Gemeente Rotterdam

Nr 81
18 mei 2005

Lucas Bolsius: "Resultaat op straat werpt vruchten af"

Rotterdam steeds schoner en heler

Rotterdam is in 2004 weer schoner en heler geworden. De verbetering is het grootst in deelgemeente Feijenoord en Delfshaven. In Feijenoord zijn minder zwerfvuil, papierkorven, onkruid, graffiti en hondenuitwerpselen aangetroffen. Dit blijkt uit de resultaten van het onderzoek Resultaat op straat 2005.

Het College streeft naar een niveau van 3 in 2006 op een schaal van 1 tot 5 op de productnormering. In Rotterdam zijn ruim 2.400 meetpunten waar elk kwartaal metingen worden verricht op het gebied van schoon en heel. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal meetpunten dat lager scoort dan 3 is teruggelopen van 247 (3,3%) in 2003 naar 148 (1,6%) over 2004. Concreet betekent dit dat er minder zwerfvuil, papierkorven, onkruid, graffiti en hondenuitwerpselen op de meetpunten zijn aangetroffen. De verbetering is het grootst in deelgemeente Feijenoord. Hier is het aantal meetpunten dat lager scoort dan 3 teruggelopen van 31 over 2003 naar 6 over 2004.

Het 'heelcijfer' heeft zich in 2004 eveneens positief ontwikkeld. In 2003 waren er nog 202 (8,3%) meetpunten die lager scoorden dan niveau 3. Eind 2004 is dit aantal teruggebracht naar 88 (3,6%). Op deze meetpunten zijn onder meer verwaarloosde geveltuinen en boomspiegels aangepakt, is de bestrating gerepareerd, het straatmeubilair hersteld en zijn verstopte waterkolken verholpen. De grootste verandering is zichtbaar in de deelgemeente Delfshaven. Hier is aantal meetpunten dat lager scoort dan 3 afgenomen van 42 naar 19.

In 2004 heeft de gemeente het handhavingsbeleid (uitdelen van boetes) voor verkeerd aangeboden huisvuil over de hele stad uitgerold. Na een experiment in 2002 in de wijk Hillesluis is het een jaar later ingevoerd in alle onveilige wijken. In totaal zijn er in 2004 5.800 boetes uitgedeeld. Dit is een toename met 108% ten opzichte van 2003.

Wethouder Sociale Zaken, Wijken en Buitenruimte Lucas Bolsius is tevreden over de resultaten. Bolsius: "Resultaat op straat werpt zijn vruchten af. Vergeleken met vorig jaar is het gemiddeld niveau aanzienlijk verbeterd. Ook handhaving door Stadstoezicht levert een schoner straatbeeld op. Maar dit betekent niet dat we gaan stilzitten. De plekken die nog onvoldoende scoren, houden onze nodige aandacht. Die moeten echt beter gaan scoren. Het ziet ernaar uit dat het met deze manier van werken wel gaat lukken".

Resultaat op straat is een samenwerkingsverband tussen de diensten Roteb, Stadstoezicht en gemeentewerken. Elke dienst werkt vanuit haar eigen expertise aan schonere en helere wijken in Rotterdam. Het accent hierbij ligt op de onveilige wijken die slecht scoren op schoon en heel in de veiligheidsindex.

Meer informatie:

Download het rapport Resultaat op Straat 2004 - 2005 (PDF, 416 KB)

Resultaat op Straat 2004-2005
Programma van uitvoering 2004/2005
van Roteb, Stadstoezicht en Gemeentewerken

April 2005

Inhoudsopgave
1. Inleiding 4
2. Financiën 5
3. Programmabureau Veilig: Wijkveiligheidsindex 6
4. Roteb: resultaat 2004 en uitvoering 2005 8
4.1 Schoon resultaten 2004 8
4.2 Roteb : Programma van Uitvoering Schoon 2005 10 4.2.1 Taskforces 10
4.2.2 Graffiti 10
4.2.3 Buurt Service Teams en de ontwikkelingen binnen de Wet Werk en Bijstand 11 4.2.4 Nieuwe Rotterdamse Hondenbeleid 12
4.2.5 Monitoren op schoon 13
5. Gemeentewerken: Heel-Resultaten 2004 en Uitvoering 2005 14 5.1 Heel Resultaten 2004 14
5.2 Programma van Uitvoering Heel 2005 17
6. Stadstoezicht: resultaten 2004 en uitvoering 2005 18 6.1 Kwaliteitsslag STZ 19
6.2 Bestuurlijke boete 19
6.3 Verkeerd aangeboden huisvuil 20
6.4 Backoffice Handhavingadministratie 20
6.5 Bestuursrechtelijke handhaving Bedrijfsafvalcontainers 21 6.6 Nieuwe Rotterdamse Hondenbeleid 21
7. Campagne Waarom??? Daarom!!! 22
7.1 Stedelijke campagne 22
7.2 Onderzoek 22
Resultaat op Straat 2005 Pagina
2 van 24
Bijlage I: Top-tien ergernissen, inzet Stadstoezicht en boetebedragen Bijlage II: Overzicht producten handhaving & toezicht van Stadstoezicht in de deelgemeenten - mrt 2005
Resultaat op Straat 2005 Pagina
3 van 24

1. Inleiding
Het College heeft in haar programma 2002-2006 binnen de collegeprioriteit van veiligheid doelen gesteld op het terrein van schoon en heel in de openbare buitenruimte. "De hele stad wordt schoner en heler, met het accent op onveilige wijken die slecht scoren op schoon en heel in de veiligheidsindex. In 2002 zijn afspraken gemaakt om met de extra inzet in de onveilige wijken deze stapsgewijs naar het niveau 3 van productnormering te brengen en te houden. Om deze doelstelling te realiseren is door de diensten Roteb, Stadstoezicht en Gemeentewerken de aanpak Resultaat op Straat (ROS) ontwikkeld. Door samenwerking tussen de diensten, elk vanuit haar eigen expertise, wordt de stad vooral in de onveilige wijken schoner, heler en veiliger. Gemeentewerken besteedt extra aandacht aan bestrating, straatmeubilair, (verwaarloosde) geveltuinen, boomspiegels, verkeersborden en verstopte kolken. Roteb reinigt de buitenruimte van gevel tot gevel met de nadruk op zwerfafval, onkruid, straatmeubilair en plasplekken. Tot slot voert Stadstoezicht toezicht en handhaving uit gericht op met name drugsoverlast, overlast van huisvuil, fietswrakken, overlast bedrijfsafval en verstoringen in de bestrating. We kunnen nu al concluderen dat Resultaat op Straat effect heeft; de In hoofdstuk 2 worden de financiën voor ROS gepresenteerd; in hoofdstuk 3 worden de wijkveiligheidsindex en de wijkveiligheids-actieprogramma's door Programmabureau Veilig geschetst. In de hoofdstukken 4 tot en met 6 presenteren de diensten Roteb, Gemeentewerken en Stadstoezicht hun ervaringen over 2004 en plannen voor 2005. Resultaat op Straat 2005 Pagina
4 van 24

2. Financiën
Ten behoeve van ROS zijn (extra) gelden beschikbaar gesteld. Onderstaand een overzicht van de diverse beschikbare middelen.
BUDGET GW-WOP Roteb-Taskforce Graffiti Communicatie Totaal collegeprioriteit ¤ 715.000 ¤ 1.200.000 ¤ 1.915.000 knelpunt voorjaarsretraite2003 ¤ 447.000 ¤ 447.000 Motie 'Extra Schoon en heel' ¤ 1.100.000 ¤ 600.000 ¤ 400.000 ¤ 700.000 ¤ 2.800.000 kostenplaats ORM ¤ 844.000 ¤ 844.000
kostenplaats Roteb ¤ 800.000 ¤ 800.000
Totaal ¤ 3.106.000 ¤ 1.800.000 ¤ 1.200.000 ¤ 700.000 Tabel 2.1: overzicht beschikbare middelen
Motie 'Extra schoon en heel'
Met de motie 'Extra schoon en heel' van de raadsleden Woudenberg, Mosch en Duys zijn tijdens de gemeenteraadsvergadering van december 2003 de schoon- en heelbudgetten verruimd met ¤ 2,8 miljoen voor het programma Resultaat op Straat; voor een deel structureel en voor een deel voor de periode tot en met 2007.
Voor het Task Forceprogramma van Roteb, inclusief de communicatiecampagne "Waarom?? Daarom!!" is vooralsnog voor de periode van 2004 tot en met 2006 financiële dekking; voor de uitbreiding van extra WOP-ploegen van GW is budget structureel gedekt. De gelden zijn aanvullend op de eerdere extra middelen van dit college (collegeprioriteit) ten behoeve van de twee Taskforce teams (Roteb) en de uitrol van de BST teams tot 119 teams. (Tegelijkertijd worden het toezicht en de handhaving door Stadstoezicht in de buitenruimte versterkt met een uitrol van interventieteams van 2003 tot en met 2005). Inzet WOP-ploegen GW
Het budget voor 2005 (¤ 3.106.000) zal worden besteed aan de versterking van de wijkonderhoudsploegen (¤ 2.757.000) en gerichte aanpak in wijken met meetpunten Graffitibestrijding door Roteb
Voor de inzet van 6 graffitibestrijdingsteams van de Roteb is in 2005 in totaal ¤ 1,2 miljoen beschikbaar.
Resultaat op Straat 2005 Pagina
5 van 24

3. Programmabureau Veilig: Wijkveiligheidsindex
Bij de wijkveiligheidsaanpak zorgen deelgemeenten er voor, dat er heldere keuzes gedaan worden bij de verbetering van specifieke omstandigheden in de wijken. Het gaat er uiteraard om dat er zichtbare effecten bereikt worden. De realisatie is het product van de inzet van vele partners die op het eigen beleidsveld gebiedsgerichte, dan wel persoonsgerichte maatregelen afspreken.
De afspraken die deelgemeenten hierover maken met de diensten zijn de afgelopen twee jaar vastgelegd in de zgn. wijkveiligheids-actieprogramma's. De wvap's worden gebruikt als onderlegger bij de systematische en voortdurende planning van noodzakelijke maatregelen. Ze kanaliseren daarmee de benodigde inzet van diensten en derden, door de prestatie-afspraken met de partners concreet en helder te omschrijven. De score van de wijkveiligheidsindex in de onveilige wijken zijn in het onderstaande overzicht opgenomen. Een score van minder dan 3.9 plaatst de wijk in de categorie onveilig. Tussen 3.9 en 5.0 is een wijk een probleemwijk. Uit het onderstaande overzicht blijkt dat de meeste wijken vooruit gegaan zijn en dat drie wijken inmiddels verbeterd zijn tot de categorie probleemwijk. Veiligheidsindex 2004
B
uurt 2001 2002 2003
Spangen 2,5 2,7 4,0
Oude westen 1,5 1,8 2,2
Stadsdriehoek/Centraal Station 2,8 3,1 3,9
Cool/Nieuwe werk/Dijkzigt 1,8 1,5 2,7
Hillesluis 3,7 4,2 3,8
Tarwe wijk 3,6 3,5 3,5
Oude Noorden 3,8 3,0 4,1
Zuidplein 2,9 2,7 3,7
Rotterdam 5,6 5,6 6,2
Tabel 3.1: Veiligheidsindex in onveilige wijken
Ook in de toekomst maakt het programmabureau Veilig, na de uitkomst van de Veiligheidsindex in het voorjaar, de zgn. wijkanalyses c.q. -focussen. Deze worden aangeboden aan deelgemeenten en/of diensten, zodat jaarlijks systematisch en methodisch nagegaan wordt of aanpassingen in de prestatie-afspraken met diensten wenselijk zijn. De 'Vasthouden en Versterken' operatie van 2004 - versterking op de 5/6 voornaamste problemen in de onveilige en probleemwijken - is met ingang van 2005 toegevoegd aan het productenaanbod van het programmabureau.
Op de noemer 'schoon, heel en veilig' kan het Expertisecentrum PbV aangeven of en zo ja in welke wijken bewoners (ongeveer 13.000 Rotterdammers op jaarbasis) hebben aangegeven Resultaat op Straat 2005 Pagina
6 van 24
vervuiling het grootste buurtprobleem te vinden. Het gaat dan om de subjectieve noemers: 'rommel op straat', 'hondenpoep', 'vuil naast de container', 'gaten of verzakkingen', 'wildplassen' en 'vernield of kapot straatmeubilair', 'bekladding van muren en/of gebouwen', 'vernieling van telefooncellen, bus en/of tramhokjes'.
Jaarlijks zijn er twee momenten waarop deelgemeenten rapporteren over knelpunten en successen in de uitvoering van de wijkveiligheidsaanpak, te weten in de maanden april en oktober. PbV zorgt er voor, dat kwesties (na hoor- en wederhoor met diensten en/of politie en Openbaar Ministerie) worden geagendeerd voor de stuurgroep Veilig en B&W. Deze rapportages worden ook gebruikt om succesvolle initiatieven te vermelden op de site1 'kennisknooppunt Veilig', een van de meest recente initiatieven van PbV. 1 vooralsnog te benaderen via www.expertisecentrumveilig.nl Resultaat op Straat 2005 Pagina
7 van 24

4. Roteb: resultaat 2004 en uitvoering 2005
In dit hoofdstuk komt het resultaat aan de orde dat in 2004 is geboekt met schoon en wordt de verdere aanpak in 2005 gepresenteerd.
4.1 Schoon resultaten 2004
In tabel 4.1 is het verloop aangegeven van (de cijfers van) de productnormering met de gemiddelde scores op schoon. In tabel 4.2 komt het verloop aan de orde van de metingen nulmeting Gemiddeld
schoon
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw Gemiddeld schoon
2002 2003 2004 2004 2004 2004
Onveilige wijken:
Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt 3,1 3,9 3,8 3,7 3,5 3,8
Oude Westen 2,9 3,6 3,7 3,5 3,6 3,7
Tarwewijk 3,3 4,2 4,2 4,0 4,0 4,3
Zuidplein 3,5 4,5 4,2 4,4 4,5 4,6
Hillesluis 3,5 3,7 3,9 3,9 3,9 3,9
Probleemwijken:
Stadsdriehoek/CS 3,2 3,9 3,8 3,7 3,6 3,8
Bospolder/Tussendijken 3 3,6 3,7 3,6 3,7 3,8
Spangen 2,9 3,5 3,5 3,8 3,6 4,0
Nieuwe Westen 3,3 3,8 3,7 3,9 3,5 3,7
Middelland 3,1 3,7 3,7 3,8 3,9 4,1
Oude Noorden 3,2 3,6 3,5 3,3 3,7 3,8
Nieuw Crooswijk 3,8 3,9 4,2 3,9 3,7 4,2
Kralingen West 3,6 3,7 3,7 3,8 4,0 3,8
Pendrecht 3,1 4,3 4,2 4,2 4,2 4,2
Bloemhof 3,5 3,8 4 3,8 3,7 3,9
Afrikaanderwijk 3,5 3,6 3,9 3,6 4,0 3,7
Het gemiddelde schooncijfer is opgebouwd uit de scores van zwerfvuil, papierkorven, onkruid, graffiti, graffiti particulier en uitwerpselen Tabel 4.1: verloop scores Schoon van productnormering in de onveilige wijken Ten opzichte van de nulmeting zijn de gemiddelde schooncijfer aanzienlijk verbeterd. Alle wijken scoren gemiddeld ruim boven de 3 en sommigen wijken elk kwartaal zelfs boven de 4. Resultaat op Straat 2005 Pagina
8 van 24

nulmeting eind Totaal
aantal
1e
kw 2e kw 3e kw 4e kw Aantal metingen lager
dan 3
Deelgemeenten/wijkraad 2002 2003 2004 2004 2004 2004 2004 Centrum 47 46 19 3 7 8 1
Charlois 47 1 0 0 0 0 0
Delfshaven 51 45 48 18 10 14 6
Feijenoord 29 31 6 1 4 0 1
Hillegersberg/Schiebroek 2 6 1 0 0 1 0
Hoek van Holland * 0 0 0 0 0 0
Hoogvliet 6 2 4 2 2 0 0
Kralingen/Crooswijk 4 25 4 0 1 2 1
Noord 31 61 39 10 19 7 3
Overschie 15 13 7 1 0 3 3
Prins Alexander 8 14 14 7 2 3 2
IJsselmonde 0 1 2 0 1 1 0
Pernis 6 2 4 2 2 0 0
Totaal 246 247 148 44 48 39 17
Tabel 4.2: aantal meetpunten Delfshaven en het Oude Noorden blijven aandacht vragen. Het aantal meetpunten dat lager dan 3 scoort is duidelijk hoger dan in de andere deelgemeenten. Aantal lager 3 %
metingen 2003 7498 247 3,3%
metingen 2004 9052 148 1,6%
Tabel 4.3: metingen en In Rotterdam zijn er 2427 meetpunten (exclusief havengebied en bedrijfsterreinen) waar vier keer per jaar wordt gemeten. In de nulmeting eind 2002 scoorden nog 240 meetpunten lager dan 3. In 2003 scoorde 3,3% van de metingen lager dan 3; in 2004 zijn 9052 metingen verricht en scoorden 148 metingen lager dan 3. Een duidelijke verbetering is dus zichtbaar. Resultaat op Straat 2005 Pagina
9 van 24

4.2 Roteb : Programma van Uitvoering Schoon 2005
4.2.1 Taskforces
De drie Taskforces hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het schoonniveau van de onveilige wijken. Voornamelijk 'de brede inzet', het nat reinigen en het achterlaten van een geurtje is een succes gebleken.
De Taskforce gebruikt veel water, hogedrukreinigers en extra veegcapaciteit. De burger zal de inzet van deze Taskforce zeker moeten opmerken.
Een Taskforce is uitgerust met een MUG (onkruidmachine voor langs gevels), bosmaaiers, schoffels, bladblazers, hogedrukspuiten, een veegwagen en een spoelmachine. In 2005 worden er proeven uitgevoerd om bij een aantal veegploegen een spoelmachine toe te voegen. Het streven is om alle straten van Rotterdam structureel een dergelijke schoonbeurt te geven.

4.2.2 Graffiti
Voor 2005 is er ¤ 1,2 miljoen beschikbaar voor graffiti bestrijding. Hiervoor worden zes graffiti bestrijdingsteams ingezet waarvan één team de ring van Rotterdam schoon maakt en schoon houdt. Op 26 februari 2005 wordt gestart met de schoonmaak van de ring A20. Bij de start van het project zijn er vier belangrijke aandachtspunten omschreven namelijk; signaleren en registratie, schoonmaken, schadeverhaal en preventie. Gebleken is dat het belangrijkste uitgangspunt van graffiti het "Schoonmaken en Schoonhouden" is. De graffititeams starten elke dag op dezelfde plek en maken alles schoon wat ze op de route tegen komen. In het begin zal het gebied dat schoon is klein zijn maar zodra het begin schoon is en schoon gehouden wordt zal het schone gebied uitbreiden. Met alle deelgemeenten zijn gesprekken gevoerd over het uitrollen van de graffititeams. Voorgelegd is de keuze voor een 'aangeklede' aanpak of een 'kale' aanpak in een deelgemeente. De 'aangeklede' aanpak houdt in dat alle partijen die te maken hebben met graffiti (STZ, Eneco, politie enz) met elkaar afspraken maken en actief de handhaving proberen te organiseren. De 'kale' aanpak houdt in het schoonmaken en schoonhouden. Eén deelgemeente heeft gekozen voor de 'aangeklede' aanpak de overige voor de 'kale' aanpak. Resultaat op Straat 2005 Pagina
10 van 24

Deelgemeente
Aantal
meldingen
Deelgemeente
Aantal
meldingen
Centrum 171 IJsselmonde 48
Charlois 74 Kralingen/Crooswijk 137
Delfshaven 173 Nieuw Mathennesse 3
Feijenoord 120 Noord 127
Hillegersberg/Schiebroek 39 Overschie 13
Hoogvliet 81 Pernis 4
Hoek van Holland 0 Prins Alexander 120
Eindtotaal 1110
Tabel 4.4: Meldingen graffiti MSB IN 2004
Het Meldingen Systeem Buitenruimte (MSB) is een belangrijk instrument voor de registratie van graffiti. Alle meldingen die gedaan worden bij de Klachtentelefoon worden rechtstreeks naar Roteb Service gestuurd. De meldingen over discriminerende leuzen worden binnen 48 uur door Roteb schoongemaakt. De overige meldingen worden opgenomen in de "uitrol"routes.

4.2.3 Buurt Service Teams en de ontwikkelingen binnen de Wet Werk en Bijstand In 2003 is besloten het aantal Buurt Service Teams (BST's) uit te breiden van 73 tot 119 eind 2004. Een Buurt Service Team bestaat uit 9 medewerkers. In verband met de wijziging van wet naar de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de instroom vertraagd. Op dit moment heeft Roteb een ID-formatie van 611 medewerkers; daarnaast zijn er 144 WWBers die ook worden ingezet binnen de BST's. Dit brengt het totaal aan beschikbare medewerkers op 755 medewerkers. Om alle BST's optimaal te kunnen bemensen zijn 1071 medewerkers nodig (119 x 9). Er zijn dan ook 316 medewerkers extra nodig. Roteb heeft structureel met het probleem te maken van de veranderende regelgeving omtrent de werkgelegenheid. Medio maart zal Roteb een aantal oplossingsscenario's aan het bestuur aanbieden. Het totaal aantal teams dat gevormd kan worden is mede afhankelijk van deze scenario's.
Resultaat op Straat 2005 Pagina
11 van 24

Deelgemeente
Aantal
teams
Februari
2004
Aantal
teams
september
2004
Aantal
teams
1 januari
2005
Gepland
Aantal
teams
Hoek van Holland 0,7 1 1 1,5
Hoogvliet 3,6 5 4
6
Charlois 8,5 8 9
11
Feijenoord 12,7 13 1
2 14
IJsselmonde 8,1 8 8
10
Pernis 0,5 0,5 0
,5 0,5
Noord 6 9 8
12
Overschie 5,7 4 4
4
Centrum 10,6 12 1
2 11
Delfshaven 12,3 11 1
1 16
Hillegersberg-Schiebroek 3 4 4 7
Kralingen-Crooswijk 5,3 7 7 10
Prins Alexander 4,6 5 5 8
Totaal 81,6 teams 87,5 teams 85,5 teams 111 teams
OBR 1 1 1 1
Havenbedrijf 7 7 7 7
Totaal 89,6 teams 95,5 teams 93,5 teams 119 teams
indelingscriteria: 1 team per CBS buurt + aanvulling afhankelijk van sociale cohesie. Tabel 4.5: Invulling BST's

4.2.4 Nieuwe Rotterdamse Hondenbeleid
Zowel vanuit de raad (motie Duys (2003, 429)) als vanuit het college is verzocht om voorwaarden te scheppen om een einde te maken aan één van de grootste ergernissen in deze stad, namelijk de hondenpoepoverlast. Hondenpoepoverlast levert een vies straatbeeld op, veroorzaakt stankoverlast en is een potentieel gevaar voor spelende kinderen. Mede op basis van de ervaringen van de pilot in Nesselande heeft het Rotterdamse Hondenbeleid vorm gekregen. De hoofdlijnen van het beleid zijn: 1. Aanscherpen regelgeving en uitbreiden toezicht (algehele opruimplicht in APV + handhaving Stadstoezicht)
2. Treffen van aantrekkelijke voorzieningen (uitlaatzones waar geen opruimplicht geldt) 3. Het schoonhouden van de voorzieningen en het 'niet wettig gedeponeerde' 4. Het voeren van een uitgebreide voorlichting en communicatiecampagne. De communicatie-campagne is vormgegeven en de deelgemeenten die het nieuwe beleid Resultaat op Straat 2005 Pagina
12 van 24
hebben ingevoerd hebben deze gebruikt. De handhaving is een belangrijk aandachtspunt. Gebleken is dat het noodzakelijk is om een pakkans te verhogen. Dit kan door het organiseren van acties tijdens uitlaattijdstippen op overlastgevende locaties. Handhaving en toezicht wordt verder uitgelegd in hoofdstuk 6; Stadstoezicht.
Nadat het Nieuwe Rotterdamse Hondenbeleid was vastgesteld heeft Hoek van Holland het in september 2004 ingevoerd. Ook Pernis en Charlois zijn gestart. In tabel 4.6 is aangegeven welke deelgemeenten wanneer van plan zijn te starten.

Deelgemeente Start datum nieuwe
beleid
Opmerking
1 Hoek van Holland 1 september 2004 gerealiseerd
2 Pernis 1 november 2004 gerealiseerd
3 Charlois 1 januari 2005 gerealiseerd
4 Feijenoord 4 wijken 15 maart 2005 gerealiseerd
Feijenoord 4 wijken 15 april 2005 gerealiseerd
5 Centrum eind april 2005
6 Hoogvliet 1 mei 2005
7 Hillegersberg/Schiebroek half mei 2005
8 Kralingen/Crooswijk 1 juni 2005
9 Delfshaven 1 juli 2005
10 Prins Alexander eind 2005
11 Noord uiterlijk 1 januari 1006
12 Overschie uiterlijk 1 janauri 2006
13 IJsselmonde uiterlijk 1 januari 2006
Tabel 4.6: Implementatie hondenbeleid

4.2.5 Monitoren op schoon
Sturen op Schoon
Sturen op Schoon (SOS) wordt ontwikkeld om de resultaten van het werk beter in verband te brengen met de inzet die we doen. Dit gebeurt op CBS-buurtniveau. Aan de hand van de resultaten van SOS weten we steeds beter wat we moeten doen om het totaalresultaat "Schoon" in een CBS-buurt te verbeteren. Op de eerste plaats gaat het dan om de inzet van Roteb: het reinigingswerk. Vervolgens zal aandacht besteed moeten worden aan de inzet van Communicatie.
Na afloop van het eerste kwartaal van 2005 zal in de kwartaalrapportages nu standaard informatie over de wijk zoals sturen op schoon opgenomen worden. In 2005 zullen alle Roteb-activiteiten die met Schoon te maken vertaald worden naar CBSbuurtniveau. Nu is dit nog grotendeels op deelgemeente-niveau. We weten dan per buurt en per soort activiteit (inzet op zwerfvuil, of inzet op onkruid) welke inspanning tot welk resultaat heeft geleid. In 2005 willen we ook een start maken met het vertalen van deze informatie naar een mogelijke inzet van Stadstoezicht.
Resultaat op Straat 2005 Pagina
13 van 24

5. Gemeentewerken: Heel-Resultaten 2004 en
Uitvoering 2005
5.1 Heel Resultaten 2004
In deze paragraaf komt de voortgang 2004 aan de orde. Dit wordt getoond door middel van een overzicht van de cijfers productnormering (gemiddelde scores op heel) met daarbij een korte toelichting. Vervolgens komt het aantal meetpunten die lager scoren dan een drie aan de orde. Tot slot wordt ingegaan op de uitvoering in 2005: de straat-voor-straat aanpak en de ROSaanpak voor komend jaar.

Gemiddeld Heel nulmeting
2002
Gemiddeld
Heel
2003
1e kw
2004
2e kw
2004
3e kw
2004
4e kw
2004
Onveilige wijken:
Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt 2,8 3,7 3,8 3,9 3,6 3,8
Oude Westen 3,1 3,7 3,9 3,7 3,9 3,9
Tarwewijk 3,2 3,7 3,7 3,8 3,9 4,0
Zuidplein 3,2 3,9 4,0 4,2 4,2 4,4
Hillesluis 3,2 3,5 3,7 3,7 3,7 3,4
Probleemwijken:
Stadsdriehoek/CS 3,4 3,8 3,9 3,9 3,8 3,8
Bospolder/Tussendijken 3,1 3,4 3,5 3,3 3,5 3,7
Spangen 2,6 3,1 2,9 3,3 3,3 3,3
Nieuwe Westen 3,1 3,8 3,7 3,7 3,7 3,6
Middelland 3,0 3,6 3,4 3,6 3,6 3,7
Oude Noorden 3,1 3,4 3,4 3,2 3,6 3,6
Crooswijk 3,6 3,4 3,6 3,5 3,5 3,6
Kralingen 3,3 3,3 3,4 3,5 3,5 3,7
Pendrecht 3,0 3,5 3,5 3,7 3,8 3,9
Bloemhof 3,3 3,6 3,4 3,4 3,6 3,7
Afrikaanderwijk 3,4 3,3 3,5 3,3 3,4 3,3
Tabel 5.1: verloop scores Heel van productnormering in de onveilige én probleemwijken Toelichting / analyse:
Algemeen: de CBS-buurten uit de veiligheidsanalyse komen niet altijd overeen met de "wijken" waarvan wordt uitgegaan met productnormering. Een CBS-buurt kan namelijk dusdanig weinig meetpunten bevatten, dat in dit overzicht is uitgegaan van de cijfers van een wijk, dat over het algemeen wat groter is. Zo is bijvoorbeeld uitgegaan van de cijfers van de wijk Bospolder- Tussendijken, terwijl de veiligheidsanalyse uitgaat van uitsluitend Tussendijken. Datzelfde is het geval met de wijk Kralingen (CBS-buurt Kralingen-West) en de wijk Crooswijk (CBS-buurt Nieuw- Crooswijk).
Resultaat op Straat 2005 Pagina
14 van 24
De conclusie is duidelijk: op twee wijken na (Crooswijk en Afrikaanderbuurt) vertonen alle onveilige- en probleemwijken de afgelopen jaren een stijgende lijn in het heel-niveau. Dat is het gevolg van de extra stedelijke ROS-aanpak in de onveilige wijken en de reguliere inzet van de wijkonderhoudsploegen. De wijken die in het 4e kwartaal van 2004 aan de lage kant zitten zijn Hillesluis (score 3,4), Spangen (score 3,3) en de Afrikaanderwijk (score 3,3). Daarnaast is het aantal meetpunten lager dan 3 van belang; niet alleen in onveilige- en probleemwijken, maar in alle wijken van Rotterdam. Dat is in onderstaande tabel getoond per deelgemeente-gebied.

Aantal metingen lager dan 3
Deelgemeenten/wijkraad
nulmeting
2002
eind
2003
1e kw
2004
2e kw
2004
3e kw
2004
4e kw
2004
Centrum 44 9 3 2 6 3
Charlois 38 11 0 0 1 0
Delfshaven 95 42 43 19 15 19
Feijenoord 33 8 3 8 2 5
Hillegersberg/Schiebroek 30 21 6 6 21 15
Hoek van Holland - 1 0 0 1 1
Hoogvliet 20 25 - 8 4 5
Kralingen/Crooswijk 10 16 8 7 8 10
Noord 59 20 7 16 9 6
Overschie 26 18 14 6 14 12
Prins Alexander 13 19 6 5 11 8
IJsselmonde 7 10 10 8 13 4
Pernis 4 3 - 1 1 0
Totaal
379
202
100
86
106
88
Tabel 5.2: aantal meetpunten Totaal zijn er 2.427 meetpunten. Eind 2002 waren daarvan 379 lager dan drie (=15%). Eind 2004 is dat aantal teruggebracht naar 88 (=3%). Bij de de bepaling van het aantal meetpunten 15 van 24
Schouw productnormering
Het schouwen productnormering wordt uitgevoerd door een schouwteam, bestaande uit een medewerker van de deelgemeente, van Roteb en Gemeentewerken. Daarnaast wordt aan bewoners gevraagd om mee te schouwen in hun wijk. Maar niet in elke wijk is de animo daarvoor hoog. Gemeenteraadslid Kaya heeft vorig jaar een motie ingediend om de diensten Roteb en GW extra inspanningen te laten plegen om deelname van bewoners aan de schouw te bevorderen. Hieronder een opsomming van bewonersparticipatie: in IJsselmonde lopen tweemaal per jaar bewoners mee (april en september) waarbij alle meetpunten worden gemeten; in Noord wordt ook geschouwd met bewoners, in Centrum is af en toe een bewoner die mee schouwt; in Kralingen/Crooswijk nodigt de deelgemeente altijd één bewoner uit om mee te schouwen (geen garantie dat er ook altijd een bewoner meeloopt), in Delfshaven af en toe in enkele wijken, in Hoogvliet niet, Pernis wel. In Hillegersberg/Schiebroek wel, en in Overschie is daartoe wel de mogelijkheid, maar geen belangstelling. In Charlois wordt geschouwd zonder bewoners maar zijn er andere schouwen met bewoners. In Prins Alexander met bewoners (op iets andere wijze met de deelgemeente) en in Feijenoord is het niet structureel met bewoners. Conclusies
1. De gemiddelde heel-scores in de onveilige- en probleemwijken vertonen een stijgende lijn. De ROS-aanpak plus de reguliere inzet van Gemeentewerken is effectief geweest. 2. Het aantal meetpunten Resultaat op Straat 2005 Pagina
16 van 24

5.2 Programma van Uitvoering Heel 2005
Gemeentewerken is begonnen met de ROS-aanpak in de onveilige wijken. De aanpak is zo succesvol gebleken dat bepaalde elementen geïmplementeerd zijn in de reguliere werkwijze van de WOP. De reguliere inzet is de straat-voor-straat aanpak: een aantal medewerkers van de WijkOnderhoudsPloeg (WOP) repareert alle verstoringen in een straat op het gebied van straatwerk, straatmeubilair, speeltoestellen en boomspiegels. Vervolgens wordt de volgende straat onderhanden genomen.
Kern van de ROS-methode én de straat-voor-straat-aanpak is om alle verstoringen op het terrein van heel aan te pakken. De volgende werkzaamheden voert GW uit:
* Repareren van verstoringen in het straatwerk (verzakkingen, gaten, kapotte stukken);
* Repareren en/of rechtzetten van straatmeubilair (banken, palen, hekwerk, borden);
* Herstellen van boomspiegels (verwijderen boomwortels, aanvullen met aarde);
* Dichtleggen van verwaarloosde geveltuintjes;
* Plaatsen en/of stellen van hulptreden.
Vooral de zichtbaarheid en effectiviteit zijn belangrijke uitgangspunten geweest:
* Zichtbaarheid: met een wijkonderhoudsploeg gericht in een straat werken aan het verhelpen van storingen valt op: voor bewoners, voor bezoekers en voor het bestuur. En dat is goed, je laat zien wat je doet; bewoners en bestuur zijn enthousiast.
* Effectiviteit: een straatploeg verhelpt snel en zichtbaar verstoringen op het gebied van straatwerk, straatmeubilair, speeltoestellen en boomspiegels. Na de aanpak ziet de buitenruimte er aantoonbaar beter uit.
Planning 2005
In 2005 gaat Gemeentewerken verder met de huidige werkwijze. De opzet is om met de reguliere (deelgemeentelijke) middelen de straat-voor-straat aanpak te continueren. De extra (stedelijke) middelen worden ingezet op versterking van de wijkonderhoudsploegen (uitbreiding en verjonging) plus een gerichte aanpak in wijken waar dat het hardst nodig is (wijken met veel meetpunten Resultaat op Straat 2005 Pagina
17 van 24

6. Stadstoezicht: resultaten 2004 en uitvoering 2005 Stadstoezicht vormt een belangrijke schakel in de keten 'schoon, heel en veilig Rotterdam'. Werkzaamheden van STZ zijn ondermeer:

* het toezicht en de handhaving in de openbare buitenruimte op bv huisvuil, bedrijfsafvalcontainerbeleid, hondenbeleid, fietswrakkenbeleid;
* het melden van verstoringen in de buitenruimte, de ogen en oren van de stad zijn;
* intensieve samenwerking in toezichtmodellen met betrokken partijen, zoals politie en deelgemeenten.
Een Toezichtmodel is een werkafspraak op maat per gebied (vooralsnog alleen in onveilige wijken en hotspots). De afspraken zijn afhankelijk van de factoren die overlast geven. Daarvan afgeleid wordt de inzet bepaald (het wat en de taken) en wordt de inrichting afgesproken (wie) tussen betrokkenen. De stadsmarinier neemt regelmatig het initiatief voor deze werkwijze in overleg met STZ, de politie en de deelgemeenten. En bijvoorbeeld met een project als toezicht Centraal Station ook met de spoorwegpolitie (CS) en de handhavers van RET. De handhavingsmogelijkheden t.a.v. de top-tien ergenissen (uit de omnibus enquette 2004) zijn in een overzicht als bijlage I bijgevoegd. Als bijlage II treft u een overzicht en toelichting van de producten handhaving en toezicht aan en hoe deze producten ingezet worden in de gemeente Rotterdam.
Figuur 6.1: Bleupoint Boulevard Zuid
Resultaat op Straat 2005 Pagina
18 van 24

6.1 Kwaliteitsslag STZ
Stadstoezicht zal zich gaan ontwikkelen van een organisatie die voorziet in werkgelegenheid voor mensen met een laag opleidingsniveau (met name toezichthouders I/D) tot een actief toezichthoudende (interveniërende) en handhavende gemeentelijke organisatie. Tijdens de voorjaarsretraite van 2004 heeft het College van Burgemeester en Wethouders besloten om met een centrale bij-financiering deze kwaliteitsimpuls te realiseren bij Stadstoezicht. Dit is in de begroting 2005 door de gemeenteraad geaccordeerd. Stadstoezicht zal de komende jaren (2005
- 2008) omgevormd worden tot een professionele toezicht- en handhavingdienst en zal hiervoor geherstructureerd worden.
Aanleiding voor de kwaliteitsslag is:

- de invoering van de Wet Werk en Bijstand, waardoor de ID-banen geleidelijk wegvallen als instrument;

- de behoefte vanuit de gemeente en (de meeste) deelgemeenten om de kwaliteit van de toezichthouders op straat te verbeteren;

- de aangekondigde invoering van de bestuurlijke boetes, waardoor het basisniveau van de toezichthouders omhoog moet.
Concreet betekent dit dat de komende drie jaar de functies toezichthouder I/D vervangen worden door de nieuwe functionaris'interventiemedewerker'. Momenteel worden alle toezichthouders I/D bij STZ getest of zij de capaciteit hebben om door te stromen naar de nieuwe functie. De interventiemedewerker zal naast het uitoefenen van actief toezicht waarbij mensen aangesproken worden op afwijkend gedrag, ook de instrumenten en bevoegdheden behorende bij bestuursrechtelijke en fiscale handhaving hebben. Hierdoor kan de interventiemedewerker efficiënter en sneller optreden en zo meer daadkracht geven aan het lik op stuk beleid dan de huidige toezichthouders I/D.

6.2 Bestuurlijke boete
Het wetsvoorstel bestuurlijke boete kleine ergenissen moet nog worden aangeboden aan de tweede kamer, tezamen met het advies van de Raad van State. Het kabinet had aangegeven dat dit in 2005 zou worden ingevoerd. Dit is niet doorgegaan; de verwachting is nu dat e.e.a. 1 januari 2006 geëffectueerd zal zijn. Op verzoek van de afdeling OV van de bestuursdienst wordt een extern onderzoek verricht naar de gevolgen van de toepassing van de bestuurlijke boete voor de gemeente Rotterdam. Resultaat op Straat 2005 Pagina
19 van 24

6.3 Verkeerd aangeboden huisvuil
In 2002 is een nieuwe aanpak voor handhaven op verkeerd aangeboden huisvuil beproeft in de wijk Hillesluis. Vervolgens is deze methodiek vanaf 2003 uitgerold naar alle onveilige wijken. Inmiddels is de succesvolle aanpak per 1 september 2004 naar de rest van Rotterdam uitgerold. Dit heeft geresulteerd in enorme toename van boetes naar aanleiding van verkeerd aangeboden huisvuil:

- Aantal boetes in 2003 2.788

- Aantal boetes in 2004 5.809
Dit is een groei van 108 %. De groei is het gevolg van een gerichte aanpak en de uitrol over heel Rotterdam. Zo waren er voor de uitroldatum van 1 september 2004 al 3.000 boetes uitgedeeld en na de uitroldatum nog eens 2.809 boetes.
Deze vorm van handhaving heeft een aanmerkelijker schoner straatbeeld gegeven.

6.4 Backoffice Handhavingadministratie
Een nieuwe taak van Stadstoezicht is het opleggen van bestuursdwang op huisvuil en de administratieve verwerking daarvan. Dit in tegenstelling tot de strafrechtelijke boetes die voor ons door het Centraal Justitieel Incasso Bureau verzorgd worden en de fiscale parkeerboete die door de Gemeentelijke Belastingen Rotterdam verzorgd wordt. In 2004 heeft Stadstoezicht hier een nieuwe afdeling voor ingericht en geëquipeerd. Gezien het grote aantal bestuursdwangbesluiten is voor de administratieve afhandeling van huisvuilboetes in 2004 een geautomatiseerd systeem ontwikkeld en geïmplementeerd. De tendens van het bestuursrechtelijk handhaven en de komst van de bestuurlijke boete zal in 2005 wederom een uitbreiding in de werkzaamheden van de Handhavingadministratie betekenen.
Figuur 6.2: Aktie bedrijfsafvalcontainers West Kruiskade Resultaat op Straat 2005 Pagina
20 van 24
6.5 Bestuursrechtelijke handhaving Bedrijfsafvalcontainers Bij de handhaving van bedrijfsafvalcontainers is opnieuw een bestuursrechtelijke handhavingmethode beproefd, namelijk de last onder dwangsom. In het pilotgebied in het Centrum is sinds november 2003 deze methode met succes ingezet. Het resultaat op straat is zichtbaar. In 2004 is de aanpak over het hele Centrum uitgerold. Uitrol naar de deelgemeenten is afhankelijk van de besluitvorming over het aannemen van het beleid en de mandatering. Na besluitvorming kan de aanpak ook in de deelgemeente uitgevoerd worden. De Roteb is de beleidsverantwoordelijke voor bedrijfsafval. Momenteel wordt in overleg met Verenigde Rotterdamse Deelgemeente, Roteb en STZ bezien hoe de aanpak in 2005 over alle deelgemeente soepel uitgerold kan worden zodat er een uniform Rotterdams beleid zal ontstaan.

6.6 Nieuwe Rotterdamse Hondenbeleid
In 2004 is de beproefde aanpak van Nesselande uitgerold naar Hoek van Holland en Pernis. In 2005 zal de aanpak in de rest van Rotterdam geïmplementeerd worden. Dit betekent voor STZ een grote inzet op interventie (actief toezicht) en handhaving op basis van het nieuwe hondenbeleid.
Interventie wordt vanaf 2005 alleen ingezet in deelgemeenten waar de opruimplicht van kracht is. Voor de interventie worden ingezet de hondenbrigade, het (centrale) interventieteam en in de toekomst de nieuwe interventiemedewerkers. Als het interventieteam in een onveilige wijk of hotspot ingezet wordt waar de opruimplicht geldt, zal de interventie en het verbaliseren binnen het toezichtmodel geplaatst worden. Buiten de onveilige wijken of hotspots zorgen twee hondenbrigades voor de interventie in samenwerking met de gebiedsverantwoordelijke milieucontroleur (verbalisant).
De basis inzet is:
1e maand na invoering: iedere dag voert de hondenbrigade een dagdeel controle uit in de deelgemeente en is de inzet gericht op interventie/communicatie over het nieuwe beleid 2e maand na invoering: 4 maal per week wordt er een controle door de hondenbrigade inclusief milieucontroleur uitgevoerd
vanaf de 3e maand na invoering: 2 maal per week wordt er een controle door de hondenbrigade inclusief milieucontroleur uitgevoerd. Een belangrijk onderdeel van de interventie is het stimuleren van de schoonmaak. De STZ medewerkers hebben hondenpoep opruimzakjes bij zich om aan de hondenbezitter aan te bieden voor het geval zij zelf geen opruimmiddel bij zich hebben. Resultaat op Straat 2005 Pagina
21 van 24

7. Campagne Waarom??? Daarom!!!
In najaar 2004 zijn GW, STZ en Roteb gestart met een meerjarige campagne Schoon, Heel & Veilig (t/m 2007). Met de campagne wil de gemeente het gedrag in de buitenruimte veranderen en de bewoner/gebruiker van de stad bewust maken van zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. In de campagne zijn herkenbare beelden te zien met ongewenste en gewenste situaties. Op tal van manieren wordt de boodschap onder de aandacht gebracht. Als eerste onderwerp is zwerfafval aan bod en vervolgens de andere onderwerpen uit de campagne (hondenpoep, fout parkeren, vernieling straatmeubilair en graffiti). De campagne omvat:

- nieuwe meerjarige campagne over bovengenoemde ergernissen
- communicatieactiviteiten Resultaat op Straat
- pilot huis-aan-huisfolder

- ter beschikking stellen van kleinere afvalbakken in gecontaineriseerde gebieden.

7.1 Stedelijke campagne
Onder het motto Waarom???Daarom!!! is in november de stedelijke campagne van start gegaan met televisiespots, tramreclame, abri's, advertenties, bioscoopreclame, geveldoek, bijlage Stadskrant, mutsen e.d. De eerste 'campagnepiek' liep tot januari 2005. Om de campagne op wijkniveau vervolg te geven, zijn ook de deelgemeenten nadrukkelijk uitgenodigd om aan te haken. Tot op heden leidt dat tot samenwerking met deelgemeente Noord, Delfshaven en Centrum (Afvalloterij). Daarnaast worden er gesprekken gevoerd met deelgemeenten Feijenoord en Hoek van Holland. In de komende periode zullen de overige deelgemeenten opnieuw actief worden benaderd om deel te nemen. 7.2 Onderzoek
In de weken 49 en 50 van 2004 zijn door een onderzoeksbureau enquêtes afgenomen onder bewoners en bezoekers van Rotterdam. Op basis van de onderzoeksresultaten worden de volgende centrale conclusies getrokken.
1. Hoewel het een eerste meting betreft, is toch al een behoorlijk deel van de bewoners en bezoekers bekend met de campagne. Op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd (weken 49 en 50) had ongeveer 35% van zowel de bewoners als de bezoekers iets over de campagne gezien en/of gehoord. Ongeveer een kwart van zowel de bewoners als de bezoekers herkent de slogan van de campagne.
2. De spontane bekendheid met de slogan is nog laag; het regelmatig terugkeren van de slogan in vervolguitingen in de volgende campagneperiode zal deze bekendheid naar verwachting doen stijgen.
3. Bewoners en bezoekers herkennen de boodschap die de gemeente via de posters wil overdragen (de stad moet schoner en afval moet in de vuilnisbak). 4. Bewoners en bezoekers staan positief tegenover de campagne en vinden het goed dat de gemeente deze campagne voert. Voor bewoners geldt dit nog sterker dan voor Resultaat op Straat 2005 Pagina
22 van 24
bezoekers. Beide doelgroepen geloven dat de campagne (misschien) zal bijdragen aan een schoner, heler en veiliger Rotterdam.
5. Vooral op herkenbaarheid scoort de campagne goed, maar ook op aansprekendheid. Een groot deel van de bewoners en bezoekers vindt de campagne echter niet confronterend.
6. Op basis van de resultaten kan worden gesteld dat bewoners en bezoekers zich gemiddeld betrokken voelen bij het schoon, heel en veilig houden van de stad en dat zij hun eigen rol hierin erkennen.
7. Bewoners zijn goed op de hoogte van de boeteregeling voor het verkeerd omgaan met afval. Hoewel ook het merendeel van de bezoekers hiermee bekend is, zijn zij iets minder goed bekend. De meerderheid van zowel bewoners als bezoekers denkt dat zowel boetes als het informeren over de regels van de gemeente helpen om de stad schoon, heel en veilig te maken.
Vanaf maart 2005 zal een nieuwe piek in de campagne plaatsvinden. Dan staan het vernielen van straatmeubilair en plakken en kladden centraal. Leerpunten uit het onderzoek zijn: campagne mag confronterender, meer aansprekend voor jeugd en meer middelen inzetten voor bezoekers. Deze punten worden meegenomen in de ontwikkeling van de verdere campagne. Huis-aan-huisfolder
Naast de proef met de huis-aan-huisfolder in Feijenoord, is in samenwerking met deelgemeente Delfshaven ook een proef met het maandelijks huis aan huis verspreiden van een folder gestart in Middelland. Het eerste nummer is in januari verschenen. Na evaluatie zal de proef eventueel ook worden voortgezet in het Nieuwe Westen.

Kleinere afvalbakken in gecontaineriseerde wijken
Het streven was om in 2004 circa 25.000 kleinere afvalbakken (tegen gereduceerd tarief) uit te reiken aan bewoners van wijken waar ondergrondse afvalcontainers staan of nog worden geplaatst. In samenwerking met deelgemeente Delfshaven zijn er inmiddels in die deelgemeente 22.000 uitgedeeld, daarnaast in Hillesluis 1.000, in Katendrecht 900, in Pernis 20 en tijdens schoonmaakacties in overige wijken nog ca. 50 stuks. In 2005 komen Charlois en Liskwartier nog aan de beurt.
Resultaat op Straat 2005 Pagina
23 van 24
Colofon
Marieke Smit
Monique Zwinkels
Ferry Marquart
Sabine Kuiper
Ronald van de Vliet
Andre van Baelen
Joan Modderkolk
Roteb
Stadstoezicht
Gemeentewerken
Gemeentewerken
Gemeentewerken
Bestuursdienst
Programmabureau Veilig
Resultaat op Straat 2005 Pagina
24 van 24

noot voor de redactie/