gewerkt aan het vergroten van het draagvlak en directe betrokkenheid van Nederlandse burgers bij ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast is een nieuw Programma Stage / Uitwisseling Jongeren (SUJ) opgezet om jongeren beter te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking.

BELEIDSTHEMA 11

INTERNATIONAAL ONDERWIJS

Doelstelling

Het Nederlandse internationaal onderwijsbeleid is gericht op duurzame capaciteitsopbouw en kennisontwikkeling ten behoeve van armoedevermindering. De vraag uit ontwikkelingslanden is daarbij richtinggevend. Het gaat vooral om versterking van hoger onderwijs en scholing van professioneel middenkader in ontwikkelingslanden .

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Institutioneel versterkt tertiair onderwijs en trainingscapaciteit in ontwikkelingslanden en de vermindering van kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan geschoold middenkader in ontwikkelingslanden In 2004 was het Netherlands Programme for institutional strenghtening of post-secondary education and Training Capacity (NPT) in vijftien landen operationeel en zijn in elf landen projecten in uitvoering. De eerste bevindingen met de nieuwe methode van vraaggerichtheid bij het Netherlands Fellowships Programmes (NFP) in de tien proeflanden waren positief. In 2004 zijn 1.365 NFP-beurzen verleend en hebben ruim 600 personen deelgenomen aan refresher courses. Binnen het programma Samenwerking Internationale Instituten (SII) zijn meer dan voorheen activiteiten gefinancierd ten behoeve van beleidsontwikkeling en management van (tertiair) onderwijs en studie in de regio.

Kennisontwikkeling en kennisuitwisseling

In 2004 werd een nieuwe vierjarige subsidiebeschikking met het Koninklijk Instituut voor de Tropen van kracht. Hierin zijn de resultaten van de evaluatie uit 2002 van het subsidiemodel verwerkt, evenals een door het ministerie uitgevoerde benchmark en een door het KIT uitgevoerde 'nulmeting'.

Bevordering van mobiliteit en internationale samenwerking

In de internationaliseringsbrief werd onder meer het nieuwe beleid ten aanzien van mobiliteit vastgelegd. Uitgangspunt bij het nieuwe beurzeninstrumentarium is dat onderwijsinstellingen worden geprikkeld zich te richten op werving van kwalitatief goede buitenlandse studenten.

BELEIDSTHEMA 12

SAMENWERKING MET HET BEDRIJFSLEVEN

Doelstelling

Ontwikkelen van de particuliere sector in ontwikkelingslanden. Een gezonde particuliere sector genereert inkomen en werkgelegenheid en draagt bij aan duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding

Het hierop gerichte beleid bestaat uit drie deelterreinen: het internationaal scheppen van ruimte voor particuliere sectorontwikkeling, de totstandkoming van een enabling environment in ontwikikelingslanden en de gerichte aanpak van de specifieke problemen en tekortkomingen van de particuliere sector zelf in de ontwikkelingslanden.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

De algemene doelstelling van dit beleidsthema is onderverdeeld in drie geoperationaliseerde doelstellingen.
- Vergrote ondernemerscapaciteit bij bedrijven in ontwikkelingslanden op het gebied van bedrijfsvoering en marktontwikkeling;
- Vergrote handelscapaciteit bij ondernemers in ontwikkelingslanden teneinde toegang tot internationale markten beter te benutten;
- Vergrote investeringscapaciteit van bedrijven in ontwikkelingslanden.

Om deze doelstellingen te realiseren zijn verschillende instrumenten en activiteiten ingezet:
- Het Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM - doelstelling 1 en 3) werd in 2004 uitgebreid en is nu operationeel in 24 landen.
- Het Programma Uitzending Managers (PUM - doelstelling 1) heeft in 2004 meer missies kunnen uitzenden dan verwacht. PUM heeft in 2004 een aparte coördinator aangesteld voor uitzendingen van jonge werknemers van grote Nederlandse bedrijven. Dergelijke missies blijken niet altijd eenvoudig te zijn omdat het voor de betrokken ondernemingen lastig is om werknemers vrij te maken.
- Het Centrum voor Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI - doelstelling 2) verzorgde minder bedrijfsopleidingen in het kader van de sectorale export ontwikkeling. In plaats van één werden bij twee bedrijfsondersteunende organisaties (BSO) in ontwikkelingslanden institutionele ontwikkelingstrajecten afgerond. Er vond een sterke toename plaats van de informatieverstrekking aan bedrijven via het internet. Het aantal bedrijven in het bedrijfsbemiddelingsprogramma dat succesvol kon worden bemiddeld bleef achter bij de planning. Het aantal personen van bedrijven en bedrijfsondersteunende organisaties dat training ontving in het kader van Human Resource Development was hoger dan gepland vooral door de grote toeloop bij in ontwikkelingslanden georganiseerde trainingen.
- FMO-instrumenten ter bevordering van de particuliere sector (doelstelling 1 en 3). Als uitvloeisel van de conferentie The role of YOUR business in development op 4 maart 2004 zijn afspraken gemaakt om de focus van het Infrastructuurfonds voor Minst Ontwikkelde Landen (het 'MOL-fonds') te verbreden. Omdat een aantal potentiële projecten afketsten heeft het MOL-fonds in 2004 tien bedrijven gecontracteerd in plaats van de geplande twintig. Ook de uitputting van ORET/Miliev bleef in 2004 achter bij de verwachting. Dit hangt samen met de wereldwijde economische teruggang maar ook met de vaak problematische besluitvormingsprocessen in de ontwikkelingslanden. Eind 2004 kwam een nieuwe ORET-regeling gereed met als nieuwe onderdelen een ongebonden faciliteit voor de Minst Ontwikkelde Landen, uitbreiding van de landenlijst, een faciliteit voor drinkwater- en sanitatieprojecten en een faciliteit voor technische assistentie na de oplevering van het project.
- Ontwikkeling van financiële systemen in ontwikkelingslanden (doelstelling 3). In 2004 is de samenwerking tussen in Nederland gevestigde gespecialiseerde instellingen op het gebied van microfinanciering verbreed via het Nederlandse Platform voor Microfinanciering (NPM) waarvan inmiddels vijftien private en publieke instellingen lid zijn. Daarnaast is in 2004 het convenant van samenwerking van het Nederlands Samenwerkingsverband voor Financiële Sector Ontwikkeling (NSFSO) ondertekend. De deelnemers zijn, naast de overheid, de banken ABN AMRO, Fortis, Rabobank, ING en FMO.
- Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (doelstellingen 1, 2 en 3). In het kader van het EU-voorzitterschap is van 7 tot 9 november in Maastricht een conferentie gehouden waarbij onder meer Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen prominent aan de orde kwam. BELEIDSTHEMA 13
BILATERALE BETREKKINGEN OP HET GEBIED VAN ECONOMIE EN MILIEU

Doelstelling

Het scheppen van gunstige voorwaarden voor en geven van nieuwe impulsen aan de internationale activiteiten van burgers en bedrijven zodat zij bijdragen aan de duurzame groei van de Nederlandse economie.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Het bevorderen van een zo groot mogelijke participatie en presentie van Nederlandse bedrijven en producten op buitenlandse markten, zowel nabije als verafgelegen. Door met name de inzet van de Netherlands Business Support Offices (NBSO's) en de handelsafdelingen op de Nederlandse vertegenwoordigingen heeft een groot aantal Nederlandse bedrijven informatie over exportmogelijkheden ontvangen en assistentie gekregen bij het vinden van partners en afzetmarkten. Daarnaast werd het Nederlandse bedrijfsleven de helpende hand geboden bij het vinden van mogelijkheden om zich in het buitenland te presenteren. Om deze doelen te bereiken werd er gebruik gemaakt van onder andere het door de EVD aangeboden pakket aan instrumenten.

Nationaal en in EU-verband werd er voortgang gemaakt met het terugdringen van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het actieprogramma Internationaal Ondernemen werd gepresenteerd. Het exportinstrumentarium werd verder gestroomlijnd en een deel van Senter (buitenlandinstrumentarium) werd in 2004 onderdeel van de EVD.

Het stimuleren van de vraag naar Nederlandse technologieën en kennis in de agribusiness sector door middel van het vergroten van de kennis in opkomende markten. Door het opzetten van centra voor training en technologie-overdracht in Rusland en Oekraïne, die gericht zijn op kennisoverdracht, veldproeven en markttoegang, werd de vraag naar Nederlandse technologieën en de kennis in de agrobusiness gestimuleerd. De Netherlands Agribusiness Support Offices (NABSO's) ondersteunen de Nederlandse agrobusiness bij de markttoegang en -bewerking en trachten samenwerking met het land van vestiging tot stand te brengen.

Leveren van een bijdrage aan duurzame ontwikkeling door internationale samenwerking. Door diverse programma's die uitgevoerd werden door Nederland is een bijdrage geleverd aan duurzame ontwikkeling, zowel in de private als de publieke sfeer. Het interdepartementale programma Partners voor Water heeft, naast begeleiding en monitoring van lopende projecten, zich vooral gericht op de voorbereiding van het vervolgprogramma. Het vervolgprogramma Partners voor Water II zal voor de zomer van 2005 in een brief aan de Tweede Kamer worden uiteengezet.

Versterken rol postennet.
Door een uniformering van werkzaamheden en een verbeterde formulering van de dienstverlening aan het Nederlandse (en lokale) bedrijfsleven, werd de rol van de NBSO's en de Nederlandse vertegenwoordigingen geïntensiveerd.

Op basis van de evaluatie van het NBSO-netwerk is besloten de regiovergelijking die ondersteuning biedt bij de beslissing NBSO's te openen of te sluiten, aan te passen. Daarnaast is een begin gemaakt met de ontwikkeling van criteria die zullen worden gehanteerd bij de selectie van landen waar een onderzoek naar de mogelijkheden tot vestiging van een NBSO kan plaatsvinden.

In opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken is een extranet ontwikkeld dat toegang geeft tot informatie op het gebied van internationale economische betrekkingen, nieuws over handelsmissies en het Handels Informatie Systeem van de EVD en de Nederlandse Kamers van Koophandel.

BELEIDSTHEMA 14

ASIEL, MIGRATIE EN CONSULAIRE DIENSTVERLENING

Doelstelling

In Nederland komen door regulering van het grensoverschrijdende personenverkeer uitsluitend personen binnen die recht hebben op toelating dan wel verblijf en consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland geschiedt volgens de hiervoor vastgestelde normen.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Toelaten van vreemdelingen.
Ook in 2004 is een groot aantal ambtsberichten geschreven. Aangetekend dient te worden dat de vraag van de IND deels anders was dan het geformuleerde uitgangspunt. De voorgenomen aantallen zijn wel gerealiseerd, maar gedeeltelijk voor andere landen. Het functioneel ontwerp van het Nieuw Visum Informatie Systeem (NVIS) is gereedgekomen en er is een aanvang gemaakt met de bouw van het systeem.

Nederland heeft steun gegeven aan het UNHCR-conventieplus concept om regionale oplossingen te vinden voor de terugkeer en bescherming van vluchtelingen. Over de verbanden tussen ontwikkeling en migratie is een notitie van de hand van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie aan de Tweede Kamer gezonden. De terugkeer- en overnameovereenkomsten, in Europees en Benelux verband, alsmede bilateraal, zijn nog niet gefinaliseerd, maar er is wel duidelijke vooruitgang geboekt.

Consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland. Zowel door het departement als door de vertegenwoordigingen in het buitenland werd is veel geïnvesteerd in gedetineerdenbegeleiding. In augustus werd met Thailand een bilateraal verdrag ondertekend over de overdracht van strafvonnissen. Aan de Nederlandse burger werd informatie verstrekt over de veiligheidssituatie in het buitenland. Het was voor Nederlanders in het buitenland mogelijk deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. De uitspraak van de Raad van State in september 2004 heeft grote gevolgen gehad voor het legalisatie- en verificatiebeleid. De consequentie van de uitspraak is dat het legaliseren van brondocumenten niet meer afhankelijk mag worden gesteld van de uitkomst van het verificatieonderzoek. Legalisatie moet enkel en alleen plaatsvinden op basis van een oordeel over de formele echtheid van een document.

Tijdens het Nederlandse voorzitterschap werd het Haags Programma vastgesteld waarin ondermeer afspraken zijn gemaakt over versterking van de samenwerking met landen van herkomst en de verdere integratie van het onderwerp asiel en migratie in het externe beleid van de EU. Het Raadsbesluit voor een uniform visumidentificatiesysteem inclusief biometrische kenmerken bleek op korte termijn technisch niet uitvoerbaar.

BELEIDSTHEMA 15
INTERNATIONAAL CULTUURBELEID

Doelstelling

Een versterkt internationaal cultureel profiel van Nederland en intensievere culturele betrekkingen met een aantal prioritaire landen en regio's.

Geoperationaliseerde doelstellingen en resultaten

Grotere presentie van Nederlandse cultuuruitingen in het buitenland en een versterkte culturele infrastructuur. In 2004 werd de landenspecifieke aanpak bij de implementatie van het Internationaal Cultureel Beleid (ICB) verder uitgewerkt. Daarnaast werd het werkbezoekenprogramma voor medewerkers cultuur van de Nederlandse vertegenwoordigingen en het internationale culturele bezoekersprogramma voor buitenlandse cultuurprofessionals verder geoptimaliseerd.

Het in het buitenland meer bekendheid geven aan Nederland als ontmoetingsplaats voor de kunstwereld. Nederland kent een aantal toonaangevende festivals van internationale allure Daarnaast wist Nederland met coproducties en presentaties internationale belangstelling te wekken, ondermeer in het kader van de 400-jarige relatie tussen Nederland en Marokko.

Het gezamenllijk met partnerlanden werken aan duurzaam behoud van Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed (GCE). In het kader van de landenspecifieke beleidsinvulling werd aandacht besteed aan een aantal prioriteitslanden. Met nog niet alle partnerlanden is een beleidskader afgesloten en wordt er verder gewerkt aan de afronding hiervan. Met Suriname is in het verleden reeds een beleidskader ondertekend dat in 2004 werd herzien.

Bevorderen van juridische waarborgen ten aanzien van internationale culturele samenwerking en bescherming van cultureel erfgoed. In 2004 werd besloten de implementatie van het in 1999 tot stand gekomen Tweede Protocol van het UNESCO verdrag ter hand te nemen. Ook werd eind 2004 gestart met de inhoudelijke onderhandelingen met betrekking tot een UNESCO verdrag over culturele diversiteit BELEIDSTHEMA 16
OVERIGE UITGAVEN

Onder het thema 'overige uitgaven' zijn de uitgaven gegroepeerd die niet binnen één van de inhoudelijke beleidsthema's kunnen worden ondergebracht. De uitgaven betreffen met name apparaatsuitgaven. Ook is hier de post 'nader te verdelen' te vinden. Op deze post staan bij begroting reserveringen die in de loop van het jaar verdeeld zijn. De HGIS-indexering is bedoeld voor de budgettaire dekking van loon- en prijsontwikkelingen en onvoorziene uitgaven en is daar ook voor ingezet. BIJLAGE 1
HGIS PER BEGROTING

BIJLAGE 1 (vervolg)

BIJLAGE 1 (vervolg)

BIJLAGE 1 (vervolg)

BIJLAGE 1 (vervolg)

BIJLAGE 2
UITGAVEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

BIJLAGE 2 (vervolg)

BIJLAGE 3
ODA-Prestatie

|ODA-prestatie in 2004          |      |      |
|(bedragen in miljoenen EUR)    |      |      |
|                               |      |      |
|                               |      |      |
|ODA-uitgaven (1)               |      |3.947,|
|                               |      |8     |
|Af: Aflossingen op ODA-leningen|      |448,8 |
|(2)                            |      |      |
|Af: Ontvangsten op eerdere     |      |112,3 |
|ODA-uitgaven (3)               |      |      |
|                               |      |      |
|Netto ODA (1-2-3)              |      |3.386,|
|                               |      |7     |
|                               |      |      |
|                               |      |      |
|BNP 2004                       |      |461.31|
|                               |      |0,0   |
|                               |      |      |
|                               |      |      |
|ODA-prestatie 2004             |      |0,73% |
BIJLAGE 4
ODA-UITGAVEN PARTNER- EN EXITLANDEN 2004

|Partnerlanden   |      |  |                 |      |  |                |      |
|                |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afghanistan     |      |  |Colombia         |      |  |Jemen           |      |
|Wederopbouw     |38.000|  |Milieu           |9.509.|  |Gezondheid      |4.157.|
|                |.000  |  |                 |000   |  |                |000   |
|Totaal          |38.000|  |Goed bestuur     |462.00|  |Onderwijs       |10.316|
|                |.000  |  |                 |0     |  |                |.000  |
|                |      |  |Mensenrechten    |1.813.|  |Water           |619.00|
|                |      |  |                 |000   |  |                |0     |
|Albanië         |      |  |Vredesopbouw     |1.087.|  |Sector          |7.588.|
|                |      |  |                 |000   |  |doorsnijdende   |000   |
|                |      |  |                 |      |  |prog.           |      |
|Milieu          |1.313.|  |Totaal           |12.871|  |Totaal          |22.680|
|                |000   |  |                 |.000  |  |                |.000  |
|Goed bestuur    |2.032.|  |                 |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Totaal          |3.345.|  |                 |      |  |Kaap Verdië     |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|                |      |  |Egypte           |      |  |Milieu          |2.504.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|                |      |  |Water            |5.678.|  |Structurele     |5.000.|
|                |      |  |                 |000   |  |macrosteun      |000   |
|Armenië         |      |  |Goed bestuur     |360.00|  |Totaal          |7.504.|
|                |      |  |                 |0     |  |                |000   |
|Goed bestuur    |247.00|  |Sector           |196.00|  |                |      |
|                |0     |  |doorsnijdende    |0     |  |                |      |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Structurele     |4.700.|  |Afbouw sectoren  |2.179.|  |                |      |
|macrosteun      |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Totaal          |4.947.|  |Totaal           |8.413.|  |Kenia           |      |
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|                |      |  |                 |      |  |Goed bestuur    |2.954.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Bangladesh      |      |  |Eritrea          |      |  |Afbouw sectoren |139.00|
|                |      |  |                 |      |  |                |0     |
|Basisonderwijs  |7.915.|  |Onderwijs        |15.000|  |Totaal          |3.093.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|Gezondheidszorg |8.123.|  |Sector           |40.000|  |                |      |
|                |000   |  |doorsnijdende    |      |  |                |      |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Water           |5.626.|  |Afbouw sectoren  |2.169.|  |Macedonië       |      |
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Rurale          |2.844.|  |Totaal           |2.224.|  |Onderwijs       |897.00|
|elektrificatie  |000   |  |                 |000   |  |                |0     |
|Sector          |3.017.|  |                 |      |  |Goed bestuur    |1.018.|
|doorsnijdende   |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |660.00|  |Ethiopië         |      |  |Ondernemimgsklim|2.250.|
|                |0     |  |                 |      |  |aat             |000   |
|Totaal          |28.185|  |Onderwijs        |5.997.|  |Sector          |8.820.|
|                |.000  |  |                 |000   |  |doorsnijdende   |000   |
|                |      |  |                 |      |  |prog.           |      |
|                |      |  |Gezondheid-HIV/AI|12.337|  |Structurele     |9.000.|
|                |      |  |DS bestr.        |.000  |  |macrosteun      |000   |
|Benin           |      |  |Sector           |3.524.|  |Totaal          |21.985|
|                |      |  |doorsnijdende    |000   |  |                |.000  |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Water           |4.074.|  |Ondernemingsklima|2.580.|  |                |      |
|                |000   |  |at               |000   |  |                |      |
|Ondernemingsklim|51.000|  |Afbouw sectoren  |15.000|  |Mali            |      |
|aat             |      |  |                 |      |  |                |      |
|Sector          |174.00|  |Totaal           |24.453|  |Gezondheidszorg |5.639.|
|doorsnijdende   |0     |  |                 |.000  |  |                |000   |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |23.000|  |                 |      |  |Onderwijs       |12.601|
|                |      |  |                 |      |  |                |.000  |
|Totaal          |4.322.|  |Georgië          |      |  |Milieu          |5.272.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|                |      |  |Goed bestuur     |772.00|  |Sector          |1.244.|
|                |      |  |                 |0     |  |doorsnijdende   |000   |
|                |      |  |                 |      |  |prog.           |      |
|Bolivia         |      |  |Structurele      |3.000.|  |Structurele     |10.000|
|                |      |  |macrosteun       |000   |  |macrosteun      |.000  |
|Onderwijs       |10.971|  |Totaal           |3.772.|  |Totaal          |34.756|
|                |.000  |  |                 |000   |  |                |.000  |
|Goed bestuur    |3.358.|  |                 |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Duurzame prod.  |3.147.|  |Ghana            |      |  |Moldavië        |      |
|ontw.           |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Sector          |2.233.|  |Gezondheidszorg  |20.904|  |Goed bestuur    |1.310.|
|doorsnijdende   |000   |  |                 |.000  |  |                |000   |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |362.00|  |Milieu           |6.151.|  |Afbouw sectoren |1.170.|
|                |0     |  |                 |000   |  |                |000   |
|Structurele     |7.000.|  |Sector           |1.944.|  |Totaal          |2.480.|
|macrosteun      |000   |  |doorsnijdende    |000   |  |                |000   |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Totaal          |27.071|  |Structurele      |      |  |                |      |
|                |.000  |  |macrosteun       |16.500|  |                |      |
|                |      |  |                 |.000  |  |                |      |
|                |      |  |Totaal           |45.499|  |Mongolië        |      |
|                |      |  |                 |.000  |  |                |      |
|Bosnië          |      |  |                 |      |  |Milieu          |6.582.|
|Herzegovina     |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Goed bestuur    |120.00|  |Guatemala        |      |  |Afbouw sectoren |126.00|
|                |0     |  |                 |      |  |                |0     |
|Mensenrechten   |2.576.|  |Milieu           |4.985.|  |Totaal          |6.708.|
|                |000   |  |                 |000   |  |                |000   |
|Vredesopbouw    |105.00|  |Goed bestuur     |2.744.|  |                |      |
|                |0     |  |                 |000   |  |                |      |
|Themadoorsn.    |13.030|  |HIV/Aidsbestrijdi|2.000.|  |Mozambique      |      |
|progr. GMV      |.000  |  |ng               |000   |  |                |      |
|Totaal          |15.831|  |Totaal           |9.729.|  |Onderwijs       |6.069.|
|                |.000  |  |                 |000   |  |                |000   |
|                |      |  |                 |      |  |Gezondheidszorg |2.032.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Burkina Faso    |      |  |Indonesië        |      |  |Water           |3.961.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Onderwijs       |1.843.|  |Basisonderwijs   |903.00|  |Milieu          |3.231.|
|                |000   |  |                 |0     |  |                |000   |
|Gezondheid-HIV/A|5.660.|  |Water            |39.000|  |Sector          |1.685.|
|IDS bestr.      |000   |  |                 |      |  |doorsnijdende   |000   |
|                |      |  |                 |      |  |prog.           |      |
|Plattelandsontwi|11.150|  |Goed bestuur     |26.984|  |Afbouw sectoren |4.000 |
|kkeling         |.000  |  |                 |.000  |  |                |      |
|Ondernemingsklim|762.00|  |Sector           |1.396.|  |Structurele     |18.000|
|aat             |0     |  |doorsnijdende    |000   |  |macrosteun      |.000  |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Sector          |534.00|  |Totaal           |29.322|  |Totaal          |34.982|
|doorsnijdende   |0     |  |                 |.000  |  |                |.000  |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |168.00|  |                 |      |  |                |      |
|                |0     |  |                 |      |  |                |      |
|Structurele     |19.342|  |                 |      |  |                |      |
|macrosteun      |.000  |  |                 |      |  |                |      |
|Totaal          |39.459|  |                 |      |  |                |      |
|                |.000  |  |                 |      |  |                |      |
BIJLAGE 4 (vervolg)
|Nicaragua       |      |  |Uganda           |      |  |Ecuador         |      |
|Gezondheidszorg |2.218.|  |Onderwijs        |301.00|  |Milieu          |4.070.|
|                |000   |  |                 |0     |  |                |000   |
|HIV/Aidsbestrijd|575.00|  |Goed bestuur     |6.823.|  |Exit            |10.000|
|ing             |0     |  |                 |000   |  |                |      |
|Ondernemingsklim|4.445.|  |Sector           |2.108.|  |Totaal          |4.080.|
|aat             |000   |  |doorsnijdende    |000   |  |                |000   |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Sector          |1.453.|  |Afbouw sectoren  |146.00|  |                |      |
|doorsnijdende   |000   |  |                 |0     |  |                |      |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Structurele     |8.650.|  |Structurele      |21.800|  |El Salvador     |      |
|macrosteun      |000   |  |macrosteun       |.000  |  |                |      |
|Totaal          |17.341|  |Totaal           |31.178|  |GMV             |1.355.|
|                |.000  |  |                 |.000  |  |                |000   |
|                |      |  |                 |      |  |Exit            |1.000 |
|Pakistan        |      |  |Vietnam          |      |  |Totaal          |1.356.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Milieu          |3.035.|  |Gezondheidszorg  |2.928.|  |                |      |
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Goed bestuur    |628.00|  |Milieu           |5.350.|  |Honduras        |      |
|                |0     |  |                 |000   |  |                |      |
|Mensenrechten   |215.00|  |Water            |5.768.|  |GMV             |2.408.|
|                |0     |  |                 |000   |  |                |000   |
|Vredesopbouw    |562.00|  |Sector           |3.068.|  |Exit            |7.000 |
|                |0     |  |doorsnijdende    |000   |  |                |      |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |147.00|  |Afbouw sectoren  |348.00|  |Totaal          |2.415.|
|                |0     |  |                 |0     |  |                |000   |
|Totaal          |4.587.|  |Structurele      |8.000.|  |                |      |
|                |000   |  |macrosteun       |000   |  |                |      |
|                |      |  |Totaal           |25.462|  |India           |      |
|                |      |  |                 |.000  |  |                |      |
|Palestijnse     |      |  |                 |      |  |Gezondheidszorg |449.00|
|Autoriteit      |      |  |                 |      |  |                |0     |
|Goed bestuur    |5.469.|  |Zambia           |      |  |Onderwijs       |6.291.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|Mensenrechten   |1.743.|  |Onderwijs        |17.533|  |Rurale          |5.337.|
|                |000   |  |                 |.000  |  |ontwikkeling    |000   |
|Vredesopbouw    |1.962.|  |Gezondheidszorg  |14.570|  |Lokaal bestuur  |1.184.|
|                |000   |  |                 |.000  |  |                |000   |
|Afbouw sectoren |222.00|  |Ondernemingsklima|2.409.|  |Milieu          |3.549.|
|                |0     |  |at               |000   |  |                |000   |
|Totaal          |9.396.|  |Sector           |1.946.|  |Geint.          |7.176.|
|                |000   |  |doorsnijdende    |000   |  |waterbeheer     |000   |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|                |      |  |Totaal           |36.458|  |Sector          |3.737.|
|                |      |  |                 |.000  |  |doorsnijdende   |000   |
|                |      |  |                 |      |  |prog.           |      |
|Rwanda          |      |  |                 |      |  |Exit            |2.034.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Goed bestuur    |3.880.|  |Zuid Afrika      |      |  |Totaal          |29.757|
|                |000   |  |                 |      |  |                |.000  |
|Ondernemingsklim|8.404.|  |Onderwijs        |12.779|  |                |      |
|aat             |000   |  |                 |.000  |  |                |      |
|Sector          |1.541.|  |HIV/Aidsbestrijdi|1.525.|  |Joegoslavie     |      |
|doorsnijdende   |000   |  |ng               |000   |  |                |      |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |405.00|  |Goed bestuur     |9.651.|  |Exit            |9.758.|
|                |0     |  |                 |000   |  |                |000   |
|Totaal          |14.230|  |Ondernemingsklima|206.00|  |                |      |
|                |.000  |  |at               |0     |  |                |      |
|                |      |  |Sector           |738.00|  |Malawi          |      |
|                |      |  |doorsnijdende    |0     |  |                |      |
|                |      |  |prog.            |      |  |                |      |
|Senegal         |      |  |Afbouw sectoren  |658.00|  |Exit            |1.086.|
|                |      |  |                 |0     |  |                |000   |
|Milieu          |7.173.|  |Totaal           |25.557|  |                |      |
|                |000   |  |                 |.000  |  |                |      |
|Afbouw sectoren |225.00|  |                 |      |  |Nepal           |      |
|                |0     |  |                 |      |  |                |      |
|Totaal          |7.398.|  |                 |      |  |Milieu          |2.211.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|                |      |  |                 |      |  |GMV             |1.095.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Sri Lanka       |      |  |Exitlanden       |      |  |Totaal          |3.306.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Milieu          |2.104.|  |                 |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Rurale          |1.843.|  |Angola           |      |  |Peru            |      |
|ontwikkeling    |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Goed bestuur    |4.063.|  |Exit             |84.000|  |Milieu          |5.003.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|Sector          |795.00|  |                 |      |  |Exit            |8.000 |
|doorsnijdende   |0     |  |                 |      |  |                |      |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |17.000|  |Bhutan           |      |  |Totaal          |5.011.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Totaal          |8.822.|  |Milieu           |7.284.|  |                |      |
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|                |      |  |                 |      |  |Philipijnen     |      |
|Suriname        |      |  |Brazilie         |      |  |Milieu          |3.503.|
|                |      |  |                 |      |  |                |000   |
|Goed bestuur    |6.264.|  |Milieu           |2.547.|  |Exit            |49.000|
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Gezondheidszorg |4.630.|  |                 |      |  |Totaal          |3.552.|
|                |000   |  |                 |      |  |                |000   |
|Landbouw        |1.530.|  |Cambodja         |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Milieu          |2.606.|  |GMV              |1.263.|  |Soedan          |      |
|                |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Onderwijs       |390.00|  |Exit             |0     |  |Wederopbouw     |11.197|
|                |0     |  |                 |      |  |                |.000  |
|Sector          |7.785.|  |Totaal           |1.263.|  |                |      |
|doorsnijdende   |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |1.120.|  |                 |      |  |Zimbabwe        |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Totaal          |24.325|  |China            |      |  |GMV             |73.000|
|                |.000  |  |                 |      |  |                |      |
|                |      |  |Milieu           |8.501.|  |Exit            |176.00|
|                |      |  |                 |000   |  |                |0     |
|Tanzania        |      |  |GMV              |561.00|  |Totaal          |249.00|
|                |      |  |                 |0     |  |                |0     |
|Onderwijs       |28.739|  |Totaal           |9.062.|  |                |      |
|                |.000  |  |                 |000   |  |                |      |
|Gezondheidszorg |8.010.|  |                 |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Goed bestuur    |8.008.|  |Costa Rica       |      |  |                |      |
|                |000   |  |                 |      |  |                |      |
|Ondernemingsklim|1.721.|  |Milieu           |7.450.|  |                |      |
|aat             |000   |  |                 |000   |  |                |      |
|Sector          |403.00|  |Exit             |1.000 |  |                |      |
|doorsnijdende   |0     |  |                 |      |  |                |      |
|prog.           |      |  |                 |      |  |                |      |
|Afbouw sectoren |10.000|  |Totaal           |7.451.|  |                |      |
|                |      |  |                 |000   |  |                |      |
|Structurele     |14.591|  |                 |      |  |                |      |
|macrosteun      |.000  |  |                 |      |  |                |      |
|Totaal          |61.482|  |                 |      |  |                |      |
|                |.000  |  |                 |      |  |                |      |
BIJLAGE 5

UITGAVEN NATUUR, MILIEU EN WATER

BIJLAGE 6
ODA: UITGAVEN HIV/AIDS, MALARIA EN TUBERCULOSE (1)

BIJLAGE 7
ODA: UITGAVEN BASIC EDUCATION (BE)

BIJLAGE 8
NON-ODA UITGAVEN

BIJLAGE 8 (vervolg)


-----------------------
Basic education is ondergebracht in beleidsartikel 6.


-----------------------


---- --