AutoRai

Print

50 jaar Mercedes 190 SL

(19-5-2005)
Vijftig jaar geleden, in mei 1955, ging de 190 SL in productie. Het markeerde de start van een serie Mercedes-roadsters die tot op de dag van vandaag wordt voortgezet. De eerste SL bracht het tot een respectabele oplage van bijna 26.000 stuks, waarvan er 240 in ons land werden verkocht, een niet gering aantal in de sobere jaren vijftig.

In september 1953 werd de Amerikaanse Mercedes-importeur Hoffman uitgenodigd door de directie van Mercedes om deel te nemen aan een vergadering met betrekking tot de 300 SL. Er werd gesproken over nieuwe concepten en afzetmogelijkheden in de USA. De directie stelde op een gegeven moment voor een tweedeurs cabriolet te maken op basis van de nieuwe 180 sedan. Hoffman zag daar niets in, tenzij het model zoveel mogelijk zou lijken op de spectaculaire 300 SL (de âvleugeldeurâ). Besloten werd om op de New Yorkse tentoonstelling van 1954 een prototype van een roadster te introduceren.

De ontwikkeling van de roadster bleek uiterst snel te gaan. De eerste schetsen lagen al na twee weken op tafel, na vier weken was er al een schaalmodel in 1:10, na twaalf weken een model in 1:5 en na twintig weken een houten model in 1:1. Tenslotte, na 150 dagen, stond het prototype op de New Yorkse show. Maar alles had niet zo snel kunnen gaan als er niet wat kunstgrepen waren toegepast. Uitgangspunt was dat de nieuwe roadster zoveel mogelijk onderdelen moest gebruiken van de Mercedes 180, inclusief het onderstel. Dat laatste werd eenvoudigweg ingekort en vormde met de carrosserie een zelfdragende constructie. Oude namen
De indrukken op de New Yorkse show waren dermate gunstig dat Mercedes besloot tot serieproductie over te gaan. Op de Salon van Genève in 1955 verscheen de 190 SL officieel. Drie versies werden gepresenteerd: een Cabriolet A (de typerende oude Mercedesnaam voor een tweezitscabriolet), een Coupé met afneembare hardtop en een Coupé-cabriolet met zowel een hardtop als linnen kap. Aangezien Mercedes de 190 SL als behoorlijk compleet uitgerust beschouwde, werd de optielijst bewust beperkt gehouden.

Er kon lederen bekleding besteld worden en ook een op maat gemaakte kofferset, banden met witte zijvlakken, een buitenspiegel aan de passagierszijde en mistlampen. Het meest geliefde extra was de radio van het merk Becker. Die maakte in die tijd uitstekende radio's die een prachtige geluidsweergave hadden, maar helaas geen FM-stations konden ontvangen. Natuurlijk stond dan ook een elektrisch bedienbare antenne op de accessoirelijst.

Het interieur was eveneens smaakvol afgewerkt. Het dashboard was van metaal en in de kleur van de carrosserie gespoten. De onder- en bovenzijde was bekleed in de kleur van het interieur. Het mooiste echter, daar was iedereen het over eens, was de fraaie vormgeving die zo sterk leek op de 300 SL. De 190 SL had sex-appeal en zou in heel wat films in die tijd figureren.

De 190 SL en de autosport
Destijds kochten veel rijke particulieren een sportauto om daarmee op persoonlijke titel (en kosten!) deel te nemen aan allerlei autosportactiviteiten. Voor dat soort klanten bood de fabriek een ombouwset aan, bestaande uit aluminium deuren zonder ramen en krukken en een kleine voorruit van plexiglas. Verder raadde de fabriek aan om beide bumpers te demonteren, dat scheelde gewicht. En aldus ontstond een 'geprepareerde' 190 SL.

Een andere mogelijkheid de 190 SL als sportwagen te profileren was de deelname in 1955 aan de Mille Miglia. Speciaal voor die gelegenheid had de fabriek een 190 SL voorzien van benzine-injectie. De seriewagens bleven echter carburateurs houden. In 1956 nam een

190 SL deel aan de Grote Prijs van Macao (bij China) en wist te winnen in zijn klasse en een tweede plaats overall te behalen. In datzelfde jaar wist een 190 SL een klasse-overwinning te boeken bij de Grote Prijs van Casablanca en in 1958 werd in de Rally van Hong Kong een overall overwinning binnengehaald.

Een wat opmerkelijke prestatie was de deelname van een 190 SL, voorzien van een dieselmotor, die het 24-uur record op het circuit van Hockenheim op zijn naam kreeg. De gemiddelde snelheid: 124 km/u. In 1961 werd dat nog eens dunnetjes overgedaan op Monza.

Uiterlijk onveranderd
Aan het uiterlijk zou bijna niets veranderd worden. Dat was ook niet nodig want in 1960 was de 190 SL nog net zo aantrekkelijk als aan het begin in 1955. De aanpassingen zouden dus vooral op technisch vlak plaatsvinden. Al een half jaar na introductie werden de overbrengingsverhoudingen in de versnellingsbak gewijzigd. Een hele vooruitgang was in 1956 het standaard aanbrengen van een rembekrachtiger. Ook werden dat jaar de motorkap en het kofferdeksel uitgevoerd in staalplaat. Oorspronkelijk was dit aluminium geweest, maar problemen met de stijfheid van het materiaal leidde tot het gebruik van staal. Zonder meer opvallend was in 1959 de hardtop met de nieuwe panoramische achterruit. Dat leverde niet alleen meer zicht op, maar maakte het interieur ook veel lichter en daarmee leek het ruimer.

Afloop
De 190 SL was in 1955 verfrissend en nieuw. De wederopbouw in de Bondsrepubliek was voltooid en het bezit van een 190 SL betekende status. Het was een auto voor degenen die het gemaakt hadden en dat ook wilden laten zien. Begin jaren zestig was de marktsituatie volstrekt gewijzigd. Voor Mercedes betekende het dat er voor de 190 SL een opvolger moest komen, want stoppen met het SL-idee wilde men niet. Daarvoor was het succes weer te groot geweest. Zeker in Amerika waar importsportwagens prestige genoten. Zo namen de Verenigde Staten veertig procent van de productie af. Moederland Duitsland zorgde voor twintig procent afname. De rest werd over de gehele wereld verkocht, overal waar Mercedes vertegenwoordigd was, tot aan Australië toe. In Nederland werden destijds zo'n 240 stuks verkocht; opmerkelijk gezien de pittige prijs van 18.500 gulden. In 1963 verdween de 190 SL en werd opgevolgd door de volgende SL, de 230 SL. Dit jaar wordt zijn vijftigjarig bestaan gevierd door clubs wereldwijd.