Uitspraken in de media Raad van State

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakt iedere woensdag om 10.15 uur de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) openbaar. Per week zijn dat er gemiddeld vijftig. De persvoorlichters maken voor de media een selectie. Deze selectie wordt iedere maandagmiddag om 14.00 uur op deze pagina gepubliceerd. De selectie is uiteraard subjectief. Zo kan een niet geselecteerde uitspraak, bijvoorbeeld lokaal, toch de aandacht trekken.

Een overzicht van alle uitspraken die woensdag openbaar wordt gemaakt, verschijnt op maandagmiddag om 14.00 uur onder 'ACTUEEL' - 'Uitspraken' - 'Hoofdzaken'. Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures zie 'Persvoorlichting'.

Voor de volledige tekst van de uitspraak kunt u op woensdag vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken.
* 200403885/1
Beroep van de eigenaar van koffiebranderij "Brandmeesters" en van een inwoner van Haarlem met betrekking tot de nadere eis die het college van burgemeester en wethouders van Haarlem aan de koffiebranderij heeft opgelegd. De nadere eis houdt in dat de gasbrander ten behoeve van het branden van koffie alleen in werking mag zijn op maandag, woensdag en vrijdag van 09.00 tot 12.00 uur. De nadere eis is gebaseerd op het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer. De eigenaar stelt onder andere dat het Besluit geen grondslag biedt voor het stellen van nadere eisen ten aanzien van geur. De inwoner betoogt dat de koffiebranderij op een andere locatie moet worden gevestigd en dat de geurhinder onaanvaardbaar is.


* 200404422/1
Hoger beroep in verband met de afwijzing door de minister van Binnenlandse Zaken van een verzoek om openbaar maken van stukken naar aanleiding van de presentatie van het jaarverslag 2001 van de toenmalige BVD (nu: AIVD). Degenen die om openbaarmaking verzoeken, zijn de ouders van twee jongemannen die in dat jaar in Srinagar, in India (deelstaat Kashmir) door veiligheidstroepen om het leven zijn gebracht. De toenmalige BVD had in zijn jaarverslag opgenomen "dat was gebleken dat een in Nederland actief netwerk van moslimextremisten direct in verband kon worden gebracht met de tragische dood van twee Nederlandse, in Eindhoven woonachtige, jongemannen van Marokkaanse afkomst". De toenmalige BVD meldde dat vast stond dat het tweetal in Nederland werd gerekruteerd en geestelijk voorbereid op deelname aan de 'jihad'. De ouders waren het met deze beschuldigingen niet eens en vonden deze zeer schadelijk voor de goede naam en reputatie van zowel hun zonen als henzelf. Zij hebben daarom een verzoek gedaan om inzage in de informatie die tot deze conclusie heeft geleid. De minister heeft dit verzoek afgewezen, onder meer omdat het belang van de nationale veiligheid zich ertegen verzet om hierover mededelingen te doen. De rechtbank in Den Haag heeft in april 2004 een eerder beroep tegen de afwijzing door de minister ongegrond verklaard. De ouders zijn het hier niet mee eens en komen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook uitspraak met zaaknummer 200404426/1, die op woensdag 18 mei openbaar wordt gemaakt.


* 200404492/1
Beroepen van de Werkgroep Westergrachtterrein EKP, de wijkraad Zuid West, de wijkraad Leidsebuurt, Westergracht Vastgoed BV en inwoners uit Haarlem tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland waarbij gedeeltelijk goedkeuring is verleend aan het bestemmingsplan "Pijlslaan en omgeving" van de gemeente Haarlem. Het bestemmingsplan ziet op een gebied van ongeveer 110 hectare en ligt ten zuidwesten van Haarlem. Het plan heeft een consoliderend karakter, met uitzondering van een gebied rond het voormalige expeditieknooppunt van de PTT aan de Westergracht. Daarvoor is een plicht tot verdere uitwerking in het bestemmingsplan opgenomen. Dit gebied zal opnieuw worden ingericht, waarbij wordt gestreefd naar een combinatie van wonen, kantoren, detailhandel en bedrijven. Partijen hebben een aantal bezwaren naar voren gebracht die zien op de gevolgde procedure. Verder stelt Westergracht Vastgoed bijvoorbeeld dat er ten onrechte goedkeuring is onthouden aan een deel van de uitwerkingsregels.


* 200406260/1
Hoger beroep in verband met de afwijzing door de minister van Verkeer en Waterstaat van vergoeding van schade die omwonenden van Maastricht Aachen Airport zeggen te hebben geleden door het aanwijzingsbesluit uit 1994. In het aanwijzingsbesluit werden geluidzones vastgesteld en werd de oostwest-baan mogelijk gemaakt. In januari 1998 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dit aanwijzingsbesluit vernietigd. Volgens de omwonenden is hiermee het aanwijzingsbesluit onrechtmatig en vragen ze daarom om schadevergoeding. Deze schade bestaat volgens hen uit gederfd woongenot, de kosten van woningisolatie en schoonmaakkosten van (on)roerende zaken, zoals tuinmeubilair. De schade houdt volgens de omwonende verband met vliegverkeer op de luchthaven.


* 200406387/1
Hoger beroep in verband met de dwangsom die het college van B&W van Ubbergen heeft opgelegd om het gebruik van de schuur op de Vlietberg in Ooij als horecagelegenheid te staken. De schuur wordt in strijd met het bestemmingsplan gebruikt voor feesten (al dan niet in besloten kring) en als muziekoefenruimte. De eigenaar van de schuur is het niet eens met de dwangsom. Hij heeft naar voren gebracht dat de schuur voor privé gebruik is en dat het college van B&W dit gebruik jarenlang heeft toegestaan. De rechtbank in Arnhem heeft het college van B&W in juli 2004 in het gelijk gesteld. De eigenaar komt nu in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


* 200407575/1
Hoger beroep in verband met het besluit van de minister van LNV om ontheffing te verlenen aan de gemeente Aalsmeer van een verbod uit de Flora- en Faunawet. Deze ontheffing gold voor het gebied dat de N201-zone wordt genoemd en maakt de verwijdering mogelijk van beschermde planten en dieren (zoals bruine kikkers, woelmuizen, etc). Een inwoner van Aalsmeer die in het gebied woont, heeft bezwaren tegen deze ontheffing. De minister heeft zijn bezwaren echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij volgens de minister geen belanghebbende is in de procedure. De rechtbank in Amsterdam heeft zich in augustus 2004 reeds over de kwestie gebogen en heeft de minister in het gelijk gesteld. De inwoner van Aalsmeer laat het er niet bij zitten en komt in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank.


* 200409152/1
Hoger beroep in verband met de sluiting in september/oktober 2002 door de burgemeester van Rotterdam van coffeeshop "Miami" aan de Schonebergerweg in Rotterdam voor de duur van 14 dagen. De burgemeester had de tijdelijke sluiting bevolen naar aanleiding van een schietincident in de nacht van 25 op 26 september na een overval op de coffeeshop. Het schietincident vond plaats tussen de overvallers en de politie. De burgemeester wilde een 'afkoelingsperiode', zodat de verstoorde openbare orde zich kon herstellen en duidelijkheid kon worden verkregen over de toedracht van het incident. De rechtbank in Rotterdam heeft in september 2004 een eerder beroep van de exploitant van de coffeeshop gegrond verklaard. Volgens de rechtbank is er weliswaar bij omwonenden onrust teweeg gebracht, maar 'op geen enkele wijze is gebleken dat het geopend blijven van de coffeeshop het door de burgemeester gevreesde gevaar voor de openbare orde oplevert". De burgemeester vecht de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan.


* 200409294/1
Beroep van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer tegen de afwijzing door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van het verzoek om de milieuvergunning van Kemira Agro Rozenburg BV deels in te trekken. De vergunning is in mei 1997 verleend voor de productie van chemische producten zoals stikstofkunstmest en bijbehorende opslag- en verlaadfaciliteiten aan de Moezelweg 151 in Rozenburg. Ook is de productie en de op- en overslag van ammoniak vergund. In 2002 heeft het bedrijf Micro Chemie aangegeven een deel van de activiteiten waarop de vergunning betrekking heeft te willen ontplooien. De Staatssecretaris heeft het verzoek gedaan een deel van de milieuvergunning in te trekken om een toename van de risico's die gepaard gaan met het transport van gevaarlijke stoffen tegen te gaan.