Gemeente 's-Hertogenbosch

19-05-2005

Aftrap voor nieuw bestemmingsplan binnenstad

Het college heeft met het vrijgeven van een zogeheten uitgangspuntennota de aftrap gegeven voor het maken van een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad. Deze nota beschrijft het proces van totstandkoming van het bestemmingsplan en bevat een aantal thema's met keuzemogelijkheden voor een latere uitwerking. De komende periode wordt de nota besproken met de commissie Ruimtelijke Ontwikkelingen en Beheer, belangenorganisaties en burgers. Daarna komt de vertaling in een daadwerkelijk bestemmingsplan.

Het belangrijkste doel van deze operatie is de actualisering van de bestaande plannen in één nieuw plan. Op dit moment gelden veertien grotere en kleinere, oudere en recente plannen. Eén nieuw bestemmingsplan biedt een actueel kader dat voor één gebied dezelfde regelingen geeft. Waar dat nodig is, worden de plannen geactualiseerd. Zo wordt bijvoorbeeld regelgeving als gevolg van de nieuwe Monumentenwet, die het accent legt op het beschermen van structuren, meegenomen in de herziening. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de regelgeving over de bescherming van archeologische waarden zoals die voortvloeit uit het Verdrag van Valletta.

Beschermen waar nodig en ontwikkelen waar mogelijk De ontwikkelingsvisie Stadscentrum vormt het beleidsmatige kader voor de planherziening. Een binnenstad wordt per definitie gekenmerkt door een zekere spanning tussen bescherming, conserveren en behouden enerzijds en ruimte open laten voor nieuwe ontwikkelingen anderzijds. Al te starre bescherming kan leiden tot bevriezing. Gebouwen met een passende functie kunnen de tijd overleven. Zonder functie is dit moeilijk. Als leidend principe wordt uitgegaan van "beschermen waar nodig en ontwikkelen waar mogelijk".

Discussie
De nota met uitgangspunten gaat de komende periode de discussieronde in. Er vindt overleg plaats met de commissie Ruimtelijke Ontwikkelingen en Beheer, met belangenorganisaties en met inwoners van de (binnen)stad. De binnenstad is namelijk een gebied met vele gevoeligheden en vaak tegengestelde belangen. Onderwerp van gesprek is onder meer de methodiek en opzet van het bestemmingsplan. Verder gaat het over de woonkwaliteit, het parkeren, de horeca, de openbare ruimte, binnenterreinen, het afsluiten van stegen, daken en dakterrassen, het samenvoegen en de bescherming van panden, het water in de binnenstad en de bestemming van het Manegekwartier en het Kruithuiscomplex.

Van uitgangspunten naar bestemmingsplan
De resultaten uit de discussie worden verwerkt in een definitieve nota van uitgangspunten. Deze wordt na de zomer aan de gemeenteraad aangeboden ter vaststelling. Daarmee worden de kaders gesteld voor het maken en het in procedure brengen van het bestemmingsplan zelf. De verwachting is dat de procedure begin 2006 kan starten. Naast de eis dat het plan een adequate vertaling bevat van actuele opvattingen en regelingen moet het plan voldoen aan zijn identiteit: namelijk een planologisch plan. Er wordt gestreefd naar een helder, inzichtelijk en "slank" plan. Daarnaast krijgt het plan een digitale vorm die is gebaseerd op het Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO).

Grenzen
De grens van het nieuwe bestemmingsplan wordt in grote lijnen gevormd door rivier de Dommel aan de westzijde, rivier de Aa aan de noord- en oostzijde en door de stadsmuur aan de zuidzijde. Buiten beschouwing blijven het gebied Zuiderpark/Stadswalzone (met parkeergarage), het GZG-gebied (ziekenhuisterrein) en het Zuidwalgebied (nieuwe museumkwartier). Voor deze gebieden is sprake van ontwikkelingen en zijn bestemmingslannen in procedure of in de maak. Als tijdens het traject blijkt dat deze plannen kunnen worden meegenomen dan gebeurt dat alsnog. De grens is verder zo gelegd dat de vesting en de projecten die hieraan zijn gerelateerd binnen het plan vallen.